nr. 88
jan 1999

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Pool Amsterdamse haven - gesprek met Jan Heilig

"De pool blijft een speerpunt voor de bond"

"Het beste wat er te halen was. Ik zeg niet dat het geweldig is, maar ik zag er geen gulden bij komen. We hadden een paar dagen en nachten dooronderhandeld. Het zat helemaal vast, de hele haven was plat gegaan, alles was uit de kast gehaald. Tot het laatste moment was er geld tekort. Ik dacht echt: het is op, alle potjes waren omgekeerd. Toen kwam het gebaar van de Rotterdamse werkgevers en lag er twee miljoen."

De terugblik van Jan Heilig over de laatste fase van de onderhandelingen, en de reddende engelen, die 18 november 1997 na het faillissement tot het akkoord leidden over de 'afgeslankte doorstart' van de Amsterdamse havenpool. Jan was in die tijd districtshoofd van de Vervoersbond FNV in Amsterdam. Nu is hij landelijk bestuurder voor het wegvervoer bij FNV Bondgenoten.

In Solidariteit is veel geschreven over de afbraak van deze, lange tijd, unieke arbeidsvoorziening en de strijd voor het behoud ervan. We beschouwen na met de eerste onderhandelaar en nemen de huidige stand van zaken op.

Geen onderhandelingstraject

Behalve een reeks van acties was aan dat slot van de onderhandelingen meer voorafgegaan. Ab de Wildt, voorzitter ondernemingsraad, was uit de delegatie gestapt; hij had kritiek op de dreigende 'ww-pool'. Tom Koningh, verantwoordelijk bestuurder, had zich ziek gemeld en werd vervangen door Jan Heilig.

Jan: "Ik ben er vrij plotseling ingestapt, kort voor het akkoord, en mij viel op dat er geen perspectief was bij al die acties. Er waren algemene verlangens als 'geen gedwongen ontslagen' en 'samen met de Rotterdamse pool', maar het onderhandelingstraject was mij niet duidelijk. Wat wilden we met die acties binnenhalen, waar werd naar toegewerkt? Ik werd erin geschoven, toen Tom zich ziek meldde na een pittig 'collegiaal gesprek' met het bondsbestuur, waar ik overigens niet bij ben geweest."

Omdat Jan bestreed dat Tom eerst het woordvoerderschap naar de pers ontnomen was, heb ik Tom even gebeld. Hij bevestigde wat ik daarover in de kranten had gelezen. Ook in een motie van 25 kaderleden, werkzaam in de Amsterdamse haven, werd geëist dat Koningh het woordvoerderschap naar de pers terugkreeg. Bovendien spraken zij hun "volste vertrouwen" in hem uit.

"In die patstelling, waarmee ik begon", gaat Jan verder, "kwam Kamps van Arbeidsvoorziening met een ideetje. Een denkrichting die perspectief bood op concrete onderhandelingen. Hij legde geen harde guldens op tafel, maar wel een forse inspanningsverplichting - testen en scholing - voor een verantwoord sociaal plan. En dat is later geheel waargemaakt."

Stichtingsbestuur

Dat ideetje van Kamps was al eerder geopperd door een onderzoeksbureau, maar afgewezen. In het uiteindelijke akkoord komt het kort samengevat hier op neer. Iedereen krijgt een dienstverband van een half jaar met "leer- en werkmomenten". Bestaande uit gemiddeld drie dagen per week een oriëntatie op de arbeidsmarkt (tests, korte opleiding) en twee dagen beschikbaarheid voor werk. Het inkomen wordt aangevuld tot 100 procent van het laatst verdiende schemasalaris. Na dat half jaar volgt een splitsing in een opleidingspool en een operationele pool. Deze fase duurt één jaar, tot 17 juni 1999.

De opleidingspool (Stichting Personeelsvoorziening Amsterdam Noordzeekanaalgebied, SPAN) met drie dagen scholing en twee dagen werk, leidt tot kwalificaties voor werk binnen en buiten de haven; loongarantie van minimaal 80 procent. Na dat jaar eindigt het sociaal plan.

De operationele pool (SPANO) geeft een vast dienstverband van drie dagen en levert flexibele arbeid aan de havenbedrijven. De omvang van de werkzaamheden en de aan de bedrijven gerekende tarieven zijn bepalend voor de inkomens. Bij geen werk, gelden de WW-rechten.

Om dit alles mogelijk te maken hebben de werkgevers in de verschillende fasen een bepaalde hoeveelheid diensten gegarandeerd. In het bestuur van de stichting wensten ze echter geen zitting te nemen. Voor het eerste halfjaar en SPAN bestaat dat uit bondsbestuurders en vertegenwoordigers van Arbeidsvoorziening. Voor SPANO (operationele pool) alleen uit bondsbestuurders.

Jan, over die positie in het stichtingsbestuur: "Het was een noodgreep. We hebben de verantwoordelijkheid genomen het sociaal plan van SPAN tot een goed einde te brengen: alle overtalligen naar een andere baan begeleiden. Maar het is niet ons vak, we willen er zo snel mogelijk vanaf, het moet weer helder worden. SPAN eindigt komende juni en SPANO hopen we dit jaar nog ergens anders onder te brengen. Daarbij heeft de Rotterdamse pool onze grootste voorkeur. Er zijn andere gegadigden, maar iedereen schrikt van het probleem SPAN dat eraan hangt. Als bond zijn we al lange tijd van mening dat er een landelijke pool voor de twee grootste havens moet komen. Bij het akkoord lukte niet, maar nu liggen de kansen beter. SPANO wordt dan een filiaal van de Rotterdamse pool."

Bedrijfseconomie

Hoe is de situatie nu en waar zijn de oorspronkelijke 315 mensen van de Arbeidspool terechtgekomen?

Jan: "Ongeveer zestig mensen hebben op eigen kracht een andere baan gevonden. Zo'n tien in de Amsterdamse haven, een paar in Rotterdam en de rest elders. De laatste groep heeft wat inkomen betreft een veer moeten laten, de arbeidsvoorwaarden in de haven zijn goed.

In SPAN zijn we met rond de 150 begonnen, eind december waren dat er 93. Ze worden actief bemiddeld, vlot naar school gestuurd, wat dat betreft liggen we op schema. Tot september 1998 hebben we de aanvulling tot 100 procent kunnen volhouden. Werk je bijvoorbeeld twee dagen, krijg je voor drie dagen WW (70 procent) en kom je uit op 82 procent. Omdat de door de werkgevers gegarandeerde diensten niet gehaald werden, we bij de rechter een zaak verloren over de hoeveelheid geleverde diensten en de werkgevers zeer veel problemen maakten bij het nakomen van hun financiële beloften, zijn we op een ander schema overgestapt. Anders waren we failliet gegaan. Drie dagen WW en twee dagen werk zijn omgezet in vier dagen WW en één dag werk, met de garantie van 80 procent. Zo'n twintig mensen worden regelmatig voor één dag werk ingezet, de rest heeft bijna nooit werk.

In de operationele pool zitten 110 mensen met een dienstverband van drie dagen. Is er op die andere dagen geen werk, volgt WW, dus komen ze op een garantie van 88 procent: drie maal 100, plus twee maal 70 procent van het schemasalaris. Heel belangrijk is de levering aan de Rotterdamse pool, ook omdat de tarieven daar hoger zijn. Het is voortdurend een bedrijfsvoering van wikken en wegen. In december zijn vier mensen vanuit de opleidingspool doorgestroomd. Maar we zijn een dienstverlenend bedrijf, moeten dus geen 'nee' verkopen. Breiden we uit en worden die drie dagen werk niet gehaald, is er dus te veel leegloop, dan houd je het bedrijfseconomisch niet vol. Toch moet het in de toekomst mogelijk zijn gefaseerd naar een dienstverband van vijf dagen te gaan. Daarbij acht ik een omvang van 115 mensen haalbaar."

Potverteren

Het unieke van de pool, leegloop is een ondernemersrisico en wordt voor honderd procent uitbetaald, is dus verdwenen.

Jan: "Maar daar moeten we wel weer naar toe. Dat is een kwestie van de tarieven die de werkgevers betalen. Daarin moet de leegloop, die zo klein mogelijk moet worden gehouden, omgeslagen worden. Daarover gaan we gesprekken voeren. Bovendien werken we aan een situatie dat de pieken en dalen in het havenwerk gedempt worden door inkomsten uit ander werk. Dat gaat met kleine stappen. We moeten die werkgevers er van overtuigen dat onze mensen de hogere tarieven dan die van de uitzendbureaus door hun kwaliteit waard zijn. En dat is een wat langer proces."

Terecht wijst Jan erop dat de toenmalige minster Melkert met ingang van 1996 een einde gemaakt heeft aan de zogenaamde Havenbijdrageregeling. Daarmee werd uit het Algemeen Werkloosheidsfonds zo'n 45 procent van de leegloop gefinancierd. Om de ombouw naar een zelfstandige, marktconforme pool mogelijk te maken, stelde Melkert 24,1 miljoen gulden beschikbaar. Maar die is helaas voor een groot deel gebruikt om de werkgevers te paaien met kortingen op de tarieven. Jan: "De tarieven waren volledig naar z'n mallemoer geholpen. Met het geld van Melkert is Sinterklaas gespeeld, het is overgeheveld naar werkgevers. Ook als ze al jaren in het bestand zaten, kregen ze korting. Duidelijk een geval van fraude." Was dat geen reden om naar de rechter te gaan, de cijfers waren in februari bekend en het faillissement kwam in augustus, of waren de werkgevers gewoon handig? "Dat was niet meer interessant, de toko was failliet. Het was gewoon potverteren."

Hoeveelheid werk

Door de 'verbulking' van de cacao (niet meer in balen, maar in bulk in het ruim gestort) is het traditionele stukgoed aan het verdwijnen. De daarmee samenhangende 'containerisatie' versterkt dat. Maar ook tijdens de acties heeft het Gemeentelijk Havenbedrijf duizenden banen in het Westelijk Havengebied aangekondigd. Zo kon, tegen het verzet van Ruigoord in, begonnen worden met de aanleg van de Afrikahaven. "Dat is toekomstfietserij", verzekert Jan. "Het zal leiden tot een volledig overcompleet aan kadeterrein. Nieuw havenwerk zal er niet van komen, wel een enorme infrastructuur voor distributie- en expeditiewerk. Dat betekent slecht betaald loodswerk, met hier en daar een cao-tje. Met de arbeidsvoorwaarden van de haven zijn we daar nooit binnengekomen en dat zie ik ook in de toekomst niet gebeuren.

Nieuw havenwerk valt er niet te verwachten. In het eerste halfjaar na het akkoord hadden de werkgevers 17.500 diensten gegarandeerd; we zijn blijven steken op ongeveer 13.000. Voor het verschil moesten ze betalen, maar pas in december kregen we de 437.500 gulden waar we recht op hadden. Van juni 1998 tot juni 1999 zijn 20.000 diensten gegarandeerd, deze worden waarschijnlijk net gehaald."

Supraflexibiliteit

Met de uitkleding van de havenpool lijken de werkgevers te koersen op de omslag van de onafhankelijke en strijdbare havenarbeiders naar nieuwe, supraflexibele havenwerknemers. Wanneer we de selectiecriteria lezen die gebruikt zijn bij de opsplitsing in de twee pools, is dat kennelijk gedoogd door het bestuur van de pool. Gesproken wordt van: een loyale opstelling, een attitude van gestaag willen aanpoten, geen geruzie met 'derden' of voortijdig verlaten van het werk en de bereidheid tot overwerk. Jan vindt dat inderdaad nogal "klef, ze zijn afkomstig van de inmiddels vertrokken interim-manager van Vedior. Wij hebben alleen maar gekeken naar een goede leeftijdsverdeling en of er mensen met een beperking, gedeeltelijk in de WAO, bij waren. En dat zat goed. Die solidariteit zie ik overigens niet verdwijnen. Ook niet bij de mensen van de vaste bedrijven. Die zien verdomd goed in dat vervanging van de poolarbeiders door goedkope uizendkrachten ook hun positie onderuithaalt. Maar vergeet niet, de mensen hebben een traumatische ervaring opgedaan en het is nog steeds erop of eronder. Ze kiezen voor de continuïteit van hun werk, dat - en daar maak ook ik me zorgen over - zeer flexibel is geworden. En wat die werkgevers betreft, ze lieten de Arbeidspool graag failliet gaan. Ze hebben er alles aan gedaan om met de terugtrekking van de overheid de vakbondsmacht in de pools uit elkaar te schoffelen. We hebben dat niet tegen kunnen houden, maar voor de bond blijft de pool een speerpunt."

Terugkijkend op het open en prettig verlopen gesprek, vraag ik me toch af wat het succes is geweest van het traject van onderhandelen. Zo is de gemeente Amsterdam aardig buiten schot gebleven. Er werd van gesproken dat vijftien miljoen gehaald zou worden, veel meer dan een achtergestelde lening van één miljoen is het niet geworden. Dat door de acties, zowel in Rotterdam als Amsterdam en ook nog gezamenlijk, de druk op de werkgevers groot was, blijkt wel uit de afkoopsom van de Rotterdamse werkgevers. In Amsterdam werd het rustig, daarna konden zij zich concentreren op de Rotterdamse pool waar de flexibele inzetbaarheid zeer hoog is opgevoerd.

Hans Boot