Hans Boot
Zo'n twee weken geleden, 19 oktober 2024, eindigde mijn bijdrage aan Konfrontatie digitaal met de verplichtende zin Meer daarover graag bij een volgende gelegenheid. Bij deze dan!
In die bijdrage zocht ik naar een antwoord op de vraag "Waarom heeft extreem rechts zo'n aanhang". Toegespitst op de PVV, is de kop Wilders: Zowel een vertolker als een opfokker, een aanloop naar een antwoord.
Maar eerst een samenvatting. Om binnen te komen: die PVV van Baas Wilders bevestigt het economisch stelsel van het kapitalisme onvoorwaardelijk en werkt het uit met boosaardige principes van 'nationalisme' tot 'racisme'. Als grootste partij in de Tweede Kamer is de PVV inmiddels het hart van een regeringscoalitie. De andere deelnemende partijen, met name de VVD, rechtvaardigen het bestaan van de PVV en daarmee extreem rechts. Ook voor hun aanhang normaliseren zij de PVV en haar uitgangspunten tot een 'gewone' partij. Daarin niet gehinderd door a) een gezamenlijke en herkenbare oppositie door progressieve en linkse partijen, b) een samenwerking met de sociale beweging en vakbeweging. Beide ontbreken en geven de PVV de, ongewenste, ruimte die bijvoorbeeld met het plan van een 'noodwet' de parlementaire democratie aan de kant trachtte te zetten en veel weg had van een staatsgreep.
Maar er is meer dat de aantrekkingskracht van de PVV kan verklaren. Bijvoorbeeld: de veertien jaar Rutte die in een falend beleid van crisis naar crisis niet 'het volk', maar een sociaaleconomische elite diende. In deze kritiek van Wilders op Ruttes beleid kan zijn aanhang zich prima vinden. Maar er is ook meer dan de wereld van de politiek die is immers eerder uitvoerend dan verklarend en staat ook bloot aan wat extreem rechts inspireert.
Een deel van de verklaring is de flexibilisering van arbeid en arbeidstijd die de arbeidsmarkt en loonzekerheid ontwricht. Sociale zekerheden verschralen daardoor. Arbeidsmigranten worden aangetrokken om de gaten in de arbeidstijd te vullen en verstoren het door de PVV gekoesterde 'Nederlanderschap' dat ook nog eens nostalgisch terugkijkt op 'onze' koloniale geschiedenis.
Tot slot is de internationale 'verrechtsing' van invloed, ook doordat Wilders zijn politieke positie de allure geeft van een gewaardeerd collega van bijvoorbeeld de premiers van Hongarije, Orbán, en van Italië, Meloni. De PVV is dus ook internationaal steeds 'gewoner' en gedijt met de dagelijkse media-aandacht voor Trump, om er maar niet aan te denken dat die opnieuw president wordt.
Terug naar de genoemde slotzin. De aanleiding was een artikel in de Correspondent van Jesse Frederik, 9 februari 2024 (1). Hij biedt een andere verklaring voor het succes van de PVV. Niet, zoals volgens hem intellectueel links meent: een uiting van 'maatschappelijk verval', 'blinde razernij' en 'tragische vereenzaming'. Frederik stelt daar de resultaten tegenover van herhalend onderzoek door onder andere het NIPO, voorzien van tabellen en grafieken die teruggaan tot de jaren zeventig. Een paar van zijn conclusies daaruit zijn: een meerderheid meldt al jaren dat het in Nederland de verkeerde kant opgaat - opvattingen over criminaliteit, Europese eenwording en inkomensverschillen veranderen nauwelijks - evenzeer is rechts populisme al tijden waar te nemen - in 1972 vindt de helft van de bevolking dat 'gastarbeiders' dienen te vertrekken - in 1994 blijkt de helft van de kiezers problemen te hebben met 'minderheden'.
Zijn conclusie is dat Wilders beschikt over de vaardigheid om al jaren levende standpunten om te zetten in stemmen. Hij bedient zich van een verzameling van latente opvattingen en weet die te activeren. Wie zijn aanhang wordt, lijkt op hem te wachten en bekommert zich niet om een alternatief.
En daar ligt de reden om gebruik te maken van "een volgende gelegenheid" die ik abstract aankondigde met: Zo'n objectivering gaat me te ver. De kiezer is geen hulpeloze prooi die door Wilders gevangen wordt en zich daaruit weet te redden door de PVV te stemmen. Het minste wat die keuze beslist, is de herkenning van de standpunten van de PVV en hoe die worden uitgedragen. Wordt dat ontkend, is de PVV-stemmer slechts een 0bject dat naar het stembiljet gelokt wordt. Elke poging die keuze te beïnvloeden, is dan zinloos. En dat gaat me te ver, sterker nog: ik vind dat onaanvaardbaar. Om het een beetje wijsneuzig te zeggen: dat is in strijd met de menselijke waarden die ik onderschrijf en in de praktijk wens te brengen. De consequentie van die redenering is dat bij een zich voordoende gelegenheid de discussie met een PVV-aanhanger minimaal gewenst is. In onze directe omgeving en zeker in onze vakbondspraktijk. Die van de voorzitter van de FNV is mij slechts op enige afstand bekend, maar zijn uitspraak dat ongeveer 25 procent van de leden op de PVV stemt, maakte een nogal berustende indruk. Zeer af te keuren. Ook een PVV-stemmer, al of niet vakbondslid, heeft het recht ernstig te worden genomen, ook al kan dat heel vervelend verlopen.
(1) Titel - Waarom de PVV zo groot werd (en nee, niet door geschrapte buslijnen, guur neoliberalisme of groeiende ongelijkheid).