nr. 85
juni 1998

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Redaktioneel

Rode pepers in de kont van de vakbeweging

Wat zou de fusie-denktank van FNV Bondgenoten ertoe gebracht hebben oranje als voerkleur te kiezen? Nationalisme, voetbalgekte, omdat het in het donker op rood lijkt of omdat paars te opvallend is? Misschien dat we de lijvige rapporten die deze keuze bepleiten, nog eens toegestuurd krijgen; je weet nooit. Hoe dan ook, kleuren maken de mens, want een 'beetje meer groen' is ook al een politieke uitspraak en na de verkiezingen lazen we overal 'Nederland wil Paars'.

Wat wil Nederland eigenlijk? Volgens de verkiezingsuitslag: verdere privatisering, ook van de sociale zekerheid; de euro; doorzettende groei van Schiphol; werkdruk; flexibiliteit en niet te vergeten het poldermodel, en daar komt het weer 'met meer groen'. Het gekke daarbij is dat de debatten vóór de verkiezingen daar niet over gingen. Met als uitzondering het groene poldermodel, maar daar blijken bouwondernemers inmiddels ook voor te zijn: 'Bouwen in het Groene Hart van Nederland'. Bij navraag blijken ze een ontwerp klaar te hebben voor groen asfalt met een fris-oranje markering.

Is dan de konklusie dat 'Nederland' een politiek krijgt die het niet wil, en zijn de verkiezingen een meerkeuzevraag zonder het goede antwoord? De opinieleiders vinden van niet. Sterker nog: de kabinetsformatie wordt moeilijk, omdat er nog nooit zo'n linkse Tweede Kamer is gekozen. Kok zou dat niet leuk vinden en Bolkestein al helemaal niet.

Maar hoe zit dat nou met die linkse doorbraak?

Ter voorkoming van misverstanden: De redaktieleden hebben allemaal gestemd, zij het zwaar aarzelend tussen GroenLinks en de Socialistische Partij en ze wensten dat heel Nederland met dat probleem worstelde. GroenLinks lag moeilijk, want een jaar of twintig geleden stemden we ook niet op de Partij van de Arbeid. De SP trok wel, maar volgt al te gemakkelijk het vermeende volksgevoel dat migranten koste wat kost moeten integreren, en over haar socialisme hoor je zo weinig.

Linkse doorbraak. PvdA? Deze profeet van het poldermodel, en dus de sociale harmonie, is ontdaan van elke linkse veer, laat staan linker vleugel en verstikt elk politiek debat en verzet. De hardnekkige steun van de (leiding van de) vakbeweging aan deze centrumpartij is tevens een gedogen van de VVD, waarvan belgiese rechts-extremisten vinden dat ze de Centrumdemocraten overbodig heeft gemaakt. D66? Over deze kampioen van de 24-uurs ekonomie wordt veel gezegd, maar zelden wordt de vakbondsvijandigheid benadrukt.

Blijven over de al genoemde SP en GroenLinks. Laat deze twee groeien. De triomf van paars maken ze in ieder geval betrekkelijk. Maar hoe komt het toch dat ze ondanks de toenemende aanhang in de vakbeweging zo zelden de koers van de FNV de maat nemen, zo zelden een rol spelen in de versterking van kritiese stromingen en zo zelden zich herkenbaar verbinden aan plaatsvindende vakbondsstrijd, bijvoorbeeld in het onderwijs, de gezondheidszorg en de havens? Waarom nemen ze, om maar eens wat te noemen, geen initiatief tot een kampanje voor een 32-urige werkweek zonder een cent in te leveren of voor verlaging van de werkdruk? En laat vooral GroenLinks ophouden over het 'sociaal tekort' dat via een inhaalmanoeuvre gerepareerd kan worden. Hoe groen het poldermodel ook zou worden, het vindt zijn grondslag in de paarse konsensus over de sociale afbraak. Het 'sociaal tekort' is dan ook geen vergissing of meningsverschil, maar een kenmerk van de neoliberale hervorming die zich niet alleen in Nederland voltrekt.

We zijn dus niet zo kapot van die linkse doorbraak. We zijn wel blij met de groei van twee linkse partijen. Hun kracht zal moeten blijken uit hun weerzin tegen het grauwgrijze Binnenhof en uit de rode pepers die ze in de kont van de vakbeweging duwen.

Redaktie