FNV inside

Over de ware onmisbaren - precair èn gestaald

Hans Boot

De FNV lijkt de definitie van 'onmisbare beroepen' overgenomen te hebben van de Socialistische Partij. Maar zijn de onmisbare beroepen van de SP ook de onmisbare beroepen voor de FNV. Wij denken van niet.
In dit citaat zijn 'wij', Jan en Roel Berghuis, aan het woord in Joop (bnnvara.nl). Kop: Vakbondswerk begint in de bedrijven, niet op halflege pleintjes. Op dezelfde dag verschijnt een kortere versie in het dagblad Trouw met als kop Laat de FNV er niet alleen voor 'onmisbare beroepen' zijn.

Beiden hebben een jarenlange geschiedenis als vakbondsbestuurder bij de FNV, Jan is inmiddels gepensioneerd en Roel staat dat volgende jaar te wachten. Hun kritiek richt zich niet alleen op de keuze van de FNV voor een exclusieve ledengroep 'onmisbaren', maar ook op wat zij de 'campagnestrategie' noemen. Een strategie die zich bijna altijd op politiek Den Haag richt, waar al jaren een gure neoliberale wind blaast, en in het beste geval zal uitmonden in een motie die de Tweede Kamer naast zich neerlegt. Een strategie die veel weg zou hebben van de SP-koers: vooral aanklagen en niet uitgaan van resultaten en gericht zijn op oplossingen.
Stellingnames kunnen Roel en Jan niet ontzegd worden, opportunisme wel.

Marginalen

Hun kritiek op een vakbondsstrategie die zich tot campagnes beperkt, is terecht. Maar is evenzeer van toepassing op de traditionele overlegzucht van de Nederlandse vakbeweging naar 'de politiek' die vooral ogen en oren heeft voor het ondernemerdom. Met het pensioenakkoord als recent voorbeeld.
Ook het pleidooi dat de FNV moet beginnen in bedrijven en sectoren is terecht, maar is even relevant als de grote 'heroriëntatie' op het bedrijvenwerk van het toenmalige NVV in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Wat toen nodig was, is het ook nu. Zij het dat wat vandaag 'precaire arbeid' heet en een derde van de beroepsbevolking telt, het geheel van de arbeidsverhoudingen ingrijpend veranderd heeft. Mogelijkerwijs mede geïnspireerd door de SP, bracht dit de FNV 25 september 2021 tot de veelal plaatselijk georganiseerde "Dag van de onmisbaren".

De term 'onmisbaar' benadrukt het vitale sociaaleconomisch belang van het 'precariaat' dat met zo'n drie miljoen mensen zonder erkenning en waardering de samenleving laat functioneren. Onderbetaald, onzeker, onregelmatig, op afroep – van schoonmakers tot vuilnisophalers, van vakkenvullers tot bestellers, van kinderopvang tot vleesverwerking.
De gebroeders Berghuis hebben uiteraard weet van deze 'marginalen', maar stellen de raadselachtige vraag: zijn bijvoorbeeld bouwvakkers, havenarbeiders en vrachtwagenchauffeurs niet onmisbaar, niet cruciaal. Ze vrezen dat de vakbondsleden in deze 'klassieke ' sectoren van bouw, industrie en transport zich miskend voelen en kennelijk door de FNV naar de zijlijn geschoven worden. Vanuit deze veronderstelling komen ze tot het hiervoor aangehaalde pleidooi voor een vakbond die alle prioriteit geeft aan de ledenorganisatie in de bedrijven.

Fakkeloptocht spandoek: Iedereen anders, iedereen gelijk.

Allianties

Ze maken helaas nog een stap. Na de voor de hand liggende opmerking dat ook de positie van lager betaalden alle zorg van de vakbeweging verdient, volgt een even voor de hand liggende overpeinzing dat daarvoor allianties gesloten moeten worden met groepen die het qua inkomen beter hebben. Deze allianties zien zij echter gedwarsboomd door de exclusieve nadruk op de mobilisatie van de 'lager betaalden' die uiteindelijk ongunstig uitpakt voor de FNV als geheel. Dat is immers meer dan de som der delen.
En juist in dat geheel is meer aan de hand. Behalve met onder meer de externe flexibiliteit, inclusief de aanbesteding door de één naar de volgende 'derde' en uiteindelijk een deel van het precariaat, waait ook in de klassieke sectoren een neoliberale wind. Gedragen door een 'menselijk' management dat werknemers schoolt in ondernemersdenken en graag de vakbond inlijft en als het even kan overbodig verklaart. Een serieuze bedreiging voor de tegenmacht die de vakbond zou kunnen organiseren en voor de door de gebroeders Berghuis gekoesterde 'ware onmisbaren'.

Tot slot. De genoemde artikelen bij Joop.nl en Trouw zijn een tweetal van een kleine reeks, waarin de recente ontwikkelingen naar 'groen staal' bij Tata Steel IJmuiden besproken wordt. (*) Een actueel en spraakmakend succesverhaal dat jammer genoeg de kritische vragen buiten beschouwing laat over bijvoorbeeld het hoge veronderstelde tempo van invoering, de financiering en de rol van het concern Tata Steel. Dat kan een tactische keuze zijn van bondsbestuurder aldaar in IJmuiden, Roel Berghuis. Of dat ook de lofzang rechtvaardigt over de gestaalde onmisbaren en de twijfels aan de kracht van hun precaire collega's, is de vraag.
Geen vraag is en dat is het hart van de vakbeweging: de solidariteit tussen en de organisatie van de verschillende groepen loonafhankelijken. En dat betekent ook: strijd tegen elke opgeroepen of gesuggereerde tegenstelling tussen de werkers in de halflege kantine en op het halfvolle pleintje.

(*) Zie bijvoorbeeld in het Belgische Solidair: Hoe de vakbond staalgigant dwingt om de productie te ontgroenen – www.solidair.org.

S symbool