nr. 93
nov 1999

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

"7th European Work Hazards Conference" - Edinburgh

Arbeidsrisico's, technisch of sociaal probleem?

Het European Work Hazards Network (EWHN) bestaat al weer sinds 1987 ('hazard' staat voor risico of gevaar). In die twaalf jaar is het netwerk behoorlijk uitgegroeid en wordt langzamerhand een factor van betekenis. Omdat het aan belang wint, wordt het EWHN meer en meer gedwongen keuzes te maken. Het komt daarbij voor een aantal dilemma's te staan. Voor een deel oude - alleen uitwisseling van informatie of ook initiatieven tot actie - voor een deel nieuwe dilemma's: een technische koers, bijvoorbeeld gericht op ergonomie, of een politieke koers gericht op machtsverhoudingen in de arbeid.

Het EWHN startte als een kleine groep van Nederlandse, Engelse, Franse en Duitse arbeid(st)ers en academici die discussieerden over de arbeidsomstandigheden in de bedrijven. Mensen uit andere Europese landen sloten zich in de loop der jaren aan. In elk land is tegelijkertijd ook een eigen netwerk ontstaan. Zo'n nationaal netwerk is autonoom en vormt daarmee een belangrijk communicatiemiddel en informatiebron in elk van de landen. Nationale afgevaardigden vormen de Europese stuurgroep, die twee keer per jaar bijeenkomt. Een belangrijke activiteit van het EWHN is de organisatie van een tweejaarlijkse, internationale conferentie. De eerste twee in Straatsburg kenden dertig deelnemers, de laatste jaren ontmoetten ongeveer driehonderd mensen elkaar.

Het EWHN kent geen betaalde functionarissen. De coördinatie is in handen van het land dat de volgende conferentie organiseert. Twee jaar geleden was dat het Nederlandse NetWerk voor Arbeidsomstandigheden, in september 1999 de "Scottish Hazards Campaign Group". In het jaar dat er geen internationale conferentie plaatsvindt, houden de meeste landen een nationale conferentie. In ons land is dat november 2000 in Egmond aan Zee.

Dilemma's

Zoals gezegd, stelt de groei het EWHN voor een aantal dilemma's. Deze zijn van organisatorische, maar ook van inhoudelijke aard. Een drietal voorbeelden.

1. De verleiding om te professionaliseren en de organisatie in handen te geven van een aantal vrijgestelden is erg groot. Tot nu toe is daarvan geen sprake, maar de organisatiedruk wordt groter en daarmee de dreiging van institutionalisering. Dat kan de vrije uitwisseling van informatie en ervaringen in gevaar brengen, ook omdat vakbonden en politieke organisaties langzaam een voet tussen de deur hebben gekregen. Donateurs en sponsoren zijn onmisbaar, maar de keuze van thema's en workshops mag niet bepaald worden door grote organisaties van buitenaf. De discussie moet onafhankelijk en open gevoerd kunnen worden.

2. Een inhoudelijk dilemma kan geïllustreerd worden aan de keuze bij de overal oprukkende 'muisarm' tussen ergonomische verbetering van het toetsenbord en algemene terugdringing van de werkdruk. Beide moeten gebeuren, maar de eerste - correctieve - benadering moet niet de overhand krijgen over de tweede, de preventieve.

3. Een derde dilemma ligt wat ingewikkelder. De gevolgen van het gebruik en de verwijdering van asbest en de toepassing van toxische oplosmiddelen in bijvoorbeeld verven en lijmen hebben zowel een 'gezondheidkundige' als een 'sociale' kant. De neiging bestaat de eerste via een chemische, technische benadering te verzelfstandigen. De sociaal-economische context waarin deze stoffen in de arbeid aangewend worden, raakt zo op de achtergrond. Vergelijkbaar daarmee is de verhouding tussen de harmoniserende Europese wetgeving en de globaliserende productie- en managementtechnieken. Scherp tegenover elkaar gesteld: gaat het om Brussel of verplaatsing van de arbeidsrisico's via uitbesteden?

Edinburgh

Tijdens de workshops en andere bijeenkomsten in Edinburgh waren deze dilemma's terug te vinden. Twee titels van workshops illustreren dat. Meer technisch: "Specifieke risico's tijdens het werk". Meer sociaal: "Organisatie van de werkplek". Ik heb deelgenomen aan een meeting over arbeidsstress en een workshop over nieuwe managementtechnieken. Beide boeiend en interessant, waarbij het opvallend was hoe de ervaringen in de verschillende landen overeenkwamen. De belangrijkste conclusie uit de discussie over de managementtechnieken was dat de vakbonden zich veel meer moeten bezighouden met de organisatie van de arbeid en die niet aan de werkgevers overlaten.

Belangrijk voor het Europese netwerk lijkt mij dat het aanbod van thema's en de vraagstellingen in de discussies zo breed mogelijk blijven, opdat steeds de verbinding gelegd kan worden tussen enerzijds de risico's van en op het werk en anderzijds de wijze waarop het werk georganiseerd wordt in de bedrijven.

Sjarrel Massop
(FNV Bondgenoten)