nr. 78 apr 1997 |
Solidariteit
Europese Unie - naar een feministies EuropaMevrouw, de EU beschermt u tegen dollar en yenDe Europese Unie is vooral een eenzijdig ekonomies projekt aan het worden. Het sociale gezicht van Europa blijft tot nu toe onzichtbaar. Op zijn allerbest zal het Sociale Protocol, dat dankzij Groot-Brittannië in Maastricht buiten het Verdrag bleef, nu onderdeel uitmaken van het Verdrag van Amsterdam. Maar zoals de Unie vorm krijgt, valt er weinig te verwachten en veel te vrezen. Vooral voor vrouwen.Op 22 maart 1997 was het veertig jaar geleden dat het Verdrag van Rome werd gesloten, het begin van de Europese Unie. In 1957 werd in het Verdrag van Rome artikel 119 opgenomen, waarin tussen Staten werd afgesproken dat vrouwen en mannen gelijk loon voor gelijk werk zouden krijgen. Het werd opgenomen op verzoek van Frankrijk dat oneerlijke konkurrentie vreesde van onder andere Italië, waar vrouwenarbeid veel goedkoper was dan in Frankrijk. Sinds 1957 zijn er zes richtlijnen in de Europese Unie ingevoerd over gelijke behandeling op de arbeidsmarkt en in de sociale zekerheid. Europese richtlijnen dwingen Staten hun nationale wetgeving - vaak na jaren en jaren - aan te passen. Maar ondanks de opkomst van de tweede golf van de vrouwenbeweging in heel Europa is het uitgangspunt in de Europese Unie nauwelijks veranderd. Zoals Hedy d'Ancona laatst konkludeerde: "We krijgen weliswaar veel belangrijke nationale wetgeving op dat terrein door Brussel aangereikt, maar die was altijd gebaseerd op het vermijden van oneerlijke concurrentie tussen de lidstaten." (Op gelijke voet, maart 1997) Flexibele arbeidsmarktDe europese ekonomiese integratie heeft vergaande gevolgen voor de toegang van vrouwen tot betaald werk en voor de kwaliteit van de arbeid die zij betaald verrichten. Ondanks de richtlijnen van de Europese Unie is de diskriminatie op de arbeidsmarkt gebleven. Zwarte, migrantenen vluchtelingenvrouwen treft dit nog eens extra. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in flexibel werk, uitzend- en thuiswerk; banen met vaak slechte arbeidsvoorwaarden, lage lonen en weinig zekerheid. Ze verdienen voor hetzelfde werk nog steeds minder dan mannen. In alle landen van de Unie was de werkloosheid onder vrouwen hoger dan die van mannen, uitgezonderd Zweden en Groot-Brittannië. De gemiddelde werkloosheid bedroeg in juli 1996 12,5 procent. Uiteraard is dit de officieel geregistreerde werkloosheid. In de praktijk laten veel vrouwen zich niet inschrijven bij een arbeidsburo, dus die 12,5 is een zwaar geflatteerd percentage. Bij het ekonomies beleid van de Europese Unie hoort een 'meer flexibele arbeidsmarkt'. Mensen worden arbeidsprodukten die 'just in time' moeten zijn voor de markt. In de hele Unie is er een neerwaartse druk op de lonen, een overgang van vast werk naar kontraktwerk, deregulering en druk op sekundaire arbeidsvoorwaarden. Vrouwen zijn de laatste schakel in de tendens van het (europese) bedrijfsleven naar subcontracting. Zo maken vrouwen in Portugal, samen met hun kinderen, thuis de schoenen die hier in de winkel liggen. Vooral deze vorm van vrouwen- en kinderarbeid blijkt de goedkoopste optie te zijn. De meerderheid van vrouwen werkt slechts in een beperkt aantal sektoren. In 1995 bevond de helft van alle betaald werkende vrouwen zich in slechts vier sektoren. 34 Procent van alle vrouwen in de Unie werkt bij de overheid, in de gezondheidszorg en andere sociale dienstverlening en in het onderwijs (Newsletter Women of Europe, maart 1997). Dat zijn precies de sektoren Naar de grote klappen vallen, dankzij de bezuinigingen van nationale overheden die ie konvergentiekriteria van Maastricht nog willen halen. Pil als genotmiddelMet diezelfde kriteria voor toetreding tot de economische en Monetaire Unie in de hand, worden overal in Europa de sociale zekerheid en de kollektieve voorzieningen afgebroken en uitgekleed. Bezuinigingen, deregulering en privatisering betekenen dat vooral vrouwen worden getroffen, omdat zij door hun lage inkomen relatief meer gebruik naken van die voorzieningen. Bovendien gaan voorzieningen die voor vrouwen van belang zijn het eerst onder het mes. In Nederland is het nog maar twee jaar geleden dat de Pil uit het Ziekenfonds dreigde te raken. Rob Oudkerk (lid Tweede Kamer PvdA) zei dat de Pil kon worden beschouwd als een genotmiddel en dus niet door de gemeenschap gefinancierd hoefde te worden. In Frankrijk zijn er de laatste jaren voortdurend akties om antikonceptie en abortus binnen de volksverzekeringen te houden. Het is duidelijk dat dit soort voorzieningen een makkelijk doelwit vormen om als eerste uit door de overheid (mede)gefinancierde regelingen te worden gegooid. De afbraak van sociale zekerheid leidt er toe dat armoede toeneemt. Het grootste deel van de 50 miljoen armen in Europa zijn vrouwen. Vaak oudere vrouwen, omdat zij een in waarde afnemende uitkering hebben en onvolledige of geen pensioenrechten. De moeizame, juridiese strijd om de pensioenrechten bij het Europese Hof heeft slechts een kleine groep vrouwen geholpen. Een zeer groot deel heeft al helemaal geen recht op pensioen en andere sociale verzekeringen, omdat een officieel arbeidsverleden ontbreekt. Ook in Europa worden huishoudelijke arbeid, kinderverzorging en andere zorgtaken niet als produktieve arbeid gezien en kunnen er dus geen rechten aan ontleend worden. Vooral vrouwen zijn de klos. Markt niet sexe-neutraalDe toenemende vergrijzing in Europa wordt inmiddels als een ekonomies probleem aangemerkt. Daarom zien we diskussies opduiken over de noodzaak van bevolkingspolitiek, vaak met duidelijke racistiese ondertonen. De 'juiste' vrouwen moeten meer kinderen krijgen (lees: blank, 'goed' gezond, opgeleid, midden en hogere klasse). Bevolkingspolitiek is in direkte tegenspraak met bet recht van alle vrouwen zelf te beslissen over lichaam, sexualiteit en vruchtbaarheid. Het Vaticaan rook meteen zijn kansen en waarschuwde al voor een "Demografische winter in Europa". Het koncept van werk in de Europese Unie en haar denken over werkgelegenheid is, net als overal, gebaseerd op de aanname dat alleen betaald werk echt werk is en dat de ekonomie daarop rust. De realiteit van vrouwen is dat zij hard werken, maar voor het meeste werk geen salaris krijgen en geen waardering. Vrouwen worden, ook in Europa, als eersten verantwoordelijk gehouden voor kinderen, huishoudelijk werk, zorgtaken en voor het zelfvoorzienende(!) deel van de ekonomie. Door de arbeidsdeling tussen vrouwen en mannen en de ideologie van kostwinner en huisvrouw wordt het bijvoorbeeld mogelijk vrouwen te diskrimineren op de arbeidsmarkt, minder salaris te betalen enzovoort. Herverdeling van onbetaalde arbeid is dus een eerste, maar nog onvoldoende, voorwaarde. Betaald werk drijft op het bestaan van onbetaald werk. Deze tweedeling is georganiseerd op basis van onrechtvaardige en uitbuitende sociale verhoudingen, in het bijzonder die tussen vrouwen en mannen. De huidige markt werkt alleen als deze verhoudingen blijven bestaan, hij bestendigt en vergroot de onderdrukking van vrouwen en is beslist niet sexe-neutraal. Het algemene ekonomies beleid van de Unie blijft volledig gebaseerd op de tweedeling tussen betaald en onbetaald werk, op de onderdrukking van vrouwen. Dat is het wezenlijke, onderliggende probleem. VrouwenrechtenHoewel op papier door de europese instellingen pogingen zijn gedaan de positie van vrouwen te verbeteren, is de huidige situatie in de EU-landen treurig. Omdat de Unie een ekonomies projekt blijft, gebaseerd op principes van sociaal onrecht, valt er struktureel weinig te verwachten van dit Europa. De ontwikkelingen wijzen vooral naar nog meer werkloosheid, meer armoede en sociale uitsluiting. De Unie heeft voor vrouwen wel positief uitgepakt op deelterreinen, vooral via het Europese Hof. Zo zijn er onder meer regelingen gekomen over zwangerschapsverlof, kinderopvang, diskriminatie op de arbeidsmarkt, sexuele intimidatie en gelijke behandeling in de sociale zekerheid. Vrouwen in Groot-Brittannië hebben hier de meeste voordelen van gehad vanwege hun abominabele uitgangspositie. De basis onder de regelingen was gelijke behandeling. In veel gevallen hebben overheden hun diskriminerende wetgeving aangepast onder het motto 'even slecht is ook gelijk'. Hoe traag het allemaal gaat, blijkt bijvoorbeeld uit de ontwikkelingen rondom pensioenrechten van vrouwen in Nederland. Pas in 2030 komt de lichting vrouwen die niet op één of andere manier gediskrimineerd werd door pensioenregelingen. VrouwenhandelDe inzet van Nederland tijdens het voorzitterschap ligt op twee onderdelen van het Verdrag van Amsterdam: een gedragskode tegen vrouwenhandel en een diskriminatie-verbod. Op initiatief van de ministeries van Justitie en Sociale Zaken komt er 24/25 april een konferentie voor alle EU-ministers van emancipatiezaken en justitie. Het onderwerp op de agenda is de ontwikkeling van een gedragskode om vrouwenhandel te voorkomen en te bestrijden. Dat zou een kader bieden om zowel op europees nivo als door alle EU-landen afzonderlijk maatregelen te treffen. Europol is, door een uitbreiding van haar mandaat onlangs, de europese organisatie die de bestrijding van vrouwenhandel op europees vlak ter hand moet nemen. De angel zit hem uiteraard in het voorkómen van vrouwenhandel. Voorheen kwamen de slachtoffers van vrouwenhandel vooral uit Latijns Amerika, Zuidoost Azië en West Afrika. De laatste jaren komen ze steeds vaker uit Oost Europa. Vrouwenhandel groeit nog steeds en in Europa betreft het ongeveer een half miljoen vrouwen en meisjes. De landen van herkomst zijn een goede indikatie van de slechte sociaal-ekonomiese omstandigheden waarin vrouwen zich bevinden. Maarvrouwenhandel en prostitutie zouden niet mogelijk zijn zonder de sociale verhoudingen die sex en vrouwenlijven tot een waar maken en kommercialiseren. Om vrouwenhandel te voorkomen, zullen dus de verhoudingen tussen vrouwen en mannen struktureel gewijzigd moeten worden, samen met wezenlijke ekonomiese veranderingen die vrouwen ook ekonomies een toekomstperspektief bieden. Er kunnen op europees nivo nog veel stappen gezet worden bij de opsporing van vrouwenhandel, de aangifteprocedures, de rechtsgang, de opvang en hulpverlening aan slachtoffers. Maar bet valt nog te bezien of een gedragskode en de aktiviteiten van Europol tot meer leiden dan de uitzetting van een speciale kategorie ongewenste vreemdelingen. DiskriminatieverbodVrouwenorganisaties van links tot rechts zetten zich in voor het opnemen van een diskriminatieverbod in het Verdrag van Amsterdam. Ook de nederlandse regering sprak zich daarvoor officieel uit. Een algemeen verbod zou (ook) vrouwen in de Europese Unie een mogelijkheid geven diskriminatie juridies aan te vechten. Maar er liggen twee addertjes onder het gras: * Op welke gronden diskriminatie verboden moet worden, is nog niet rond. Zoals bet er nu uitziet, willen alle lidstaten een anti-diskriminatiebepaling op grond van ras, sexe en etniese afkomst. Diskriminatie op grond van leeftijd, handikap of sexuele geaardheid ligt echter veel moeilijker. Daarmee zouden bijvoorbeeld lesbiese vrouwen weer uit de boot vallen. * Het diskriminatieverbod kan worden opgenomen met een rechtstreekse en niet rechtstreekse werking. Daarvan hangt at of, hoe, en hoe snel burgers naar de rechter kunnen stappen. Het grote voordeel van een anti-diskriminatiebepaling zou zijn dat gelijkberechtiging voor vrouwen op meer terreinen dan alleen de arbeidsmarkt en sociale zekerheid verankerd wordt binnen de Europese Unie. Of de anti-diskriminatie-bepaling overeind zal blijven tijdens de uiteindelijke onderhandelingen in Amsterdam, moeten we nog afwachten. KonklusieDe nederlandse inzet is treurig in zijn beperktheid. In het geval van vrouwenhandel gaat bet om maatregelen één van de ergste uitwassen van vrouwenonderdrukking te bestrijden. Bijna elke maatregel is uiteraard een verbetering. Maar de onderliggende oorzaken van vrouwenhandel worden juist versterkt door onder andere een ekonomies beleid dat gebaseerd is op onrechtvaardige en uitbuitende verhoudingen. Steeds meer vrouwen komen in een slechte ekonomiese positie. De markt waar alles te koop is, wordt 00k in de Europese Unie tot hoogste goed verheven; hoerenlopende mannen zijn slechts konsumenten. Ook bet diskriminatieverbod, hoe belangrijk op zichzelf ook, is slechts een instrument niet gediskrimineerd te worden binnen de grenzen van bet bestaande politiek-eonomiese kader. Gisela Dütting Alle vrouwen worden opgeroepen deel te nemen aan de Top van Onderop en de Euromarsen, en witte kleding te dragen op de afsluitende demonstratie van 14 juni 1997, in Amsterdam, als symbolies verzet tegen de onzichtbaarheid van vrouwen. |