nr. 84
apr 1998

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Europa, staat en vakbeweging - lezerskonferentie

Internationaal vakbondskaderwerk

FNV Bondgenoten wil een organisatie zijn van kaderleden. Binnen de bedrijven, binnen de woonafdelingen, binnen de vijftien bedrijfsgroepen, op landelijk nivo en op het gebied van het internationaal vakbondswerk. De plaats van het kader in het internationaal vakbondswerk moet nog worden uitgewerkt, kaderleden moeten daarin een aktieve rol gaan spelen.

OOK VOOR VAKBONDSLEDEN in de bedrijven is het tegenwoordig dagelijkse kost. Er is vrijwel geen werkgever die hen niet konfronteert met de internationale konkurrentie. Ofwel, omdat één van de echte konkurrenten, een ander koncern, verdergaand internationaliseert. Ofwel, omdat binnen het 'eigen' koncern vestigingen in andere landen goedkoper produceren. Ofwel, omdat 'de loonkosten' in het algemeen te hoog zijn, en dat 'dus' slecht is voor de internationale konkurrentiepositie. Aan de CAO-tafel is het al lang gebruikelijk dat in de onderhandelingen vergelijkingen worden gemaakt met de produktiekosten elders in Europa of vaak nog verder in de wereld.

Globalisering is geen makro-ekonomies gegeven voor werkne(e)m(st)ers in de bedrijven. Het is alledaagse realiteit geworden. Zij zijn deel geworden van de internationale, transnationale jacht van het kapitaal naar meer winst en produktie tegen lagere kosten. Winstmaximalisatie op wereldnivo is de gebruikelijke doelstelling van de transnationale ondernemingen. Het gaat niet meer alleen om de winstgevendheid van deze lokatie in dit land, maar om de laagste kostprijs overal en de realisatie van de winst op koncernnivo.

Zonder gezamenlijke organisatie en strategie worden werknemers meegezogen in dit internationale konkurrentie- en akkumulatiegeweld en elkaars 'konkurrenten'.

Tegenbeweging in de kinderschoenen

Er zijn internationale vakbondsorganisaties die bonden verenigen en bundelen. Op het nivo van landelijk opererende vakorganisaties is het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV) de belangrijkste; het is gevestigd in Brussel. De FNV is daar lid van. Het IVVV treedt op als lobby-orgaan naar internationale instellingen (VN, ILO, WTO). De regionale organisaties van het IVW vervullen deze rol in het kontinent waarvoor ze zijn opgezet (bijvoorbeeld het Europees Verbond van Vakverenigingen, EVV). Daarnaast heeft het IVVV een internationaal steunfonds voor vakorganisaties in de Derde Wereld. De laatste jaren houdt het IVVV zich steeds meer bezig met bewustwording rond internationale vakbondsrechten.

Sinds het einde van de negentiende eeuw zijn internationale vakbondsorganisaties opgezet voor de verschillende bedrijfstakken: voeding, textiel, metaal, transport, hout en bouw, diensten enzovoort. FNV-bonden zijn lid van deze beroepssekretariaten, die ook weer hun eigen regionale takken hebben. De doelstelling van deze organisaties is uitwisseling over en koördinatie van het vakbondswerk in de bedrijfstak. Bijvoorbeeld overleg over een bepaald koncern, of opbouw van vakbondswerk in landen waar dit nog nauwelijks van de grond is gekomen. De europese tak van deze beroepssekretariaten houdt zich de laatste jaren intensief bezig met de opzet en begeleiding van de europese ondernemingsraden.

De plaats en betekenis van dit internationaal vakbondswerk zijn nog zeer beperkt. De (geld)middelen zijn gering. De verschillen tussen de lidorganisaties zijn groot. De sociale struktuur in de verschillende landen is zeer divers. Het internationaal vakbondswerk kenmerkt zich door een hoog institutioneel gehalte. Kaderleden spelen er nauwelijks een rol.

Vanuit deze achtergrond moet het uitgangspunt van FNV Bondgenoten bezien worden om kaderleden te betrekken bij het internationaal vakbondswerk.

Opbouw kaderwerk

Op bedrijfsnivo kunnen kaderleden de vrijheid en ruimte nemen om aandacht te besteden aan het internationaal solidariteitswerk. Als zij voldoende kollegaas bereid vinden over de bedrijfspoort heen te kijken, kunnen zij initiatieven opzetten. Op koncern-nivo is er de wens vanuit FNV Bondgenoten om tot een internationale werkgroep te komen per koncern. Via deze werkgroep kan dan kontakt worden gezocht en onderhouden met kollegaas in andere landen binnen hetzelfde koncern. Waar binnen bedrijfsgroepen sektororganen ontstaan, kunnen deze organen hun eigen internationale werkgroep van kaderleden instellen en laten funktioneren.

Voor elk van de vijftien bedrijfsgroepen van FNV Bondgenoten moet een werkgroep internationaal vakbondswerk worden opgezet. Vanuit de belangrijkste koncerns en sektoren nemen kaderleden zitting in deze werkgroepen. Zij hebben invloed op het bondsbeleid via adviezen aan de bedrijfsgroepsraden, de 'parlementen' van de bedrijfsgroepen.

Op het nivo van de overkoepelende organisatie wordt gewerkt aan de opzet van een 'platform internationaal vakbondswerk'. Kaderleden die deelnemen aan dit platform, zijn afkomstig uit de werkgroepen van de bedrijfsgroepen en uit solidariteitsgroepen met een geografiese of thematiese betrokkenheid, die binnen FNV Bondgenoten bestaan of ontstaan. Dit platform beïnvloedt het bondsbeleid via of wellicht namens de bondsraad van FNV Bondgenoten.

Binnen de fusie-werkgroep die het internationale beleid ten behoeve van FNV Bondgenoten inventariseerde, is nadrukkelijk aangegeven dat kaderleden op alle nivoos betrokken zouden moeten worden bij de beleidsvorming en beleidsuitvoering van het internationale vakbondswerk. Daartoe zullen ook de benodigde (geld)middelen vrijgemaakt moeten worden.

Produktieketens

Nieuwe vormen van internationaal vakbondswerk kunnen binnen FNV Bondgenoten een (nieuwe) kans krijgen. Zo is vanuit de voormalige Voedingsbond FNV mede invulling gegeven aan een cacao-projekt, waarbij de ketenbenadering ('van cacaoboer tot chokoladereep') uitgangspunt van de aktiviteiten was.

Op internationale konferenties en bij werkbezoeken troffen werknemers uit de nederlandse cacao- en chokoladefabrieken, en uit de amsterdamse (cacao)haven, kollegaas uit dezelfde fase in de produktie-keten en boeren, havenarbeiders en landbouwkundigen uit andere delen van de keten. Vanuit dit initiatief zijn waardevolle nieuwe aktiviteiten opgezet en tot ontwikkeling gekomen. Binnen de bedrijfsgroep Voedingsindustrie wordt inmiddels gewerkt aan de opzet van vergelijkbare keten-initiatieven voor de koffie, tabak en thee. Waar mogelijk wordt daarbij samengewerkt met groeperingen van buiten de vakbondsorganisatie, zoals het onderzoeksburo Food World Research & Consultancy en Max Havelaar/Fair Trade Organisatie. Ook binnen andere bedrijfsgroepen zou vruchtbaar gewerkt kunnen worden aan vergelijkbare keten-initiatieven: erts/metaal/staal, katoen/wol/textiel/kleding.

Solidariteitsfonds

Als vervolg op initiatieven vanuit de voormalige voedingsbond en dienstenbond heeft FNV Bondgenoten een eigen internationaal Solidariteitsfonds opgezet. Vanuit de bondsorganisatie wordt daarvoor jaarlijks een bedrag ter beschikking gesteld. Opmerkelijk is dat in het CAO-beleid 1998 van FNV Bondgenoten een onderdeel is gewijd aan solidariteitswerk. CAO-onderhandelaars hebben de opdracht meegekregen 0,1 procent van de loonsom uit te onderhandelen ter beschikking van dit Solidariteitsfonds.

De projekten die vanuit dit fonds worden ondersteund, kunnen waardevolle aanknopingspunten bieden voor (kader)leden om kontakten uit te bouwen met kollegaas aan de andere kant van het projekt.

Het uitgangspunt van FNV Bondgenoten dat het een organisatie wil zijn van kaderleden, moet ook op het internationale terrein worden ingevuld. Aan die invulling wordt de komende maanden gewerkt. Daaraan kunnen aktieve kaderleden een bijdrage leveren.

Dick de Graaf (bestuurder FNV Bondgenoten bedrijfsgroep Voedingsindustrie)