nr. 92 okt 1999 |
Solidariteit
Strijd om recht en werk in Amsterdamse havenEén van de bondspetten is een hoge hoedDe juridische wereld is wonderlijk. We staan 2 september 1999 met zo'n dertig mensen in de grote hal van het Amsterdams gerechtsgebouw aan de Parnassusweg. Mannen en vrouwen. De koffie kost vijfenveertig cent en er heerst de wat gespannen lacherige sfeer van een examen. 'Het gaat niet door, ze zijn niet komen opdagen.' 'Ze' zijn: de werkgever en zijn advocaat; de tegenpartij. Na enige tijd blijkt dat het juist goed zit. De tegenpartij had een paar dagen eerder via een telefoontje aan de griffier laten weten geen bezwaar te hebben tegen het 'voorlopig getuigenverhoor' waarom advocaat Pim Fischer, namens eenentwintig ontslagen havenarbeiders van de Amsterdamse havenpool, verzocht had. Verzuimd was Pim daarvan op de hoogte te stellen. Voor niks gekomen? Nee, een belangrijke horde was genomen, want de rechter willigde het verzoek in.Wie die werkgever nou precies is, ligt wat ingewikkeld. Is dat het bestuur van de Stichting Personeelsvoorziening Amsterdam-Noordzeekanaalgebied, SPAN, die sinds november 1997 de opvolger is van de Arbeidspool, die weer vanaf april 1995 de opvolger was van de SHB? Bestaat die werkgever nog? Of is dat het bestuur van de opvolger van SPAN, geheten SPANO, de op dit moment Operationele pool? Wild westHoe dan ook, een interessante werkgever. Bij SPAN bestaat het bestuur uit vertegenwoordigers van FNV- en CNV-bonden en Arbeidsvoorziening. Bij SPANO, alleen uit bondsbestuurders. Ingewikkeld blijft het. Bondsbestuurders zijn werkgever, onderhandelingspartij en controleur van de werkgever. Arbeidsvoorziening was belast met het onderzoek wie in de Operationele pool (SPANO) terechtkwam en met de bemiddeling van de 'tweede keus' naar ander werk. Bovendien werd de projectleidster van Arbeidsvoorziening directeur van SPAN, nadat de vorige directeur - een bovenbaas van het uitzendwezen - al na een paar maanden van het toneel verdween. Kortom, veel wisseling en vermenging van posities door mensen die steeds weer een andere pet op hebben. Is het gek dat in de haven nog steeds gesproken wordt van de SHB, die formeel al ruim vier jaar niet bestaat? Is het gek dat de procederende havenarbeiders 'bezwaar aantekenen'? Jarenlang in de haven gewerkt. Dus na een test door Arbeidsvoorziening geschikt bevonden voor werk in de haven. Toch gedegradeerd tot 'tweede keus'. Daarna werd een aantal van hen regelmatig voor werk opgeroepen, dat ze ook daadwerkelijk verricht hebben, en vervolgens kwam het ontslag. Uiteraard zijn ze allemaal fors in inkomen achteruitgegaan en willen ze nou eindelijk wel eens weten met welk arbeidsrecht ze op straat zijn komen te staan. En of dat allemaal nog niet genoeg is, lijken de arbeidsverhoudingen in de haven in het stadium van een 'wild west' beland te zijn. Er wordt 'zwaar doorgestaan', zoals het overwerken van soms een hele dienst - direct aansluitend op de gewone werktijd - genoemd wordt. Lopen er bosjes 'onbevoegden' rond, afkomstig van onduidelijke uitzendbureaus en mistige koppelbazen. En is dientengevolge de druk op de 'eerste keus', de mensen die mochten blijven en in dienst zijn van de Operationele pool, hoog opgelopen. Hare majesteitOm nog even op die wonderlijke, juridische wereld terug te komen. De advocaat van de tegenpartij zegt tegen de collega die met hem in de clinch ligt: 'je hebt geen zaak, ik zou er maar mee ophouden.' Dat klinkt bijna broederlijk, maar in dit concrete geval is er zelfs een kort geding nodig om aan de adressen te komen van de mensen die voor een voorlopig getuigenverhoor worden opgeroepen. En als dan via de rechter die adressen komen, wordt gezegd: 'dat is zwaar overdreven, één getuige is toch genoeg.' Het beargumenteerd verzoek om acht getuigen te horen, wordt belachelijk gevonden. Dan wordt hierover een uitspraak van de kantonrechter gevraagd en blijkt er al een paar dagen een bericht te liggen dat de tegenpartij geen bezwaar heeft. Een spel van aftasten en intimidatie, angst om te verliezen, de hand overspeeld, een uitputtingsslag, onderschatting of gewoon slordige domheid? Wie het weet mag het zeggen. In de hal van het gerechtsgebouw leidde het tot boeiende momenten van directe democratie. Pim Fischer deelt stukken uit, licht de gang van zaken toe, mensen willen het naadje van de kous weten, hij heeft in een gangetje een gesprek met de griffier, doet daar verslag van; de rechter is bereid alles nog eens uit te leggen, dat gebeurt in een zaaltje onder het toeziend oog van hare majesteit, vragen worden gesteld, de rechter geeft heldere antwoorden; iedereen gaat terug naar de hal, in een hoekje opnieuw uitleg en discussie, een stimulerend toespraakje van één van de eenentwintig ontslagenen en afspraken worden gemaakt over het vervolg. Een vertegenwoordiger van de bond was niet te zien, maar dat was dan ook de werkgever. Schending van een akkoordTegen de bond als werkgever zijn principiële bezwaren aan te voeren, maar de bond blijkt deze rol ook niet aan te kunnen. De bestuurders hebben er geen tijd voor en geven toe dat het een zooitje is. Deze openhartigheid was te horen tijdens een succesvol kort geding bij het Amsterdams Kantongerecht dat één van de ontslagen havenarbeiders tegen SPAN had aangespannen over een niet betaald loon (14 september 1999). Bij deze gelegenheid werd via de advocaat van de tegenpartij de visie van de bond over het geheel van de ontslagkwestie duidelijk. "Na langdurig en zeer intensief overleg" was er in november 1997 een akkoord bereikt, volgend op het faillissement van de toenmalige Arbeidspool. Met onder andere de steun van de gemeente Amsterdam, het Gemeentelijk Havenbedrijf en Arbeidsvoorziening was er een unieke constructie uit de bus gekomen, waardoor de "sociale gevolgen voor de werknemers (...), gezien de omstandigheden, op een redelijke manier konden worden opgevangen." Na de constatering dat het geen "succesverhaal" is, maar in ieder geval meer dan een collectief ontslag gevolgd door de WW, is helaas, niet iedereen van SPAN aan werk binnen of buiten de haven geholpen. Volgens bestuurder Heilig, secretaris van het bestuur van SPAN en later SPANO, is het akkoord "tot op de komma uitgevoerd", is "voor het gros van de voormalige havenpoolwerkers" werk gevonden, maar staan er nu helaas een aantal "met de rug tegen de muur" (de Telegraaf, 1 september 1999). Misschien was dat de bedoeling van het 'unieke' akkoord, het klopt echter niet met wat er staat. Gegarandeerd wordt namelijk dat alle werknemers ofwel "uitgestroomd zijn naar een functie binnen of buiten de haven" ofwel "doorstromen" naar de Operationele pool. Dat is dus niet gebeurd. De werkgever schendt derhalve het akkoord, dat hij in de hoedanigheid van vakbond heeft afgesloten en waarvan hij later in dezelfde hoedanigheid de naleving moet controleren. Dit is het poldermodel in zijn uiterste consequenties. En dan is nog geen woord gezegd over de ellende die de eenentwintig achter de rug hebben. 'Tweede keus' door bedrijfsongevallen, geestelijk en lichamelijk ziek, uitgerangeerd, afgeschreven en gesneuveld in een sfeer van voorzichtig gezegd 'vriendjespolitiek'. Maar bereid en in staat heel ver te gaan in hun gevecht om recht, respect en werk. En zo wordt dit juridisch gevecht een beoordeling van de bond als zaakwaarnemende belangenbehartiger en daarmee een bijzonder politiek gevecht. Hans Boot |