nr. 96
mei 2000

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Buitenland - vierde conferentie van TIE in Keulen

"Building a labor movement for radical change"

TIE, Transnationals Information Exchange, een internationale organisatie die groepen vakbondsactivisten met elkaar in contact brengt, organiseerde van 16 tot en met 19 maart van dit jaar een conferentie. Thema: "Hoe een arbeidersbeweging opbouwen die radicale verandering nastreeft". Aanwezig waren 150 mensen uit alle continenten. Uit deze conferentie heb ik vier onderwerpen gepikt die deels in het officiële gedeelte aan de orde kwamen en deels in gesprekken tussendoor met aanwezigen.

Die onderwerpen zijn:

* aangrijpingspunten voor kritische vakbondsleden,

* scholing door arbeiders zelf,

* de bond als sociale beweging,

* vakbondsdemocratie.

Breekpunten

Voor kritische vakbondsleden is het een probleem thema's te vinden waarop het gevecht voor een strijdbare vakbeweging kan plaatsvinden. Jens Huhn van TIE noemt daarvoor drie oorzaken: 1. Het idee van de tegenstelling arbeider-kapitalist is weg. 2. De gehele samenleving wordt (ideologisch) gemobiliseerd voor de doelen van het bedrijfsleven. 3. De kapitalisten zijn over de klap van de jaren zestig heen. Waar toen bijvoorbeeld Italiaanse arbeiders massaal de bedrijven bezetten en de voorwaarden dicteerden, is nu dankzij het continue reorganiseren het zelfvertrouwen bij de kapitalisten helemaal terug.

Rechten zijn alleen nog maar rechten als ze betaalbaar zijn. Wie weet nog dat in Duitsland de looneisen van de bonden zo hoog waren, omdat naast prijscompensatie en productiviteitsstijging aanvullende eisen werden gesteld om de verschillen tussen bedrijfstakken en de kloof tussen kapitaal en arbeid te dempen.

In veel landen is het vanzelfsprekend geworden dat rechten van arbeiders ter discussie worden gesteld. Het recht op een zorgeloze oude dag, op goed en gratis onderwijs of een goede gezondheidszorg, geldt alleen als die arbeider nodig is en het geld ervoor aanwezig. Rechten worden gezien als inwisselbare kostenposten. Dit is de ene kant van de zaak. De andere is dat vakbonden het vaker redelijk vinden dat rechten worden ingeruild. Het recht op gezondheid wordt verhandeld voor een overwerktoeslag of een schadeclaim.

Volgens Jens vormen deze momenten, waarop de vakbeweging bereid is rechten van arbeiders compenseerbaar te maken, bij uitstek breekpunten voor het optreden van kritische vakbondsleden.

Scholing

Ivo Steinbach uit Bremen is redactielid van ons zusterblad Express, hij is 28 jaar en studeert bedrijfspsychologie. Voor die studie is hij bezig met zijn doctoraalscriptie en daarvoor heeft hij bij een vestiging van Audi een systeem opgezet waarbij arbeiders elkaar scholen in plaats van dat ze geschoold worden door buitenstaanders. Ik vond dit verhaal interessant, omdat hij scholing niet ziet als iets dat nuttig is voor je arbeidsmarktpositie, maar als een basis om terug te vechten tegen het management.

"Wat ik zie gebeuren, is dat het werk steeds complexer wordt en door het management steeds minder gecontroleerd kan worden. Arbeiders krijgen daarom nieuwe taken en nieuwe verantwoordelijkheden, waarbij het probleem voor het management is dat deze zeer slecht te meten zijn. Overigens is dat ook een probleem voor de vakbond. Oude strategieën om alles maar te willen vastleggen in een cao gaan steeds minder werken. Ik zie niet dat de vakbeweging daar al een antwoord op heeft. Maar de oplossing van het management, de verantwoordelijkheid schuiven naar de arbeider, is tegelijkertijd ook een probleem voor het management. Het nemen van verantwoordelijkheid is niet te meten, werknemers kunnen slecht gecontroleerd worden. Dat verklaart voor mij waarom het management continu bezig is werknemers psychologisch te beïnvloeden.

In het project bij Audi heb ik een systeem voorgesteld waarbij de ene arbeider de andere opleidt. Dat heeft twee kanten. Aan de ene kant is het vanwege de ingewikkeldheid van het productieproces niet meer mogelijk werknemers door een buitenstaander te laten opleiden. En aan de andere kant biedt het elkaar opleiden weer (meer) autonomie aan arbeiders en dat is een basis om terug te vechten.

Natuurlijk, managers zien dat ook, ze zijn niet dom. Sommige managers bij Audi waren dan ook tegen deze methode. Maar tegelijkertijd hebben zij ook geen oplossing voor het probleem dat het management het hele productieproces niet meer kan beheersen. En ze moeten er wel voor zorgen dat zo'n fabriek goed draait, daar zijn ze voor aangenomen. Ze zijn zeer praktisch en zullen dus steeds blijven aarzelen tussen meer verantwoordelijkheid geven en afpakken."

'Social movement unionism'

Internationaal duikt steeds vaker 'social movement unionism' op als perspectief voor een nieuwe beweging. In de praktijk bijvoorbeeld toegepast door de vakbeweging in Zuid Afrika en Brazilië. Maar wat het nu precies inhoudt en in hoeverre het ook in andere landen bruikbaar is, is niet gemakkelijk te beschrijven. Centraal staat dat de vakbeweging de belangen van alle aspecten van het leven van de arbeider probeert te behartigen. De klassieke deling tussen politiek en vakbeweging valt daarmee weg. Verder speelt een rol dat steeds meer arbeiders steeds minder vast verbonden zijn aan één bedrijf. Vakbonden zijn dan soms gedwongen arbeiders te organiseren op plaatselijk niveau. Als voorbeeld wordt daarbij de Canadese bond in de auto-industrie aangehaald.

Deze Canadian Auto Workers (CAW) verbreekt in 1984 de banden met de United Auto Workers (UAW), de bond voor arbeiders in de autoproductie van de VS en Canada. De breuk is het gevolg van een dan al jaren durend conflict over 'concession bargaining': de concessies die bonden in onderhandelingen doen om het bedrijf in stand te houden. De CAW stelt dat zijn kritiek niet zozeer de concessies als zodanig betreft, acties en onderhandelingen kunnen nu eenmaal verloren worden, maar is tegen het idee dat concessies onvermijdelijk zouden zijn vanwege de economische situatie. Bovendien verzet de bond zich er tegen dat bepaalde concessies als innovatieve doorbraken en overwinningen worden voorgesteld, bijvoorbeeld flexibilisering. De CAW probeert een cultuur van strijdvaardigheid op te bouwen en in stand te houden door het behalen van directe, eventueel kleine, overwinningen. Een cultuur die ook aan toekomstige generaties kan worden doorgegeven. In de praktijk is de CAW, gemeten aan de arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld loon, pensioen, vrije dagen) en de organisatiegraad, succesvoller dan de Amerikaanse bond.

Interessant is de manier waarop de CAW met politiek omgaat. Vanouds steunde de bond de sociaal-democratische partij in Canada (NDP). Toen deze begin jaren negentig aan de regeringsmacht kwam, was dat in de ogen van de CAW geen succes. Zo ontnam de NDP in 1993 de ambtenarenbonden het recht over de lonen te onderhandelen. Ook in Canada gaf de sociaal-democratie voorrang aan het wegwerken van tekorten in plaats van de versterking van rechten van arbeiders. In 1994 kwamen de conservatieven weer aan de macht en werden de bezuinigingen verhevigd. Om zich te kunnen verzetten zocht de CAW nieuwe bondgenoten, onder andere bij maatschappelijke bewegingen. Niet met de bedoeling om daar slechts mee samen te werken, maar ook om de problemen die deze organisaties aankaarten tot het probleem van de vakbeweging te maken. De vakbond moet het centrum worden van (alle aspecten) van het leven van de arbeider.

Eén van de activiteiten die hier uit voortvloeide, waren de 'Days of Action'. In verschillende steden werden samen met de bonden van overheidspersoneel en andere maatschappelijke organisaties demonstraties georganiseerd - ook tijdens werktijd - tegen de bezuinigingspolitiek van de regering. Tot nu toe zijn dit de grootste acties in de geschiedenis van die steden.

De resultaten die de CAW boekt, zijn nogal verwarrend. Weliswaar hebben de leden massaal meegedaan aan de acties tegen de regeringspolitiek, maar dat heeft hen er tegelijkertijd niet van weerhouden bij de laatste verkiezingen massaal rechts te stemmen. En dat is voor een regering die de bezuinigingspolitiek wil doorzetten. Daarmee heeft de CAW een groot probleem. De bond ziet immers verzet als de basis voor de ontwikkeling van een politiek bewustzijn. De leiding accepteert deze situatie niet en heeft besloten een jaar uit te trekken om hierover met de leden de discussie aan te gaan.

Strijd voor vakbondsdemocratie

Een kwestie die in Nederland zelden hoog op de agenda staat, is de strijd voor meer democratie in de vakbond. Leden, ook kritische, en bestuurders hebben geen idee hoe de bond (formeel) functioneert, hoe de statuten werken enzovoort. Het interesseert hen ook niet. Dit past prima in het model dat bij ons wordt gepredikt van 'samen komen we er wel uit'. In de VS daarentegen zijn meerdere groepen actief die vakbondsdemocratie als hun centrale strijdpunt zien. Naomi Allen uit New York gaf daarvan een voorbeeld..

"Ik werk bij de ondergrondse in New York als voertuiginspectrice en ben lid van 'local 100' (bedrijfsafdeling) van de International Transport Workers of America. Onze afdeling organiseert de arbeiders bij de ondergrondse en de bussen en heeft 33.000 leden. Sinds 1984 hebben we een georganiseerde groep, 'New Directions', die opkomt voor meer vakbondsdemocratie. Onze groep stelt kandidaten voor het bestuur van de 'local' en voor betaalde functies. In de VS worden alle bestuurders, zowel van de bond als de afdeling, gekozen. Wij bezetten inmiddels twintig van de 46 bestuursposities.

De 'local' sluit ook de cao's af. Wij hebben weten af te dwingen dat de ledenvergaderingen voor de nieuwe cao niet meer per dienst plaatsvinden, maar voor het hele bedrijf. Het gevolg is dat we niet langer met vijftig mensen in een zaaltje zitten en moeten uitleggen hoe we dan actie denken te voeren, maar met vierduizend per ploeg. Dat praat gemakkelijker."

Ailko van der Veen