Overpeinzingen bij commentaar 502, 31-12-2023
Koester en realiseer de hoop
Ab de Wildt
Wat is het toch met generatiegenoten die zich van links afkeren, teleurgesteld zijn, het een jeugdzonde vinden dat ze ooit voor rechtvaardigheid, gerechtigdheid, gelijkheid, solidariteit, vrede en veiligheid in actie kwamen en tegen achterstand, uitbuiting en seksisme? En nu neerbuigend perspectiefloos schrijven over links of de vakbeweging? Wat is toch dat koketteren door politici en wetenschappers die de 'arbeidersbeweging' bestuderen en er prat op gaan ooit een paar weken in een overall te hebben gewerkt, of in een studentenbaantje, of eens een paar weken geen of weinig geld hadden.
Maar ondertussen staan ze allemaal - wonen, leven, uitgaan, boodschappen doen - veraf van die arbeiders. Misschien zelfs een tig maal zo hoge uitkering, salaris of vermogen hebben dan de werkers in pulpbanen. Moeten we niet de hand in eigen boezem steken en onze eigen rol onder de loep nemen. Het zijn toch de ouden die de jonkies opvoeden of opgevoed hebben. Bedenk dat, ondanks alles, onze inzet ertoe geleid heeft dat er het één en ander bereikt is. Met of zonder bond, binnen en buiten onze werkplek. Buiten kijf staat dat de ideale wereld niet gevestigd is. Dan helpt het niet om te zeggen: 'zie je wel, ik wist het wel', of 'dat was te voorspellen' of 'wie het weet, mag het zeggen'.
Ledenaantallen
Het helpt wel om samen een visie te ontwikkelen waaraan een groot gebrek is, zoals ook blijkt uit de vele analyses over politieke verhoudingen. Het grote verhaal. Ook al wordt de uitspraak de politieke veren afschudden vaak verkeerd uitgelegd (ontdoen van elke ideologie, in plaats van stoppen met scherpslijperij), het is een een eigen leven gaan leven. Namelijk aanpassen aan het heersende politieke veld en meehobbelen met af en toe een succesje en dit uitgebreid vieren.
Ongeveer gelijkgestemden zullen bondgenoten moeten zijn. Om samen te werken aan dat grote verhaal. Ja, dan is de bond soms een blok aan het been, maar soms ook een medestander. Er zullen 'luizen in de pels' moeten blijven. Wensdenken misschien, maar werk waarvan positieve energie uitgaat.
Ik heb het idee dat verklaringen zoeken voor de ledendaling van de bond een boom is geworden om achter te schuilen, een bureaustoel om achterover te zitten en niets meer doen behalve klagen. De één wordt moedeloos van de achteruitgang van ledenaantallen en een ander wil met kleine oplevingen mooie sier maken. Dat blijft goochelen en helpt ons geen stap verder. Ledenaantallen zeggen niet zo veel. De bond is ooit gegroeid van nul leden naar een organisatiegraad van 46 procent. Mooi natuurlijk, maar nu beleven we een terugval van ledenaantallen.

Bron: youtube
Geen cent vrijwillig
Niettemin blijft het een feit dat iedere verbetering, ondanks of dankzij het aantal leden, bevochten is. En vaak een eerste aanzet kreeg door een kleine groep mensen. En die kleine groep is er nog steeds. Voor mij is het een misvatting dat de moderne vakbeweging een antikapitalistische strijdbeweging is of was. Die strijdbaarheid zullen wij moeten afdwingen. En strijdbare leden zijn er nog nog steeds en nog steeds actief. Dus laten we de vakbeweging niet afschrijven op ledenaantallen, daarmee spelen we onze tegenstanders in de kaart. Bekijk het eens van de andere kant.
Iedere cent weggekaapt bij de kapitalisten is er één en zouden we nooit vrijwillig gekregen hebben. De vakbeweging als afkalvend instituut is geen kwestie van getallen en zeker niet wat de mogelijke invloed betreft. Alle politieke partijen hebben samen minder leden dan de FNV. De ANWB heeft er meer, maar bevecht deze bond het kapitalisme? En als wetenschappers samen in Noorwegen het ook niet weten, wat zegt dat dan? Wat weten ze dan niet? Zijn ze teleurgesteld over hun eigen verwachtingen en gieten ze daar een wetenschappelijk sausje over om hun teleurstellingen te verbergen, omdat ze er alles aan gedaan hebben om de invloed van de vakbeweging in stand te houden. Ik geloof het niet en denk dat het aantal leden dat zij inspireerden of lid hebben gemaakt, te verwaarlozen is. Wat is hun invloed behalve in eigen kring? En als ik het mis heb, is het nog niet te laat om al die contacten bij elkaar te brengen om mee te helpen aan het grote verhaal.
Strijd
Ja, de vakbeweging is een afspiegeling van de 'maatschappij', al zolang ik mee draai. Het is geen politieke beweging die antikapitalistisch is en zolang ik lid ben, hebben de progressieven of links nooit de meerderheid gevormd. Dat is lastig maar geen onoverkomelijk probleem. Dus de vakbeweging blijft doen wat ze altijd deed, op een goede of soms onfrisse manier, brandweer spelen voor een beperkte groep en ze behaalt successen daar waar arbeiders een onmisbare rol in het kapitalistische systeem spelen. Ongeacht de organisatiegraad, overigens.
Hoe oneens ik het ook ben met de vakbondsbobo's en ondanks alle tegenwerking die ze actief of passief opwerpen aan progressieve (kader)leden, hoe zijn deze actieve mensen geholpen met een opmerking als 'die het weet mag het zeggen'?. Welk perspectief wordt daarmee geboden? Hoe helpt het om de eerder genoemde idealen te realiseren? Wie is er mee geholpen in de dagelijkse praktijk om ergens voor te strijden? Want strijd, zal er geleverd moeten worden. En dat kost veel. Tijd. Relaties. Geld. Soms je baan. Soms je bestaanszekerheid. Soms je familie. Soms......
En zeker in deze tijden, waarin de doodsbedreigingen je om de oren vliegen, moeten we sterk in onze schoenen staan. Dan moeten we de gelederen sluiten, hand in hand met al diegenen die binnen en buiten de bond actief zijn om te vechten voor idealen. Dat kan op veel manieren. Nooit de hoop opgeven, is mijn leus.