nr. 85
juni 1998

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Verborgen of vergeten geschiedenis - de ware Colijn

Wandaden van een anti-revolutionaire houwdegen

Anti-militairistiese en anti-kolonialistiese opvattingen en gevoelens zullen in de vroege socialistiese beweging in Nederland zeker zijn verscherpt door de Atjeh-oorlog in het laatste kwart van de negentiende en het eerste decennium van de twintigste eeuw.

Zij die de vier jaar geleden uitgeven bundel Colijn. Bouwstenen voor een biografie hebben gelezen, zullen niet zijn verrast (maar mogelijk nog wel wat extra opgeschrikt) door de recente onthullingen van Herman Langeveld over de wandaden van de jonge officier H. Colijn in Indië.

G.R. Zonderveld voert in zijn bijdrage aan de bundel uit 1994 allerlei militairen ten tonele die zich aan oorlogsmisdaden hebben schuldig gemaakt. Aan het eind van zijn verhaal konkludeerde hij al over Colijn: "Het laten neerschieten van vrouwen en kinderen en het opsluiten van gevangenen in kooien achtte hij een geoorloofd oorlogsmiddel, hoewel dat ook toen in strijd was met het oorlogsrecht. Humaan oorlogvoeren bestond immers niet in zijn ogen."

Geen genade

De lezer die tegen beter weten in nog probeerde te geloven in de respektabiliteit van de latere staatsman, zal geschokt gereageerd hebben op de nieuwste publikatie. Voor het eerst wordt geciteerd uit brieven van Colijn aan zijn vrouw. Hij schrijft doodgemoedereerd over zijn bijdrage aan en verantwoordelijkheid voor moordpartijen op willoze slachtoffers, vrouwen met hun babies. Bij de verovering van Tjakra Negara werd huis na huis ingenomen. De vrouwen vochten soms zelfs nog met hun kind aan de hand tegen de indringers. "Ik heb er een gezien die, met een kind van ongeveer 1/2 jaar op den linkerarm, en een lange lans in de rechterhand op ons aanstormde. Een kogel van ons doodde moeder en kind." En Colijn vervolgt: "We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten en ze zoo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar 't kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten. 't Was een verschrikkelijk werk. Ik zal er maar over eindigen."

Gruwelijheden

Soms wordt de indruk gewekt dat rondom de Atjeh-oorlog nieuwsfeiten voor het eerst na bijna een eeuw boven tafel komen. Niets is minder waar. Uit de hiervoor aangehaalde studies blijkt dat wandaden, zoals van Colijn, ook destijds niet onomstreden waren. De meest toegankelijke bronnen zijn gewoon de Handelingen van de Tweede Kamer. Een zekere majoor Van Daalen trok in 1904 vlak voor Colijn door de Gajo- en Atlaslanden. Zonderveld schrijft daarover dat Van Daalen op een verschrikkelijke manier had huisgehouden bij de onderwerping van deze gebieden en hele landstreken had uitgemoord. In de Tweede Kamer was hierop scherpe kritiek geuit door de katholieke Victor de Stuers die Van Daalen vergeleek met Dzengis Khan. Hij kreeg daarbij steun van de liberale kolonel L.W.J.K. Thomson, die zelf in Atjeh was geweest, en van de leider der sociaal-demokraten P.J. Troelstra. We slaan de Handelingen er eens op na. De sociaal-demokraat Van Kol had vijftien jaar als planter in Indië gewerkt. Hij kende de verhoudingen daar en had zijn informatiebronnen, die hij 27 september 1904 citeerde: "De troep heeft dien langen weg afgelegd, die ik op deze kaart heb aangeteekend, al brandend en doolend; laat ik zeggen, dat langs de lijn, die ik op de kaart trok een bloedstroom heeft gevloeid. Wat al dooden toch zijn er in die enkele weken gevallen! Volgens officieele gegevens heeft die tocht 3420 slachtoffers gekost en daaronder 784 vrouwen en kinderen. Dat zijn de officieele gegevens, maar in werkelijkheid is dat getal veel grooter."

De details zijn het gruwelijkst, maar het is allemaal letterlijk uitgesproken in de Tweede Kamer. Van Kol: "Een andere man had, in zijn doodsangst over de aangepunte pagger willen springen, zichzelf gespietst. Zijn lijk hing aan de bamboes, het hoofd achterover, beenen krom getrokken; in de houding van zijn radelooze vlucht vond hij den dood. (...) Een kind van een jaar of twee met een dik buikje liep lachende rond om zijn grootmoeder, die niet meer voort kon. Een zwaar gewonde vrouw zwaaide nog met een sabel en riep ons toe, haar te dooden. Verschrikkelijk tooneel! Honden hadden sommige lijken al afgekloven, kippen pikten in het geronnen bloed der wonden ... en overal lagen lijken: achter den wal, bij de poorten, onder de huizen, in de kuilen, bij de rijstschuren, overal vond men doode menschen."

Van Kol beschrijft de feiten over "bloed, lijken en wreedheid" van slachtingen bij andere overrompelingen. Ik zal u dat besparen. Hij probeerde de regering ervan te doordringen dat daar volkenrechtelijk een misdaad was gepleegd, een misdaad tegenover de humaniteit. Hij klaagt de regering aan die de Gajoes verwijt een enkele karbouw of een enkel paard te roven, terwijl wij daar zelf honderden miljoenen gouds aan de Javaan hebben ontroofd.

Gehaat

Hendrik Colijn - de boerenzoon uit de Haarlemmermeer - was intelligent, mateloos ambitieus, veelzijdig, autoritair. De eerste veertig jaar van deze eeuw heeft hij in uiteenlopende funkties en hoedanigheden een stempel gedrukt op politiek en sociaal-ekonomies Nederland. Direkteur van Shell. Leider van diverse kabinetten, van 1933 tot 1937 gekombineerd met het ministerschap op Koloniën. We wisten van hem dat hij met een torpedo muitende matrozen naar de bodem van de oceaan wilde bombarderen. Hij stond bekend als de minister-president die in de jaren dertig eigenwijs vasthield aan de gouden standaard. Hij heeft geschiedenis gemaakt met zijn bezuinigingen op de ambtenarensalarissen en de uitkeringen van werklozen. Tijdens zijn kabinet werd de opstand van wanhopige werklozen in de Jordaan in Amsterdam in de zomer van 1934 op wrede wijze onderdrukt.

In de biografie van Langeveld - een tweede deel volgt overigens nog - wordt Colijn op een indrukwekkende manier voor het voetlicht gebracht. Langeveld vermeldt dat "krachtig handelen" het eerst bleek uit Colijn's indiese militaire loopbaan. En dat dit altijd een wezenskenmerk van zijn persoonlijkheid is gebleven. Terecht werd deze anti-revolutionaire houwdegen in socialistiese kringen gevreesd, gehaat en verafschuwd.

Harry Peer
(trainer/adviseur Travers Opleidingen)

Bronnen:
- G.R. Zonderveld, Bidt God en houdt het kruit droog! Een christen als beroepssoldaat in Nederlands-Indië, pp. 35-70, in: Colijn. Bouwstenen van een biografie (J. de Bruijn en H.J. Langeveld (red.). Kok, 1994.
- H. Langeveld, Hendrikus Colijn 1869-1944. Dit leven van
krachtig handelen. Deel een. 1869-1933. Balans, 1998.
- Handelingen Tweede Kamer 1904.