Een handstand in een kliko

Tata Steel Nederland naar duurzame energie en staal in Nederland

Sjarrel Massop

De situatie van de voormalige Hoogovens, nu Tata Steel Nederland, wordt nijpend. In de Nederlandse media wordt er veel over gesproken en geschreven. De bijdragen blinken niet uit in een grondige kennis van de achtergrond van de gerezen problemen. De oplossingen die van vele kanten worden aangedragen, laten een aanpak zien op onderdelen van het totale probleem. Grote plannen worden gemaakt, bijvoorbeeld het vakbondsplan Groenstaal. De uitvoering daarvan stagneert. De direct betrokkenen denken er met goede wil te conservatief over. De aangedragen oplossingen raken slechts een deel van de complexe problematiek. Het geheel is meer dan de som van de afzonderlijke delen. Bovendien dringt de tijd.

handstand in de kliko
handstand in de kliko foto Jokelien Salomons

In deze bijdrage een poging tot inventarisatie van de situatie zoals die zich in honderd jaar heeft ontwikkeld en zich nu aan de samenleving presenteert. De samenhang van de problemen kan een aanzet geven voor een nieuwe acceptabele aanpak voor duurzame, klimaatneutrale, gezonde en goedkope energie, gemaakt in Nederland met staal.
De hier en daar gehoorde stelling 'doek de boel maar op en maak er een mooi bungalowpark van', is erg kort door de bocht. Tegelijkertijd kunnen of willen Tata Steel, de Nederlandse overheid en het kapitaal de opgebouwde problemen niet oplossen. Een voor alle partijen acceptabel perspectief lijkt een bijna onmogelijke krachttoer. Te vergelijken met een handstand in een kliko. Duik er maar in en zie het rommeltje.

Inventarisatie duurzame problemen

Klimaat (CO2)
Het basisproductieproces van staal maken met hoogovens gebeurt met zuivere koolstof in de vorm van kooks. Het tegenwoordige bedrijf heeft zes installaties voor dit proces.
Twee kooksfabrieken, 1 en 2, maken maken de kooks met als bijproduct kooksgas. Dat gas heeft een merkwaardige samenstelling: 70 procent waterstofgas en 25 procent methaan, een koolwaterstofverbinding en 5 procent andere bijproducten. Die van waterstof en methaan zijn zeer bruikbaar bij de omzetting van conventioneel staal naar waterstof staal (1). Andere bijproducten: zwavel en stikstof, zitten nu eenmaal in de grondstof kolen. Als laatste de PAK stoffen - polycyclische, aromatische koolwaterstoffen - die ontstaan in het productieproces van kooks en zijn kankerverwekkend. Voorbeelden zijn benzeen en naftaline. Het hoofdproduct, de kooks, is nodig in de Hoogovens.
Naast de kooksfabrieken heeft het bedrijf een sinter- en een pelletfabriek die zorgen ervoor dat vooral het ijzererts, dat poedervormig is, een korrelstructuur krijgt.

Tenslotte zijn er nog twee hoogovens (6 en 7). De nummers 1 tot en met 5 zijn al gesloopt, lange tijd geleden. In de hoogovens gaan laag voor laag de sinters, pellets en kooks, terwijl er van onderuit hete lucht van 1.200 graden in wordt geblazen. Hier ontstaan ruwijzer en hoogovengas. Dat gas bevat veel CO (koolmonoxide) dat afgevangen wordt. In het ruwijzer zit nog veel koolstof, vandaar ruwijzer, dat er in de oxystaalfabriek uit wordt gehaald.
Deze technologie is zo ontwikkeld dat het tegenwoordig mogelijk is om de reductie van ijzererts te laten plaatsvinden door waterstof. Reductie wil zeggen dat de zuurstofatomen die aan het ijzer vastzitten eraf gehaald worden.
Een andere reductie - waterstof maakt de hoogovens en kooksfabrieken overbodig - gaat zeker 80 procent van de huidige CO2-uitstoot schelen. Het plan Zeester, waarvan het FNV plan Groenstaal is afgeleid, geeft een beeld van het proces en de omzetting van het traditionele proces naar staal maken met waterstof (1).

Gezondheid
Kooks maken gaat met poederkolen in kooksfabriek 1 (geheel gerenoveerd beginjaren tachtig) en kooksfabriek 2 van 1972. Het stofprobleem is door het transport van poederkolen erg groot. Kooksfabriek 2 heeft een constructieprobleem door de grote ovens die het moeilijk maken de kooks goed te laten garen. Voor grote en hoge ovens is in de jaren zeventig gekozen vanwege een groter rendement aan kooks. Bijkomend gevolg is dat er relatief veel zogeheten bokovens zijn. (2) Na een gaartijd van ongeveer 24 uur wordt de kooks uit de oven gedrukt en direct met water geblust, Dat levert de regelmatige grote bluswolk op. Bij bokovens kan de kooks niet weg gedrukt worden, omdat ze niet gaar is.

kooksfabriek
Kooksovenbatterij met een oven zonder deuren en
de uitstootmachine links.
kooksfabriek
Het blussen van
de kooks

Kooksfabriek 2 is vijftig jaar oud en heeft veel last van bokovens en bovendien is de gasreiniging niet in orde. Het is een smerige fabriek en al jaren hebben bij zuidwestenwind de inwoners Wijk aan Zee daar veel problemen mee.
Het gezondheidsprobleem kan worden opgelost door de reductie van ijzererts met behulp van waterstof. De sluiting van kooksfabriek 2 is op korte termijn onvermijdelijk. Kooksfabriek 1 kan dit probleem gedeeltelijk oplossen door de gaartijd te verkorten.

Energie
Staal maken kost veel energie. Bij het proces komt echter ook veel energie vrij. Dat zit opgesloten in de bijproducten van de kooksfabrieken en de hoogovens die allebei niet veel CO2 als bijproduct afstoten. Hun uitstoot komt alleen, doordat het ovens zijn die op de bijproducten van kooksfabrieken en hoogovens gestookt worden. Het klimaatprobleem, de CO2 uitstoot, ontstaat pas in het verdere proces.

De grote emissies worden veroorzaakt door de nabijgelegen PEN centrale die erg veel elektriciteit opwekt door het verstoken van zowel hoogovengas als kooksgas, plus de oxystaalfabriek die veel koolstof uit het ruwijzer met behulp van zuivere zuurstof haalt. De PEN centrale stoot door de geleverde elektriciteit erg veel CO2 uit. De sluiting van de kooksfabrieken en de hoogovens betekent stilleggen van de PEN die vrijwel heel Noord Holland voorziet van elektriciteit.(3)

Sociaal
Belangrijk voor de regio is de werkgelegenheid die het bedrijf levert. In goede tijden, bijvoorbeeld begin jaren tachtig werkten er nog zo'n 25.000 mensen. Hoogovens was toen nog een geïntegreerd staalbedrijf. Alle activiteiten op het terrein werden door werknemers van de Hoogovens gedaan: productie, onderhoud, intern transport, catering, schoonmaak, planning, administratie, onderzoek en kwaliteitscontrole.

Veel werk is in de loop van de tijd uitbesteed aan buitenfirma's. De directe werkgelegenheid is sterk teruggelopen, ook omdat de techniek veel werk overbodig maakt. Automatisering en robotisering hebben, waar het om werkgelegenheid gaat, hun tol geëist. De inrichting van de productieprocessen en de uitbesteding van werk dat niet behoort tot de kernactiviteiten van staal maken, deden de rest. Nu werken er nog ongeveer 9.000 mensen in het directe proces. De indirecte werkgelegenheid, uitbesteed en ondersteunende werk, is veel groter. Voor de gehele regio is de productie van staal en energie nog een grote en duurzame bron voor arbeid.

Inventarisatie organisatieproblemen

Tata, overheid en kapitaal
Tata is om twee redenen niet bereid staal en energie te maken in de IJmond. De eerste en belangrijkste reden is dat het erg lang zal duren, voordat deze productie rendabel is. De rendementen op de investeringen die nodig zijn, vergen erg veel tijd. Tata is commercieel geïnteresseerd in het bedrijf in IJmuiden. De tweede reden is dat Tata opgescheept wordt met het duurzaam maken van staal in India. De totale capaciteit die Tata in India heeft, is vijftien keer zo groot als die van Nederland. De benodigde investeringen zijn navenant. IJmuiden is voor Tata interessant voor de ontwikkeling van de benodigde technologie om duurzaam staal te maken.
Een voorzichtige raming voor zeven miljoen ton per jaar is in totaal 15 miljard euro (zie bierviltje). Voor India met een vijftien keer grotere capaciteit gaat dat over de 100 miljard euro!

financiering groenstaal
Geschatte kosten Groenstaal

De 'research en development' die nodig zijn voor duurzaam staal en energie zouden een gezamenlijke activiteit kunnen worden. Tata moet dan uitgekocht worden - onteigenen vergt teveel tijd. De overheid van Nederland schiet in alle opzichten tekort, ook in slagvaardigheid. De gemeente Amsterdam daarentegen is nu betrokken bij een project om in de IJmond een waterstoffabriek te ontwikkelen.(4)

Hoogovens was oorspronkelijk een project om de industrialisatie te bevorderen en Nederland, wat betreft staal, onafhankelijk te maken van het buitenland. Dat speelde vlak na de Eerste Wereldoorlog. Vanuit het buitenland kwam er geen staal meer naar Nederland en Hoogovens was oorspronkelijk een nutsbedrijf zonder commerciële bijbedoelingen.
Een toekomstige producent van duurzame energie en staal moet het karakter krijgen van zo'n nutsbedrijf. De laatste veertig jaar ontwikkelde de Nederlandse overheid zich tot de facilitator van grote commerciële bedrijven. De overheidsstructuur is er dan ook niet meer op gericht om nutsbedrijven op te zetten (zie spoorwegen, energiebedrijven, gezondheidszorg, banken, pensioenen, kinderopvang, stikstof, boerenbedrijf). En dit is slechts een eerste opsomming van falend overheidsbeleid. Redden van de Nederlandse staal- en energieproductie mag niet de volgende mislukking worden.

Het kapitaal streeft naar winstgevendheid. Winst maken op grote schaal met een nationale staalindustrie is een groot probleem. De behoefte aan staal is in Nederland relatief laag en heel divers. De kracht van Nederlands staal is altijd de natte kant geweest. Dat is de fase van het productieproces, waarbij ijzer of staal nog vloeibaar zijn. De gunstige ligging met een open zeehaven en een goed bereikbaar achterland, hebben het bedrijf uitermate geschikt gemaakt voor de levering en verwerking van basisstaal. Van de huidige productie is 85 procent bestemd voor de export met als gevolg dat het bedrijf de laatste vijftig jaar gezocht heeft naar fusies - Estel, Corus, Tata. Het bedrijf heeft toekomst als een onafhankelijk Nederlands productiebedrijf, een nutsbedrijf dat voorziet in de behoefte aan duurzame energie en staal. Commercieel werkende bedrijven zal dat niet lukken.

Financiering
De klimaatwerkgroep van de FNV is hard aan de slag om Nederlandse bedrijven fossiel vrij te maken. Een belangrijk speerpunt is de Nederlandse pensioenwereld.(5) De gezamenlijke pensioenfondsen van Nederland, een voorzichtige schatting, hebben een belegd vermogen van 1.00 miljard euro. Veel van die beleggingen worden via de uitvoeringsorganen van de pensioenfondsen uitbesteed aan beleggingsbedrijven. Die zijn niet kieskeurig en letten alleen op het rendement dat vooral wordt gemaakt door investeringen in fossiele brandstoffen. Het totale rendement van deze bedrijven is jaarlijks ruim 90 miljard euro. Dat is bijna driemaal de jaarlijkse verplichtingen om aan pensioenen uit te keren. Van die 90 miljard euro verdwijnt 15 miljard in de zakken van die beleggingsbedrijven als commissiegeld. De Nederlandse pensioenen zijn daarmee verworden tot een financieel product, waarover de eigenaren - de betalers van de pensioenpremies - alle zeggenschap hebben verloren. Pensioenen zijn geen arbeidsvoorwaarde meer! Dus alle prioriteit dat pensioenfondsen duurzaam beleggen en alle fossiele beleggingen staken.

Een schatting van de benodigde investering voor duurzame energie en staal voor de IJmond zou er bij benadering zo uit komen zien. Een financiering van 15 miljard euro voor een rendabel duurzaam bedrijf voor staal en energie is voor de pensioenfondsen een aantrekkelijk perspectief - een alternatief voor fossiel beleggen. Het totale investeringsbedrag voor duurzame Nederlandse energie en groenstaal is gelijk aan het bedrag dat de pensioenfondsen jaarlijks kwijt zijn aan commissiegelden voor hedgefondsen en private equity. Dat moet de samenleving niet willen.

Nederland productieland

Nederland is kampioen in de afbraak van de eigen productiefaciliteiten en is afhankelijk van het buitenland. Voorbeelden: Limburgse mijnen, Twentse textielindustrie, scheepsbouw, gaswinning, farmaceutische industrie, Philips. Hoogovens/Tata dreigt de volgende te worden. Onverstandig! Internationale samenwerking hoeft niet te worden uitgesloten, maar de afhankelijkheid van onbetrouwbare commerciële partners blijkt zeer problematisch. Denk aan de Russische energie en het Zweedse Vattenfall.

De IJmond als energie centrum voor Nederland, wind van zee omgezet in elektriciteit en waterstof, is een verleidelijke oplossing. Staalproductie hoort daar duidelijk bij. Momenteel draait de plaatwalserij Purmerend op volle toeren om voor de Duitse energie-industrie staalplaten te leveren voor de windmolens.(6) Groenstaal zou daar prima het staal voor kunnen leveren.

fabricage en transport windmolen
Plaatwalserij Purmerend

Aansturing en zeggenschap
De opzet voor duurzame energie opwekking en staal maken in Nederland, met inachtneming van de problemen die het bedrijf Hoogovens zal achterlaten, raakt veel belanghebbenden. Bijvoorbeeld: bewoners in de naaste omgeving, werknemers van het nieuwe bedrijf of cluster van bedrijven, milieuactivisten en pensioengerechtigden. Hun zeggenschap is wezenlijk.
Een commercieel bedrijf is daar niet geschikt voor en de overheid dient zich te beperken tot de verstrekking van vergunningen. Het begrip nationalisering duikt in het debat vaak op, maar vereist een functionerende overheid en echte democratie. Dat is al lange tijd niet meer het geval. De politieke wind die door Nederland waait, maakt uitvoering van het project voor duurzame energie en groenstaal bijzonder moeilijk.

In de polder vertegenwoordigen organisaties belangen die niet bij voorbaat overeenkomen met die van de direct betrokkenen. Vakbonden, politieke partijen, overheid en ondernemersorganisaties maken elkaars handen vuil. Wanneer zij democratisch zouden functioneren, kunnen de aansturing en zeggenschap beter het stempel meekrijgen van socialisatie.

Tijd
Het plan Zeester (1) stamt van 2020. De uitvoering loopt tot 2050. De eerste fase met daarin de sluiting van Kooksfabriek 2 en Hoogoven 6, moet in 2030 klaar zijn. De hierboven geschetste problemen, gezondheid, vervuiling, energie, aansturing roepen vertraging, uitstel en een kwetsbare slagvaardigheid op.

Daarbij oefent de publieke opinie grote druk uit op weg naar de uitvoering van het gehele plan voor het jaar 2030.

Conclusie

Duurzaam energie en staal maken in Nederland is een revolutionair plan met een hoge moeilijkheidsgraad voor de uitvoering, gelijk een handstand in de kliko! De plannen Zeester en Groenstaal zijn in opzet zeker baanbrekend als het gaat om de technische uitvoering. Helaas zijn deze plannen volledig opgenomen in een trage, conservatieve en bureaucratische polderstructuur die de uitvoering ernstig zal belemmeren.

De geschetste problemen vragen dan ook om een doortastende uitvoering en ondersteuning uit de samenleving Nu al proberen commerciële bedrijven patenten te verwerven voor de productie van waterstof, maar duurzame energie en staalproductie zijn een nutsvoorziening, waarin commercie noch een privatiserende overheid passen. Het project vereist directe betrokkenheid en zeggenschap, waarin ongrijpbare nationalisatie plaatsmaakt voor een democratisch gestoelde nationalisatie. Gewoon er aan beginnen, kliko's kunnen regelmatig geleegd worden.


(1) Plan Zeester
(2) Ongare kooks
(3) Pen centrale
(4)
Waterstoffabriek
(5)
Pensioenvermogen
(6) Plaatwalserij Purmerend

S symbool