Naar een kritisch en strijdbaar vakbondsperspectief

Op weg naar een industriebeleid van de FNV - deel 3

Sjarrel Massop (1)

De opstelling van een vakbondsbeleid (wat, inhoud) en vervolgens de wegen zoeken om dat beleid vorm te geven (hoe, strategie) is een kwestie van keurig toevertrouwen aan gewillig papier. Om te voorkomen dat dit papier ergens in de lade van de vakbeweging verdwijnt, beslist niet uitgesloten, gaat het ook om de uitvoering van het vastgestelde beleid (wie, verantwoordelijkheid).

Deze WIE vraag raakt aan het probleem dat hardnekkig ingeslopen is in de vakbond FNV na het fusiecongres halverwege het vorige decennium. Dit probleem is een nieuwe kloof tussen beleidsmakers en (kader)leden, een nieuwe vakbondshiërarchie komt verder af te staan van de leden. Het directe vakbondswerk, van bijvoorbeeld de bedrijfsledengroep van Tata Steel voor de realisering van het plan Groenstaal, wordt ondergeschikt gemaakt aan een discussie in het Ledenparlement over een nieuw te vormen industriebeleid. Een hiërarchisch hoger orgaan vervangt het directe vakbondswerk aan de basis. De strijd voor de omvorming naar een fossiel vrij bedrijf met behoud en/of uitbreiding van de werkgelegenheid maakt plaats voor een beleidsdiscussie in het Algemeen Bestuur en het hoogste orgaan in de bond, congressen zijn immers afgeschaft, en dat is het Ledenparlement.

Sectoren

In de vorige bijdragen ging het over het idee van sectoralisatie in de vakbeweging met als principe centraal wat centraal moet en sectoraal wat sectoraal kan. (2) Doel: de sectoren, geformeerd na de fusie van de afzonderlijke bonden halverwege het vorige decennium, meer slagkracht te bieden. Sectoralisatie werkt echter met de nieuwe structuur het omgekeerde in de hand. Sectoren en vakbonds(kader)leden worden juist uitgesloten van beleidsdiscussies.
De stelling dat vakbondskracht gepaard moet gaan met de vergroting van de interne democratie is in alle opzichten verdedigbaar. Omgekeerd geldt dat vakbondsstrijd niet samenvalt met een sterke centralisatie van beleidsvorming. Het debacle van het concept van 'organizing' bevestigde dat. Uitgangspunt is en zal moeten zijn: activerend vakbondswerk aan de basis, Met de huidige vakbondsstructuur zal dat niet lukken, zoals een drietal voorbeelden zal illustreren.

demonstratie klimaat
Bron: FNV

1. Het Groenstaal project
De noodzaak om in actie te komen voor het behoud van de staalindustrie in Nederland (Groenstaal) is groot. Dat geldt voor het ecologische probleem waarvoor de gezamenlijke milieubeweging en de wijkraden zich sterk maken en voor het behoud van de werkgelegenheid dat op het bordje ligt van de vakbeweging. Kort geleden gaf het Ledenparlement, in aanwezigheid van het Algemeen Bestuur van de FNV, voorrang om eerst een aangepast industriebeleid te formuleren. De situatie in de IJmond is echter kritiek en snelle actie is geboden. Dat lieten de bedrijfsledengroep en de ondernemingsraad van Tata Steel weten door deel te nemen aan de Klimaatmars van 12 november jongstleden. Daarmee demonstreerden zij ook voor de stelling "het beste beleid wordt niet achter de tekentafel gemaakt, maar in de praktijk door de direct betrokkenen werknemers/vakbondsleden."

2. Het inkomensbeleid
Opkomen voor de inkomens van de leden is een topprioriteit van de vakbeweging op het gebied van de arbeidsvoorwaarden. Dat loopt via de cao, maar een aanzienlijk deel van de vakbondsgelederen, gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden, valt daar buiten. Evenals de nog steeds groeiende groep (schijn)zelfstandigen. Naast de cao-strijd is er dus ook activiteit op dit front. In september van dit jaar is het 'meerjarenbeleid inkomen', plus diens uitwerking, besproken in het Ledenparlement bij de inkomensnota voor 2024. Je zou verwachten dat de betreffende sectorraden geconsulteerd zijn in deze discussie. Dat is niet het geval geweest, een naar en schrijnend voorbeeld van een niet werkende vakbondsstructuur.
Zeker 40 procent van de leden is in sectoren van inactieven georganiseerd, waar opgekomen wordt voor hun inkomens.

3. De sector senioren
Al twee jaar leeft als nasleep van de pensioenstrijd, de gedachte om de invloed van de senioren in het ledenparlement terug te dringen. Het idee was om de sector senioren te verkleinen. Per 1 november 2023 is dit gebeurd. De mensen die vanaf die datum met pensioen gaan, worden niet meer automatisch overgeschreven naar de sector senioren. Zij blijven in de sector waar ze werkten, tenzij ze verzoeken over te gaan naar de sector senioren.
De onderlinge solidariteit tussen de actieven en inactieven loopt zo schade op. Ernstiger is dat de specifieke belangen van de senioren, en mogelijk ook van de uitkeringsgerechtigden in de oorspronkelijke sectoren, niet behartigd zullen worden.

Denk- of weeffout?

Overnemen van een systeem van de parlementaire democratie door de vakbeweging levert een risicovolle situatie op. De leden van het Ledenparlement doen hun vertegenwoordigende werk zonder last en met onvoldoende ruggenspraak. Hun autonomie kweekt een schijn democratisch orgaan en bedreigt het klassieke vakbondsprincipe van eenheid in kritische verscheidenheid.
Een aanvullende complicatie is het verschil in omvang, zo is bijvoorbeeld de fractie van de senioren de grootste. Dit suggereert niet alleen een onderscheid, maar ook een hiërarchie van belangen die de collectiviteit verzwakt.

herman bode
Herman Bode
Vakbondswerk aan de basis
Willen we naar de dam
dan gaan we naar de dam 4 maart 1980
Bron: Wikipedia
Bart Plaatje
Bart Plaatje
Vakbondswerk naar de basis
Willen we naar de Zuidas
dan gaan we naar de Zuidas 1 mei 2023
Zie ook E485-3 Foto: Harry Peer

Het probleem van vertegenwoordiging in een Ledenparlement was minder een probleem geweest wanneer de leden afgevaardigd zouden worden door de sectoren en hun sectorraden. Zo komt een gevoerde discussie door (kader)leden door in het Ledenparlement. In dat geval zou de last nadrukkelijke aanwezig zijn en ze is dan, net als de ruggenspraak, georganiseerd. Zo wordt de verbinding naar de achterban hersteld.
Elke vorm van interne kritiek of van verandering in beleid en ook de aanzetten tot eventuele noodzakelijke strijd kunnen nu in de kiem gesmoord worden, zowel door de vakbondstop als het ledenparlement.
In plaats van de verbinding in de strijd te zoeken, zoals dat nodig is in het geval van Tatasteel waar de klimaatbeweging en de vakbeweging samen moeten optrekken om Groenstaal sneller tot een succes te maken, is het risico tegen elkaar uitgespeeld te worden te groot. Een risico dat veroorzaakt wordt doordat leden en belangengroepen ver afgehouden worden van het vakbondsbeleid.
Het gevolg van een nieuw industriebeleid vertraagt niet alleen de aanpak van Groenstaal, maar dreigt de strijdende groepen/bewegingen tegenover elkaar te brengen. De kans groeit met de dag dat er voor Tatasteel, in plaats van een Groenstaal succes, een Staalfonds moet komen voor de ontslagen medewerkers, wanneer de vakbeweging nog een half jaar gaat delibereren over een nieuw industriebeleid. Voor de goede orde, het betreft niet alleen de bedreiging van 9000 arbeidsplaatsen van Tatasteel Nederland, een factor 5 kan gebruikt worden voor de toeleverende buitenfirma's van het Bedrijf.


1. Deze extra is tot stand gekomen na een stevige discussie met een aantal kritische kaderleden van de FNV, Patrick van Klink, Jan Müter, Bert Veenstra en Hans Boot.
2. Zie E 498 - 2 en E 499 - 2

S symbool