nr. 77 feb 1997 |
Solidariteit
Europa - de top van AmsterdamHet Europa van de snelle afdalingHet kan niemand ontgaan zijn: sinds 1 januari 1997 is Nederland voor zes maanden voorzitter van de Europese Unie. De kranten staan er bol van en overal in Europa zijn de ogen gericht op Kok en Van Mierlo. Half juni komen duizenden journalisten naar Amsterdam om de Euro-top te verslaan die dan plaatsvindt in het gebouw van De Nederlandsche Bank.Het vorige nederlandse voorzitterschap resulteerde eind 1992 in het Verdrag van Maastricht, waarin het trajekt naar de gemeenschappelijke munt - euro - werd vastgelegd. Vanwege de bezuinigingen die als gevolg daarvan in veel europese landen werden doorgevoerd, wordt 'Maastricht' sindsdien door veel werkenden en uitkeringsgerechtigden geassocieerd met sociale achteruitgang, werkloosheid en afbraak. "Amsterdam: capital of inspiration" staat eenzelfde lot te wachten, want de top van Amsterdam belooft niet veel goeds. Er is dan ook alle reden voor en tijdens de top vanuit vakbonden en andere sociale bewegingen in aktie te komen voor een ander Europa. Verdrag van AmsterdamAls alles volgens plan verloopt, leidt de komende Euro-top tot een Verdrag van Amsterdam. Daarin moet worden vastgelegd hoe de Europese Unie (EU) de komende tijd verdergaat. Het verdrag zal het resultaat zijn van langdurige onderhandelingen die al meer dan een jaar geleden begonnen zijn. De komende tijd komen topambtenaren uit de EU-lidstaten een aantal dagen per maand bij elkaar om onder leiding van de nederlandse staatssekretaris Patijn spijkers met koppen te slaan. Of dat lukt, is overigens maar helemaal de vraag, want er staan veel onderwerpen voor Amsterdam op de agenda. Onder andere: de beslisstrukturen van de EU, het buitenlands beleid, het juridies beleid en de uitbreiding met landen in Oost-Europa. Bovendien is er maar heel weinig waarover overeenstemming binnen handbereik ligt. Premier Kok is bang dat de amsterdamse top overschaduwd wordt door een onderwerp dat daar formeel niet op de agenda staat: de gemeenschappelijke europese munt. En mede omdat de publieke opinie in veel europese landen niets in de euro ziet, heeft Kok de europese politici opgeroepen dat onderwerp een beetje uit de publiciteit te halen door er geen uitspraken meer over te doen. Die oproep is tekenend voor de lafheid van de europese elite, want geen diskussie over de euro is precies het tegendeel van wat zou moeten gebeuren. De introduktie van de euro is zonder twijfel het belangrijkste en meest vergaande projekt dat ooit door de EU is ondernomen en heeft enorme sociale en ekonomiese gevolgen. In een deel van de lidstaten is de euro uiterst omstreden en het zou dan ook logies zijn daar een uitgebreid politiek debat over te organiseren vóór tot de invoering wordt overgegaan. Iedere zichzelf respekterende politikus die vertrouwen heeft in eigen argumenten en niet bang is voor de mensen die hij of zij heet te vertegenwoordigen, zou zich ook voorstander moeten tonen van een referendum in alle lidstaten over de vraag of die muntunie er eigenlijk wel moet komen. In plaats daarvan wordt zonder fundamentele diskussie over de konsekwenties en eventuele alternatieven een projekt uitgevoerd dat leidt tot sociale afbraak, werkloosheid en bezuinigingen. De prijs van de euroAls de politieke elites in Europa hun zin krijgen, wordt nog voor het eind van deze eeuw de gulden vervangen door een gemeenschappelijke europese munt. Deze euro moet het dak worden op het huis van de gemeenschappelijke markt die er vanaf 1993 toe heeft geleid dat grensoverschrijdend verkeer van goederen, diensten, kapitaal en - formeel ook - personen geliberaliseerd wordt. Het streven te komen tot een muntunie wordt van harte ondersteund door internationaal opererende ondernemers die hopen dat een gemeenschappelijke munt de wisselkosten, de onzekerheid over valutakoersen en de kans op devaluaties van landen binnen de EU zal verminderen. Bovendien wordt de Economische en Monetaire Unie (EMU) als breekijzer gebruikt om neoliberaal beleid door te voeren. Om straks mee te mogen doen aan de gemeenschappelijke munt moeten de EU-lidstaten aan een aantal in het Verdrag van Maastricht vastgelegde konvergentiekriteria voldoen. De financieringstekorten en overheidsschulden moeten sterk omlaag, dus overal in de EU voeren regeringen bezuinigingen door op sociale en kollektieve voorzieningen, 'omdat het nu eenmaal moet volgens Maastricht'. Het ondemokratiese karakter van dit hele proces blijkt niet alleen uit het feit dat in de meeste landen de bevolking er niets over te zeggen heeft gekregen. Het komt ook duidelijk tot uiting in de diktatoriale macht die de toekomstige, onafhankelijke Europese Centrale Bank (ECB) straks onder leiding van de Nederlander Duisenberg krijgt. Ongekozen burokraten die op geen enkele manier ter verantwoording te roepen zijn, gaan straks het uiterst belangrijke europese monetaire beleid bepalen. De ECB kan bovendien in de toekomst strafmaatregelen nemen tegen regeringen van lidstaten die de begrotingsdiscipline overschrijden en die bijvoorbeeld tijdens een recessie hun tekorten laten oplopen om het peil van sociale of kollektieve voorzieningen in stand te houden. Het straffe stabiliteitspaktIn de hele EU heeft het Verdrag van Maastricht geleid tot bezuinigingen door regeringen die hun financieringstekorten proberen terug te brengen tot de afgesproken 3 procent. Sociaal noodzakelijke uitgaven voor onderwijs, gezondheidszorg, uitkeringen en andere voorzieningen worden in dat kader steeds verder teruggedrongen. Ook dit jaar zal in de meeste EU-landen nog flink doorbezuinigd worden om aan de toelatingseisen te kunnen voldoen. Voor landen die zich voor deelname weten te kwalificeren, houdt de bezuinigingsellende niet op, want tijdens de meest recente Euro-top in Dublin werden de EU-regeringsleiders het eens over het zogenaamde stabiliteitspakt, oorspronkelijk een idee van de duitse minister Waigel. Volgens deze nieuwe overeenkomst moeten de landen die aan de euro deelnemen, hun financieringstekorten nog verder terugbrengen, in de richting van nul. En landen die het maximale tekort van 3 procent overschrijden, krijgen - behalve bij hoge uitzondering - een flinke boete te betalen. Neoliberaal keurslijfBehalve tot een afbraak van sociale en kollektieve voorzieningen leidt het euro-projekt ook tot een toename van de werkloosheid. Internationale organisaties uit onverdachte hoek als de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Commissie voor Europa van de VN hebben gewaarschuwd voor de negatieve werkgelegenheidseffekten van het Verdrag van Maastricht. Dat leidt immers tot het steeds verder terugdringen van de koopkrachtige uitgaven van overheden die minder geld uitgeven voor materiële aankopen, voor lonen van overheidspersoneel en voor uitkeringen van mensen die zijn aangewezen op de sociale zekerheid. Eén van de meest demagogiese argumenten van onder anderen Helmut Kohl om de invoering van een gemeenschappelijke europese munt te rechtvaardigen, is dat Europa nooit meer verscheurd mag warden door ekonomiese tegenstellingen en dus verenigd moet worden om oorlog te voorkomen. Het argument, dat appelleert aan een reëel levend gevoel bij veel mensen, is hypokriet, omdat precies dit projekt van de euro leidt tot een opdeling in eerste-, tweede- en derderangs landen. Landen die straks niet aan de kriteria voldoen, mogen niet meedoen en komen in de wachtkamer tot ze naar de zin van de rest van de EU wel het juiste begrotings- en monetaire beleid voeren. Voor de volkeren in landen uit Oost-Europa zijn de druiven helemaal zuur. Hen werden gouden bergen beloofd, als ze de overgang zouden maken naar een kapitalistiese marktekonomie. Hoewel een aantal landen dat tegen een vaak zeer hoge prijs in snel tempo aan het doen is, houdt de EU nu de poort op slot en zal geen enkel oost-europees land voor 2003 als volwaardig lid worden toegelaten. De mooie verhalen over vrede en het gastvrije europese huis zijn in de praktijk slechts praatjes voor de 'Bühne' om de landen in Oost-Europa in het neoliberale keurslijf te krijgen. Geelhoed begraaft sociaal EuropaGezien de prijs die voor de euro betaald moet warden, is het eigenlijk wonderbaarlijk dat de vakbeweging in ons land en in de meeste andere europese landen zich tamelijk kritiekloos achter het euro-projekt heeft geschaard. Dat komt onder andere, omdat regeringen en Europese Commissie de vakbonden al jarenlang beloven dat de Europese Unie niet beperkt zal blijven tot een grote markt met een gemeenschappelijke munt. De afgelopen jaren is van vele kanten betoogd dat een Unie die niet meer is dan een gemeenschappelijke markt plus een muntunie, een asociaal Europa wordt. Een Europa, waarin landen tegen elkaar gaan opbieden met de laagste belastingen, de goedkoopste arbeidskrachten en de meest uitgeklede welvaartsstaat. Tegenover die vrees voor 'beleidskonkurrentie' is keer op keer door regeringen en de Europese Commissie aan vakbonden toegezegd dat in een later stadium ook vorm gegeven zou warden aan sociale konvergentie en aan harmonisatie van sociale normen en kondities. Behalve tot een aantal europese ondernemingsraden heeft dat in de praktijk echter nog tot niets geleid en het ziet er ook niet naar dat dit gaat veranderen. Sterker nog: sekretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken, Geelhoed, heeft het idee van harmonisatie en sociale konvergentie zelfs officieel begraven. Hij deed dat in zijn, begin dit jaar in het ekonomenweekblad ESB verschenen, nieuwjaarsartikel. Dat is veelbetekenend, want Geelhoed wordt per 1 april 1997 op het Ministerie van Algemene Zaken één van de belangrijkste adviseurs van premier Kok. EVV: 'EMU=werkloosheid'In 1995 schreef Geelhoed nog dat voor sociaal beleid een ekonomiese beleidskoördinatie in Unieverband noodzakelijk is. In het zicht van de top van Amsterdam blijkt hij echter bekeerd tot europese integratie a Ia Thatcher en Major, verklaarde tegenstanders van iedere vorm van europees sociaal beleid. Volgens Geelhoed werd in het oorspronkelijke EEG-verdrag van 1957 uitgegaan van een gemeenschappelijke markt plus een gekoördineerd ekonomies beleid van de lidstaten. Dat idee is sindsdien herhaaldelijk herbevestigd, maar naar de mening van Geelhoed moeten we onder ogen zien dat de wereld dusdanig is veranderd dat zulke ideeën over koördinatie niet meer houdbaar zijn. Hij vindt ze bovendien niet meer nodig, want bij voltooiing van de EMU zullen de Europese Centrale Bank en het stabiliteitspakt zo disciplineren dat zonder direkte bemoeienis van de EU-organen het beleid vanzelf wel naar elkaar toe zal groeien. Beleidskonkurrentie en de nieuwe mode 'benchmarking' (landen meten hun beleid aan dat van andere) zullen binnen Europa heel normaal worden, stelt Geelhoed. Daardoor ontstaat natuurlijk ook harmonisatie van sociale normen en arbeidsvoorwaarden, maar dan wel naar het laagste nivo. De slechtste situatie zal norm worden en werkenden en uitkeringsgerechtigden in de verschillende europese landen zullen tegenover elkaar worden uitgespeeld in een race zonder eind om het investeerders en beleggers zoveel mogelijk naar de zin te maken. Het is dan ook zeer verheugend dat de in het EVV verenigde europese vakcentrales eindelijk samen in aktie gaan komen tegen de gevolgen van de EMU. Op 28 mei aanstaande zijn akties aangekondigd onder de leus 'EMU=werkloosheid'. Het valt te hopen dat deze akties geen eenmalig incident warden, maar een vervolg krijgen in meer europese vakbondsaktie tegen het Europa van Maastricht en voor een sociaal Europa. Robert Went |