nr. 86
sep 1998

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Privatisering - sociale zekerheid

Slecht akkoord na goed gesprek

Om haar - sinds de parlementaire enquête Buurmeijer toch al verzwakte - positie veilig te stellen, heeft de vakbweging een akkoord gesloten met de werkgevers over de verdere privatisering van de uitvoering van de sociale zekerheid. Met de werkgevers bleek zij beter zaken te kunnen doen dan met de kabinetsinformateurs. Er liggen nu twee modellen voor privatisering op tafel: één van de Stichting van de Arbeid (en van de SER) en één van het nieuwe kabinet. Beide gaan uit van privatisering, maar ze vertonen onderling grote verschillen. De vraag is in wiens belang deze privatisering is. In elk geval niet in dat van de uitkeringsgerechtigde.

De nieuwe fraktievoorzitter van de PvdA, Melkert, vindt het regeerakkoord van Paars II "sterk sociaal". Waar dat uit blijkt, is een raadsel. Het is zeer gedetailleerd, maar geeft geen antwoord op de grote maatschappelijke vraagstukken zoals de groeiende sociale tweedeling op terreinen als inkomen en vermogen, toegang tot de zorg, onderwijs, huisvesting en openbaar vervoer. Zelfs het woord armoedebeleid ontbreekt. Het bevat geen plannen om de inkomensverschillen aan te pakken, of het minimumloon en de uitkeringen struktureel te verhogen. Sterker nog, de paarse partijen willen opnieuw de lonen matigen; ze gaan uit van een loonstijging van 1,55 procent.

Het neoliberale denken van de VVD, inklusief het marktfundamentalisme, blijft de boventoon voeren. Dat blijkt al meteen op het terrein van de sociale zekerheid. Daar moet voor één miljard gulden bezuinigd worden. De helft ervan, 500 miljoen, moet komen uit het plan om de uitvoering van de sociale zekerheid te privatiseren.

Hogere kosten

Nu hebben we al de nodige - slechte - ervaringen met privatisering op het terrein van de sociale zekerheid. Bij de Ziektewet (sinds 1 maart 1996) zien we:

· selektie op gezondheid en leeftijd door werkgevers bij het aannemen van werknemers,

· dreigen met ontslag en zelfs ontslaan van werknemers als ze teveel ziek zijn,

· arbo-artsen die hun oren meer laten hangen naar de werkgevers door wie ze zijn ingehuurd, dan naar de werknemers.

Privatisering blijkt in de praktijk ook veel duurder te zijn. De kosten van de herverzekering van het WAO-gat zijn volgens berekeningen van de FNV een half miljard gulden hoger dan voor de ingreep in de WAO van 1993. De kosten van de - geprivatiseerde - arbodiensten liggen in 1997 een half miljard gulden hoger dan geraamd. De verwijdering van de tandzorg uit het ziekenfonds leidt eveneens tot hogere kosten. In het algemeen heeft privatisering tot nu toe nergens tot aanwijsbare voordelen geleid (onderzoek Ter Bogt). En toch moet volgens Paars II de uitvoering van de sociale zekerheid worden geprivatiseerd. Voor de VVD is de markt heilig, ook in de sociale zekerheid; voor de PvdA intussen ook.

Plotselinge draai

Terecht riep FNV-voorzitter Lodewijk de Waal enkele maanden geleden na het bekend worden van de eerste resultaten van de FNV-klachtenlijn over het funktioneren van de arbo-artsen: "Stop de privatisering". Volgens De Waal moesten we eerst maar eens goed nadenken alvorens verder te gaan met privatiseren. "We zijn", zo voegde hij eraan toe, "voor minder naar het Malieveld gegaan". Agnes Jongerius, verantwoordelijk FNV-bestuurder, liet in diezelfde tijd weten dat de FNV "huiverig staat tegenover privatisering van de sociale zekerheid".

Kort daarop komt diezelfde FNV plotseling tot een akkoord met de werkgevers. Iedereen die zich wil bezighouden met de uitvoering van de sociale zekerheid moet dat kunnen. Alleen de belangrijkste beslissingen, zoals keuringen en toekenning van het recht op uitkering, moeten ondergebracht worden in een apart onderdeel van het betreffende bedrijf dat geen winst mag maken.

Vanwaar die plotselinge draai? De FNV was toch tegen privatisering? Op de vele FNV-bijeenkomsten die ik begin dit jaar - van Zuid-Laren tot Weert - bezocht, is mij één ding heel duidelijk geworden: vakbondsleden zijn bezorgd over de ingrepen in de sociale zekerheid, in het bijzonder de privatisering van de Ziektewet. Zij moeten zich verkocht voelen door dit akkoord. Maar hen is niet eens iets gevraagd, hoogstens achteraf. Volgens De Waal was die draai noodzakelijk, omdat het nieuwe kabinet de vakbeweging buiten spel dreigde te zetten. Jongerius vindt het belangrijkste voordeel van dit akkoord dat de vakbeweging samen met de werkgevers bij CAO (of als er geen CAO geldt de ondernemingsraad) bepaalt wie belast zal worden met de uitvoering van de WW en de WAO. Bevalt het niet, gaan we zo naar een ander, aldus Jongerius. Gewoon een kontrakt opzeggen.

Vier bezwaren

Wat valt er nu in te brengen tegen dit plan van de werkgevers- en werknemersorganisaties?

1. Uitvoering van de WW en WAO door een partikulier bedrijf bevat het risiko dat kommerciële belangen (zo laag mogelijke kosten) zwaarder wegen dan de kwaliteit van de uitvoering van de wetten. De ervaringen met het slecht funktioneren van de arbodiensten en de arbo-artsen spreken in dit verband boekdelen.

2. De druk op uitvoeringsinstellingen om de gegevens van werknemers voor kommerciële doeleinden aan anderen ter hand te stellen, wordt nog groter dan nu al het geval is. Zeker wanneer die uitvoeringsinstelling onderdeel vormt van een ingewikkeld konglomeraat. Zoals bekend zijn alle huidige uitvoeringinstellingen reeds onderdeel van holdings die op hun beurt weer samengegaan zijn of samenwerken met grote ondernemingen, zoals Rabobank/Interpolis, ING en Achmea. Het zijn juist deze bedrijven die zitten te azen op die gegevens.

3. Het toezicht op de uitvoering van de sociale wetten wordt nog moeilijker dan het nu al is. Het CTSV en de Algemene Rekenkamer zeggen dat effektieve kontrole op dit moment al erg bemoeilijkt wordt door de ingewikkelde struktuur van de konglomeraten waarvan de betreffende uivoeringsinstelling onderdeel is.

4. Het is een illusie te denken dat een bedrijf in de toekomst zomaar van de ene uitvoeringsinstelling naar de andere kan 'hoppen'. Alleen al de oprichting kost 80 tot 100 miljoen gulden. De huidige uitvoeringsinstellingen hebben hun kennis over de sociale wetten opgebouwd in een lange reeks van jaren. Het is uitgesloten dat een bedrijf dat nu is aangesloten bijvoorbeeld bij het Sociaal Fonds voor de Bouwnijverheid, zomaar kan overstappen naar een andere uitvoeringsinstelling. Die heeft namelijk nul komma nul kennis van de finesses van de uitvoering van de sociale wetten in de bouw.

Solidariteit opgeofferd

In ruil voor een "goed gesprek" met de werkgevers (Het Financieele Dagblad, 10-06-1998) over de keuze van het bedrijf dat de uitvoering mag doen, heeft de vakbeweging deze verkwanseld aan de markt. We hebben het nog steeds over de sociale zekerheidswetten, waarvan het wezenskenmerk de solidariteit is. Die solidariteit wordt zo opgeofferd aan de eigen belangen van een partikulier bedrijf. De vakbeweging heeft dan ook heel wat uit te leggen aan haar leden.

Is het plan van het nieuwe kabinet dan beter? Nee, daar gelden dezelfde bezwaren. Ook hier privatisering van de uitvoering van WW en WAO. De vaststelling van het recht op uitkering en de (her)keuringen worden ondergebracht in een onafhankelijk publiek overheidsorgaan. Dat moeten de Centra voor Werk en Inkomen (CWI) worden. De uitvoering van de sociale wetten wordt daarmee nog ingewikkelder. Het kabinet wil op die manier de belangrijkste beslissingen weghalen uit de sfeer van de belanghebbenden, met name de uitvoeringsinstellingen. Nu moeten juist die instellingen in de CWI samenwerken met de gemeenten en Arbeidsvoorziening. Ze maken daar dus deel van uit. Het kabinetsvoorstel is hiermee in strijd. Daarnaast is het de vraag of het wel ooit wat wordt met die CWI's. Op dit moment funktioneert er nog maar één. Op vijftig plekken probeert men iets van de grond te krijgen. En uiteindelijk, eind dit jaar, moeten er zo'n 230 zijn. Dat schiet dus lekker op.

Winst uit bijstand

Het probleem van de privatisering speelt ook bij de uitvoering van de Bijstandswet. Die mag van de vorige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Melkert, worden 'uitbesteed'.

De gemeente Assen doet dit al, Amsterdam wil per 1 januari 1999 de uitvoering van de Bijstandswet overdragen aan NV Werk en Maatwerk. Dit bedrijf gaat proberen een geselekteerde groep bijstandsgerechtigden binnen de kortste keren uit de uitkering en naar een baan te krijgen. Naar het voorbeeld van de amerikaanse staat Wisconsin krijgt bedoelde NV de bijstandsuitkering over een bepaalde periode, bijvoorbeeld vijf jaar, in handen. Stroomt iemand na één jaar uit naar een baan, dan mag de NV de uitkering over de resterende vier jaar als winst behouden. Let wel: we praten hier over gemeenschapsgeld. Een bedrijf mag dat zomaar opstrijken?

Buiten de Kamer

Van de voorgenomen privatisering wordt er maar één de dupe, dat is de uitkeringsgerechtigde. Die moet met alle geweld uitstromen. Maakt niet uit naar wat voor baan. Doet hij/zij dat niet, dan kan een flinke sanktie volgen. Voor de SP is de oplossing geen privatisering van de uitvoering en geen konkurrentie per 2001. En kijken hoe de tekortkomingen van het huidige systeem kunnen worden gerepareerd. Dat hoeft voor niemand een probleem te zijn. De sociale verzekeringsmarkt is immers al opgedeeld tussen de potentiële kandidaten. Konkurrentie is daarmee volkomen denkbeeldig geworden. De huidige uitvoeringsinstellingen weten vervolgens waar ze aan toe zijn, hetgeen vooral voor de mensen die er werken een hele opluchting zal zijn. Hun baan staat niet langer op het spel. De instellingen kunnen zich tenslotte toeleggen op de taak die ze hebben, te weten het verzorgen van de uitkering en het stimuleren van de uitstroom naar de arbeidsmarkt van degenen die met de WW en de WAO te maken krijgen. Dat zal de kwaliteit van hun werk zeer ten goede komen.

De SP vindt het de hoogste tijd dat er een fundamenteel debat komt over de toekomst van de sociale zekerheid en de meest wenselijke vorm van de uitvoering daarvan. Dat lijkt uitgesloten nu het voorstel in het regeerakkoord gesteund wordt door PvdA, VVD en D66. De niet-koalitiepartijen trekken daarmee aan het kortste eind. Bovendien is de oppositie nu al verdeeld. Het CDA is vóór privatisering, maar voelt meer voor het model van de werkgevers- en werknemersorganisaties. Onze hoop is gevestigd op de mensen buiten de Kamer die straks te maken zullen krijgen met die geprivatiseerde uitvoering van de sociale zekerheid. Dat zij het niet zullen pikken.

Jan de Wit
(lid Tweede Kamer voor de Socialistische Partij)