nr. 114
jul 2003

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Recht en Arbeid - vangnet opent zich niet

Eén loket? Geen loket zal je bedoelen

Op 7 juli 2003 dient het kort geding van de heer Yilmaz tegen de intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek. Yilmaz, vrouw en kinderen zitten al maanden zonder geld. De uitkeringsaanvraag wordt niet in behandeling genomen, omdat Yilmaz bij het verkeerde loket is beland. Ontbinding van het huurcontract en illegaliteit voor de gezinsgenoten dreigen; ze hebben een afhankelijke verblijfvergunning en kunnen de jaarlijkse verlenging van 285 euro per persoon niet betalen.

Om dit drama te kunnen volgen, is een duik in de betreffende wetgeving nodig. Op 1 januari 2002 trad de nieuwe uitvoeringsstructuur werk en inkomen (SUWI) in werking. Daarmee werd het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) het eerste loket voor alle WW- en bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden.

Feiten

In artikel 28 van de wet SUWI staat dat het CWI de aanvragen in ontvangst neemt van een WW-uitkering op grond van de Werkloosheidswet en van de algemene bijstand op grond van de Algemene Bijstandswet. Het CWI verstrekt daartoe de nodige formulieren en tekent de datum aan waarop dat is gebeurd. Vervolgens draagt het CWI de aanvraag over aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), ingeval van een WW-uitkering, of aan de Sociale Dienst van de gemeente - formeel Burgemeester en Wethouders - wanneer het de bijstand betreft. Lid 3 van artikel 28 meldt: "De overdracht vindt plaats zodra de verstrekte gegevens en bewijsstukken naar het oordeel van de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) juist, volledig en consistent zijn, doch in elk geval binnen een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn na de aanvraag." De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bepaald dat de uitkeringsaanvraag binnen acht werkdagen wordt overgedragen aan de Sociale Dienst van de woonplaats van de aanvrager, of aan het UWV. Ook is vastgelegd (artikel 2.3 staatsblad, 2001, 688) dat vervolgens Burgemeester en Wethouders met de aanvrager zo snel mogelijk een afspraak maken voor een gesprek waarin de aanvraag in ontvangst wordt genomen. Het CWI controleert de door de aanvrager verstrekte gegevens. "Indien de noodzaak daartoe, naar haar oordeel aannemelijk is, verwijst het CWI belanghebbende direct door naar Burgemeester en Wethouders."

Eenmaal aangekomen bij het loket van de Sociale Dienst moet de gemeente de gegevens nogmaals controleren en wordt het recht op bijstand vastgesteld. Artikel 68 van de Algemene Bijstandswet bepaalt dat binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag bij het CWI over het bijstandsrecht wordt beslist.

Afgedankt

Op 2 april 2001 staakt de heer Yilmaz zijn werkzaamheden wegens ziekte. Hij probeert het nog een keer op arbeidstherapeutische basis, maar dat mislukt. Terugkeer blijkt niet mogelijk en een jaar later eindigt de salarisverstrekking. Op 1 april 2002 ontstaat een eventueel recht op WAO. Op 30 september 2002, een half jaar later, beslist het UWV dat Yilmaz met ingang van 1 april 2002 voor 14,56 procent arbeidsongeschikt is, hetgeen volgens de wetgeving geen recht geeft op een uitkering. Yilmaz is het daarmee niet eens en zijn advocaat maakt op 14 oktober 2002 bezwaar. Een beslissing blijft uit en de advocaat tekent beroep aan "wegens de weigering op het bezwaar te beslissen". Een uitspraak is er nog niet.

Inmiddels heeft de werkgever wegens de langdurige arbeidsongeschiktheid een ontslagvergunning aangevraagd bij het CWI. Hiertegen voert de advocaat verweer, Yilmaz meent dat aangepast werk mogelijk is. Omdat hij geen recht op een WAO blijkt te hebben, meldt Yilmaz zich op 23 september 2002 bij het CWI. Het gesprek wordt bevestigd en als afspraak wordt genoteerd "s.v.p. originele documenten meenemen en alle formulieren invullen". Yilmaz krijgt dertig pagina's mee waarmee hij door het ambtelijke taalgebruik moeite heeft. De letters zijn klein, de zinnen ingewikkeld.

Het CWI stuurt hem met de onvolledig ingevulde formulieren door naar het UWV dat het druk heeft, geen beslissing neemt en een voorschot verstrekt van 137,30 euro per week, 595 per maand. Daarvan valt niet te leven. De bijstandsnorm voor een gezin is immers 1.135,57 euro per maand, gelijk aan het netto wettelijk minimumloon. Maandelijks zit het gezin daar dus 540,57 euro onder.

[Overigens, een onvolledige aanvraag zonder hersteltermijn niet behandelen, is in strijd met de wet. Bovendien verplicht de Algemene Wet Bestuursrecht een overheidsorgaan tot hulpvaardigheid. 'Hier zijn de formulieren, zoek het maar uit', is in strijd met de wet.]

De advocaat van Yilmaz maakt bezwaar tegen de opstelling van het CWI. Een voorschot op de WW bevat een groot risico. Is het achteraf onterecht verleend, moet het worden terugbetaald. Bovendien heeft de Centrale Raad, het hoogste rechtscollege in sociale zekerheidswetgeving, op 7 mei 2002 uitgemaakt dat ook voorschotten tot het inkomen behoren. Dan is er geen recht op bijstand, want dat bestaat alleen als een inkomen ontbreekt of lager is dan de bijstandsnorm. Die raad heeft ook bepaald dat de betaling van een voorschot op de WW geen bijstandsrecht inhoudt, wanneer achteraf geen recht op WW blijkt te bestaan. Een uitkeringsgerechtigde heeft dus een groot belang bij definitieve beslissingen.

Schuldhulpverlening

Het onderdeel van het UWV dat het te druk heeft (Cadans, voorheen Detam), stuurt het bezwaarschrift door naar een ander onderdeel van het UWV, het GAK. Daar wordt op 1 mei 2003 besloten dat Cadans ten onrechte heeft nagelaten binnen de wettelijke termijn een beslissing te nemen. "Cadans dient een schriftelijke beschikking af te geven omtrent de definitieve vaststelling van de uitkering."

Aangezien opnieuw een beslissing uitblijft, tekent de advocaat op 19 juni 2003 weer bezwaar aan. Inmiddels staat het water de familie aan de lippen en wordt de rechter ook gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. Namelijk ten eerste het UWV te verplichten binnen een door de rechter te bepalen termijn, definitieve rechten vast te stellen op straffe van een dwangsom. En ten tweede Yilmaz als voorschot 2.000 euro uit te keren om in de ergste nood te voorzien.

Op 16 mei 2003 meldt Yilmaz zich bij de schuldhulpverlening van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek en krijgt een gespreksbevestiging mee. "Cliënt dient zelf alle schuldeisers schriftelijk te informeren. Afgelost kan er worden zodra het inkomen op minimaal bijstandsniveau is." De advocaat ziet hierin een weigering zijn cliënt te helpen en dient een bezwaarschrift in. De aanmelding voor schuldsanering is van groot belang. Valt Yilmaz eenmaal onder de reikwijdte van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, dan kunnen schuldeisers (bijvoorbeeld huiseigenaar) niets meer doen. De Sociale Dienst reageert 11 juni 2003: "Het bezwaar is (...) gericht tegen een gespreksbevestiging inzake de voortgang van de aan de heer Yilmaz geboden schuldhulpverlening. Op grond van de algemene wet bestuursrecht is de gespreksbevestiging niet voor bezwaar ontvankelijk, omdat het hier geen besluit betreft." Hiertegen loopt een beroep.

Wal en schip

Zo gaat Ylimaz van patstelling naar patstelling. De advocaat tracht tot een doorbraak te komen en raadt Yilmaz aan zich bij de gemeente te melden voor een bijstandsuitkering. Daar stuurt de Sociale Dienst Yilmaz 12 juni 2003 weg met een gespreksbevestiging. "De heer Yilmaz heeft geen aanvraag om bijstand ingediend. Een voorschot is dus niet mogelijk." Een dag later komt Yilmaz weer en krijgt opnieuw een gespreksbevestiging. "De heer Yilmaz is weer hier geweest. Aanvraag bijstand wordt ingediend bij CWI." Zonder dat daar iets aan verbonden wordt, staat er bij: "Heer valt tussen wal en schip."

Maar Yilmaz had zich al op 23 september 2002 bij het CWI gemeld. Daarna nog een paar keer en voor het laatst op 6 juni 2003. Steeds vroeg hij om een uitkering. De gemeente zag dat anders en schreef in geheimtaal dat het elke keer een aanvraag betrof "in het kader van de WAO cq WW. Voor een eventueel voorschot heeft het CWI verwezen naar het Gak/Uwv Cadans. Door bezwaarde is geen aanvraag in het kader van de Abw ingediend, noch is hierover met het CWI gesproken."

Opnieuw tekenen Yilmaz en zijn advocaat bezwaar aan. Per e-mail bericht de gemeente nog diezelfde dag: "Uw 'bezwaarschrift' zal niet als zodanig worden behandeld. Er is namelijk geen besluit wat hieraan ten grondslag zou kunnen liggen. De heer Yilmaz is simpelweg verwezen naar de juiste instantie voor een voorschot, namelijk UWV Gak."

De volgende juridische stap is logisch. De advocaat stelt beroep in bij de rechtbank tegen deze beslissing van de gemeente en vraagt eveneens een spoedvoorziening. De gemeente verweert zich 16 juni 2003 heel boos. Yilmaz moet niet bij haar zijn, maar bij het CWI.

Om uit een nieuwe patstelling te geraken, stuurt de advocaat 20 juni 2003 naar CWI, gemeente en UWV een zelfde fax en vraagt met elkaar contact op te nemen en samen een oplossing te vinden om Yilmaz te helpen aan een inkomen op minstens bijstandsniveau. "Cliënt lijkt wel een pingpongbal, zo wordt hij heen en weer gestuurd tussen de verschillende instanties." Het CWI schrijft per e-mail dat Yilmaz een uitkering krachtens de ziektewet behoort te ontvangen. Mocht deze onder bijstandsniveau uitkomen, moet hij zelf een toeslag aanvragen. Het UWV (GAK) belt. Een medewerker zegt er achteraan te gaan en vraagt het telefoonnummer van Cadans. De gemeente deelt telefonisch mee dat de heer Yilmaz bij het GAK moet zijn en niet bij haar.

Op 25 juni 2003 wordt een kort geding aangevraagd. "Waar het mij om te doen is, is dat aan cliënt in ieder geval een uitkering wordt toegekend ter hoogte van het (...) wettelijk vastgestelde minimum inkomen voor een gezin." De advocaat geeft vervolgens aan dat een verrekening later kan plaatsvinden. "De bijstand is daarbij het vangnet. Een vangnet wat zich dus zou moeten openen als er geen voorliggende voorziening is."

Het besproken probleem staat niet op zichzelf. De groei van het aantal werklozen brengt CWI en daarna UWV en gemeente in grote moeilijkheden bij de verwerking van de aanvragen. De achterstanden bij het CWI zijn zo groot dat aanvragers een standaard bevestiging krijgen dat later een gesprek zal volgen. Maar dat betekent dat er geen aanvraag in behandeling is genomen en een uitkering uitblijft. Een aanvraag moet door het CWI binnen acht dagen afgewikkeld worden, terwijl termijnen van vijf tot zes weken worden gehanteerd. Dat aanvragers al maanden zonder inkomen zitten, omdat zelfs geen voorschot wordt verstrekt, is geen uitzondering meer.

Pim Fischer

Zie ook: Persbericht Solidariteit, juli 2003