nr. 100
maart 2001

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

De dans om de miljarden van de pensioenen

Een flauw vermoeden

Er speelt zich het nodige af in de wereld van de pensioenen. De redactie van Solidariteit wil daar meer van weten en hoopt het komende jaar antwoorden te vinden op een aantal prangende vragen. Hier volgt een eerste verkenning van de wereld waar de miljarden je om de oren vliegen.

Michel Tilanus, bestuurslid van het ondernemingspensioenfonds van Unilever, vertelt tijdens een vakbondscafé dat de komende twee jaar telkens een miljard gulden uit de overreserves van het fonds zal worden 'teruggestort' op de rekening van het moederconcern. Werknemers van Unilever in Nederland zoeken overigens op hun loonstrookje tevergeefs naar hun bijdrage aan die oudedagsvoorziening. Niet alleen zij, ook de werkgever betaalt al sinds jaar en dag geen pensioenpremie. Er geldt een premiepauze. Toch is de bodem van het fonds niet in zicht. Tegenover 4,1 miljard aan verplichtingen staat een vermogen van zo'n 10 miljard gulden. Het pensioenfonds als profit center.

Bedankt voor de eer

Deze situatie is niet uniek voor Nederland. Tal van ondernemingspensioenfondsen kennen een forse overreserve en regelmatig vloeit een deel daarvan naar de kas van de ondernemer. De overreserve bij de bedrijfs(tak)pensioenfondsen is in de regel kleiner. Toch is, om maar een voorbeeld te noemen, sinds 1982 een bedrag van 1,2 miljard gulden aan de reserves van het Pensioenfonds voor de Vervoer- en Havenbedrijven (PVH) onttrokken voor de financiering van de vervroegde uittreding van oudere arbeiders. Dat was voor direct betrokken vakbondskaderlid Jaap Altelaar geen geheim. Hij was indertijd blij dat met dit geld toch nog iets voor de mensen kon worden geregeld en gedwongen ontslagen werden voorkomen. De bestaanszekerheid van de havenwerkers en hun gezinnen stond voor hem bovenaan. Zeker, het was een sigaar uit eigen doos, maar vanuit de solidariteitsgedachte acceptabel zolang de werkgevers er geen mooi weer mee spelen. Met de omzetting in 1997 van de stichting PVH in de pensioensverzekeringsmaatschappij Optas (naamloze vennootschap), is abrupt een eind gemaakt aan dit soort mogelijkheden. Afgesneden van elke zeggenschap bedankte Altelaar voor de eer om nog voor de vorm zitting te nemen in de deelnemersraad van Optas.

Het kan ook anders lopen. Zo besloot het Pensioenfonds Medewerkers Apotheken onlangs tot een structurele verhoging van de pensioenrechten van zowel de gepensioneerden als van degenen die hun pensioen opbouwen. Pensioengerechtigden in de metaalindustrie staan er slechter voor. Hoewel hun pensioen waardevast heet te zijn, ervaren zij aan den lijve dat tal van prijsstijgingen niet in de indexering worden meegenomen. En armlastig is hun pensioenfonds niet. Tegenover 20,9 miljard gulden aan pensioenverplichtingen staat een vermogen van 27,4 miljard.

Vragen genoeg

Praten over pensioenen gaat over miljarden guldens. Alle pensioenfondsen in Nederland beheren momenteel een vermogen van ruim 900 miljard gulden. Als we de manipulaties met deze duizelingwekkende getallen even laten bezinken, borrelt een aantal indringende vragen op.

Zeker als je vertrekt vanuit het idee dat het pensioen een integraal bestanddeel is van het reguliere arbeidsinkomen - uitgesteld loon dat gedwongen wordt gespaard - dan rijst onmiddellijk de vraag wie met welk recht een greep kan doen in de kassen van de pensioenfondsen. Wat is hierover wettelijk geregeld?

Duidelijk is al wel dat de vakbeweging, de bestuurders in het bijzonder, een belangrijke rol speelt. Zo maken afspraken over de pensioenvoorzieningen onderdeel uit van het cao-pakket en zitten de bondsbestuurders dikwijls in het dagelijks bestuur van de bedrijfs(tak)pensioenfondsen. Minder duidelijk is welke rol de (over)reserves van de pensioenfondsen in de cao-onderhandelingen spelen. Welke gevolgen heeft de premiepauze voor de bepaling van de loonruimte? Wat doen de afgevaardigden precies in dat dagelijks bestuur? Wat is hun handelingsruimte en hoe vullen zij die in?

Zolang deze vragen niet beantwoord zijn, is terugstorting van geldbedragen uit de overreserves, zoals bij Unilever, geen uitgemaakte zaak. Zeker, de officiële toezichthouder op de pensioenfondsen, de verzekeringskamer, biedt geen weerstand tegen deze manipulaties zolang de fondsen voldoende solvabel zijn om hun toekomstige verplichtingen te kunnen nakomen. En inderdaad kunnen sommige bedrijven op grond van hun verplichtingen jegens het fonds - ook in slechte tijden - een zekere aanspraak maken nu het de fondsen voor de wind gaat. Maar absoluut is dat niet. Michel Tilanus wijst bijvoorbeeld op het feit dat pensioenfondsen voor miljarden aan achterstallige belasting beheren. Dit geld mag niet buiten schot blijven bij de AOW-problematiek.

Zonder twijfel hebben de meeste loontrekkers scherp in de gaten dat het pensioen een belangrijke zekerheid is. Van het niveau van de regeling zullen ze een redelijk beeld hebben. Veel vager wordt het beeld bij de premies die van hun loon worden ingehouden en we vrezen dat ze van de voorwaarden voor uitbetaling slechts een flauw vermoeden hebben.

Zolang de dans rond de miljarden zich buiten de openbaarheid afspeelt, blijft dan ook het vermoeden bestaan dat ergens de schoen wringt.

Jan Müter (Stichting Searchweb)

Afbeelding bij Een flauw vermoeden nr.100Tekening (12 kb)