Welkom Extra's

Amsterdam in de zeventiende eeuw

Doodbidders plunderen burgemeesterswoning

Rob Lubbersen (1)

In de zeventiende eeuw waren er nog geen vakbonden, wel verenigingen van beroepsgroepen. Gilden. En er was belangenstrijd. Er werd regelmatig actie gevoerd. Soms hele harde actie. Dat bleek wel tijdens het Aansprekersoproer in 1696. Daar vielen doden bij.

In januari 1696 kondigde het Amsterdamse gemeentebestuur maatregelen aan om de begrafenissen in de stad door een gemeentelijke dienst te laten verzorgen. De vroedschap wilde 72 begrafenisambtenaren aanstellen. Om dat te bekostigen zou tegelijkertijd een begrafenisbelasting worden ingevoerd. Dit viel helemaal verkeerd bij de ongeveer 250 aansprekers die tot dan toe de begrafenissen regelden. Die aansprekers, ook wel doodbidders genoemd, waren witheet. Hun bestaan werd bedreigd en ze kwamen in actie. Ze spraken af om overal in de stad het gerucht te verspreiden dat begrafenissen onbetaalbaar zouden worden en dat de armen en hun lijken voortaan als oud vuil zouden worden behandeld. Het gerucht sloeg aan.

Ets met geweldadige menigte

Kunstwerken in de gracht

Op 31 januari verzamelde zich een woedende menigte van aansprekers en armlastigen op de Dam. Van daar trokken ze naar de Herengracht, waar burgemeester Jacob Boreel woonde. Met een los gewrikte lantarenpaal werd de deur van zijn huis geramd. De woning werd geplunderd. Het meubilair werd meegesleept of in de gracht gegooid.

Daarna trok de menigte verder naar het huis van de politiecommandant. Ook het huis van deze Martinus Spaaroog, kapitein van de stedelijke schutterij, moest het ontgelden. De inboedel van zijn woning verdween eveneens grotendeels in de gracht. Diverse kunstschatten, waaronder een schilderij van Jan Steen, werden niet gespaard.

Repressie én resultaat

De volgende dag greep de schutterij keihard in. Op een nieuwe demonstratie werd met scherp geschoten. Er werden 48 mensen opgepakt. Van hen werden er 22 veroordeeld. Ter afschrikking werden 12 belhamels ofte roervincken publiekelijk opgehangen op de Dam. Vier andere arrestanten werd opgehangen op het galgenveld Volewijck. De rest van de gestraften werd verbannen naar Suriname.

De opstand van de doodbidders werd aldus snel onderdrukt, de rust keerde terug in Amsterdam. Maar toch niet zonder succes voor de aansprekers! De aangekondigde maatregelen van de vroedschap en de belastingheffing werden uiteindelijk niet ingevoerd!

(1) Bron (ook afbeelding): Historiek - Geschiedenis online = verhalen en achtergronden - historiek.net.