nr. 86 sep 1998 |
Solidariteit
Amsterdamse Havenpool - ontslagen een feitArtsen tevreden, patiënt stervendDe herstrukturering van de arbeidspool in de amsterdamse haven is hard gegaan de laatste jaren. Van 530 in 1986, via 400 in 1995, naar 110 havenwerkers in 1998. De overslag daarentegen steeg van 28 miljoen ton in 1990 tot 37 miljoen in 1998. Goede zaken voor het Gemeentelijk Havenbedrijf: een opstapelende winst van ongeveer 200 miljoen gulden. Vele jaren hebben de gezamenlijke havenarbeiders, met en zonder de bond, geknokt voor een goede cao. Nu is de finale aanval ingezet op alle verworvenheden. 17 Juni 1998 liepen de arbeidskontrakten af en zou de toekomst van de pool duidelijk worden. Wie mocht waarom blijven?De arbeidspool heet inmiddels Stichting Personeelsvoorziening Amsterdam Noordzeekanaalgebied. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van FNV Bondgenoten (2), CNV Bedrijvenbond (1) en Arbeidsbureau (2). Half juni zou dit bestuur bekendmaken hoe de pool verderging. De havenarbeiders tastten geheel in het duister. Hun vertegenwoordigers, kaderleden en OR, werden buiten de brainstorming en de besluitvorming over de toekomst gehouden. RadiostilteIedereen hield zijn brievenbus rond D-day goed in de gaten. Tevergeefs. De radiostilte was perfekt georganiseerd. Pas de bewuste ochtend vroeg, na een oproep aanwezig te zijn, werd in de hal van de pool een lijst opgehangen van mensen die mochten 'blijven'. Degenen die niet aanwezig konden zijn, moesten nog twee weken wachten tot de nieuwe arbeidsovereenkomsten op de mat vielen. Na aandachtig doorlezen werd duidelijk tot welke groep ze behoorden. De mensen van de pool, voor 85 procent georganiseerd in FNV Bondgenoten, hadden hoge verwachtingen van hun vertegenwoordigers in het bestuur. Dezen schitterden door afwezigheid. Hoewel 17 juni reeds lang van tevoren vaststond, was de één op vakantie, de ander had autopech; laat in de middag kwam hij zijn opwachting maken. Schijn bedriegtFNV Magazine jubelde over het resultaat: dankzij de inspanning van de bond was de pool gered. En de betrokken 350 havenwerkers? Laten we deze juichstemming eens op zijn merites beoordelen, of zoals bestuurders dat zo graag zeggen: laten we met beide benen op de grond de realiteit bekijken. Met een oproepkontrakt van drie dagen in de week mogen 110 havenwerkers blijven. De rest wordt via de achterdeur afgevoerd met niet meer dan een oproepkontrakt voor één dag in de week, plus verplichte (om)scholing voor werk elders. Even een rekensom. Uitgaande van een vijfdaagse werkweek betekent het aantal van 110 bij drie dagen in de week: 66 mensen, bij een vierdaagse werkweek: 82. Kortom, een mager resultaat en een sociaal plan dat ontdaan wordt van de gesuggereerde gouden rand. Over blijft de belofte dat iedereen goed terecht moet komen. Degenen die vrijwillig ontslag nemen, krijgen gedurende één jaar een aanvulling van maximaal duizend gulden per maand op het verschil tussen het oude en nieuwe salaris; het recht op (om)scholing zijn ze dan wel kwijt. GeneutraliseerdTweederde van het personeel is door het stichtingsbestuur geloosd. Volgens welke selektiekriteria? Citaat: "De gehanteerde niet limitatieve factoren zijn de navolgende: * leeftijdsopbouw, * pendelaars en Amsterdammers, * voorkeur klanten, * opstelling (loyaal naar de onderneming), * instelling (gestaag willen aanpoten, geen schades veroorzaken, geen geruzie met derden tijdens het werk, voortijdig het werk verlaten etc.), * attitude, * teamgeest, * relatie met de collega's, * de wil vrijwillig te willen werken [= bereidheid tot overwerk], * medewerkers met een beperking niet op voorhand uitsluiten." De 'oude' havenarbeider, die stond voor vaste arbeidsplaatsen, vakorganisatie, solidariteit, strijd en geen konkurrentie over arbeidsvoorwaarden, moet dus vervangen worden door een nieuw soort dat aan deze selektiekriteria voldoet. Dat wil zeggen, gekneed naar het model van het neoliberale gedachtegoed. We zien dat in Amsterdam en Rotterdam, maar ook wereldwijd (Liverpool, Australië enzovoort). De instemming van de bond doet vermoeden dat deze geneutraliseerde havenarbeider goed past in het profiel van het nieuwe vakbondslid. Gemiste kansVoor dat vermoeden is alle reden, als we de periode na het met een benauwde meerderheid behaalde akkoord van december 1997 in ogenschouw nemen. De inkt was nauwelijks droog of de werkgevers begonnen al weer te sputteren. Ze kwamen de financiële garantstelling van afname van 17.500 diensten niet na (dankzij 'vreemde inhuur'). Een konflikt dreigde. De vakbondsleiding stapte naar de rechter. Deze vond het een slecht akkoord met te veel onduidelijkheden. Daarom volgde hij de redenatie van de werkgevers, die zo met de schrik vrijkwamen en slechts een schijntje hoefden te vergoeden. Leden waren niet voorgelicht en gemobiliseerd. Vertrouwen in de kracht van de bond bestond kennelijk niet meer. De rechter bleek geen bondgenoot. Een gemiste kans. BedanktDirekteur Bosschieter (afkomstig uit het uitzendwezen) licht het businessplan en zijn vertrek toe in een brief aan de ondernemingsraad (14 juni 1998). "Gestoeld op de uitgangspunten van een vrije markteconomie heeft de pool bestaansrecht. (...) Met het merendeel van de inhoud van het plan kan het bestuur zich akkoord verklaren, doch acht het tijdstip van uitvoering te vroeg." De direkteur bedankt de ondernemingsraad voor zijn konstruktieve bijdrage en eindigt met "een welgemeend advies. (...) Houdt jullie hoofd koel en laat je niet overmannen door emoties en destructieve acties. (...) de oplossing komt, mits jullie met z'n allen er alles aan doen om 'rotzooi' te voorkomen." Ab de Wildt |