nr. 77
feb 1997

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Europa - visie EVV en FNV

"Europa moet, maar dan wel sociaal"

Een dag (10 januari 1997) na de uitspraak van het EVV: "EMU=werkloosheid", spreken we met Jeroen Sprenger, eerste voorlichter van de FNV. We zitten in de kamer van Johan Stekelenburg, sober ingericht, met hier en daar een teken van een strijdbaar verleden. Jeroen is lid van de nationale werkgroep die de invoering van de euro in Nederland publicitair begeleidt, en neemt deel aan een "informeel werkgroepje van de FNV dat zich met Europa bezighoudt". Ons gesprek gaat over dat - ons verrassende - standpunt van het Europees Verbond van Vakverenigingen, de visie van de FNV op de Europese Unie, de Economische en Monetaire Unie en de kansen op een 'sociaal Europa'.

In de publikaties van de FNV, zoals "De sociale uitdaging voor Europa" (1996), blijkt enerzijds een verregaande instemming met het in gang zijnde europees projekt en anderzijds een pleidooi voor "het socialer maken van Europa." De verhouding tussen deze twee opvattingen zijn de rode draad van ons gesprek.

Sociaal kriterium

Gisteren heeft het EVV zich in een memorandum gericht tot het nederlands voorzitterschap van de Europese Unie. Daarin wordt onder het motto "EMU=werkloosheid" een grote zorg uitgesproken over de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de lidstaten. In dat motto schuilt een stevige kritiek.

Jeroen - We brengen het heel rustig, we zijn niet meer, voorzover we dat ooit waren, van de demagogiese toer. We blokkeren de EU niet en moeten bij zo'n grote ontwikkeling als Europa geen verkeerde sentimenten oproepen. We denken echt dat de EMU voor Nederland van ekonomies belang is. De euro als wereldmunt kan konkurreren met de dollar en de yen en maakt ons niet meer afhankelijk van koersschommelingen elders. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat veel pretenties tot op heden niet zijn waargemaakt. Met de vestiging van de Interne Markt in 1992 zou wel eventjes de eerste aanpak komen van de werkloosheid. Maar wat zien we? Een werkloosheid van 20 miljoen, dat was een paar jaar geleden 17 miljoen; nu bedraagt het europees percentage 11 procent, dat is één op de negen leden van de beroepsbevolking. Vandaar het standpunt van het EVV dat aan de konvergentiekriteria, die toegang geven tot de EU, een sociaal kriterium toegevoegd moet worden: een halvering van de werkloosheid bij de eeuwwisseling. Een belangrijk thema, want werkloosheid werkt destabiliserend en tast het draagvlak voor de europese integratie bij de europese bevolking aan.

Weerstand

Is dit EVV-standpunt een alarm, waaraan konsekwenties warden verbonden, of is het zo maar een konstatering?

Jeroen - We zijn aan de ene kant een waarnemer van het proces die de ontwikkelingen nuchter bekijkt. Aan de andere kant zijn we een speler die er middenin zit en overtuigd is van de noodzaak tot aktieve deelname aan Europa, omdat dit op de langere termijn beter is voor de nederlandse werkgelegenheid. EVV en FNV zijn overtuigde Europeanen die al zo'n 45 jaar in de traditie staan van europese integratie. Samenwerking bevordert de ekonomiese ontwikkeling, kan een behoorlijk nivo van welvaart staande houden en verhoogt de stabiliteit, vrede en veiligheid. Onze lijn is: Europa moet gebeuren en het zal een sociaal Europa zijn. Dat laatste heeft bij de eurokraten onvoldoende prioriteit en is een kwestie van lange adem. Maar het nederlands voorzitterschap is een prima gelegenheid tegen het kabinet te zeggen: 'doe er wat aan, anders nemen de scepsis en kritiek toe en daarop zal je bij de verkiezingen afgerekend worden'. Als de mensen in de verschillende landen de EMU niet willen, komt die er niet; en wij stellen vast dat de zorg bij de regeringsleiders over de weerstand en een onvoldoende draagvlak toeneemt. De opvattingen beginnen in een sociale richting te schuiven en wij blijven trekken.

Beteugeling

De EVV en daarmee de FNV willen dus uitbreiding van de toelatingseisen voor de EMU met een aanzienlijk lager percentage van gemiddelde werkloosheid. Maar het probleem is nou juist dat kriteria voor het financieringstekort en de staatsschuld en daar bovenop het stabiliteitspakt van Dublin tot forse bezuinigingen hebben geleid en zullen leiden. Bezuinigingen die de werkgelegenheid bepaald niet bevorderen.

Jeroen - Wij zijn van mening dat een stringente toepassing van het stabiliteitspakt negatief kan uitpakken voor de ekonomiese ontwikkeling en de werkgelegenheid. Bovendien vinden we, in tegenstelling tot de eurokraten, dat een verenigd Europa meer omvat dan ekonomiese integratie en dat sociaal zwakke groepen beschermd moeten worden. Europa is van ons allemaal. Maar wij zeggen niet: dit zijn onze kriteria en als daaraan niet voldaan wordt, hoeft 't voor ons niet. Wij dreigen niet met afstand nemen van de EMU. Wel is ons vertrouwen dat het sociale gezicht er komt, kleiner geworden. En dat brengen we nu pregnant naar voren. Ook omdat we zien dat de verheerlijking van de vrije marktwerking op haar retour is en de behoefte aan beteugeling van die markt toeneemt. In de beteugeling ligt de oorsprong van de sociale bewegingen, inklusief de vakbeweging. In de jaren tachtig is de FNV bijvoorbeeld meegegaan in de redenering dat ietsje minder greep van de overheid geen kwaad kan. Nu stellen we vast dat de slinger te ver is doorgeslagen naar de markt. Neem de huidige minister van Economische Zaken met z'n ideeën over een 24-uurs ekonomie, wij nemen daar stelling tegen. Melkert toont zich gevoelig voor onze benadering, dat is bijvoorbeeld te zien in de vastlegging van de rechten van de flex-werkers. Die kentering lijkt zich ook af te tekenen op het europees nivo. Het kontakt van het EVV gisteren met Kok was beslist geen ritueel, het was een serieus gesprek over werkgelegenheid, sociale minimumnormen enzovoort. De vakbeweging is nodig en wij oefenen onze invloed uit.

Sociale Dialoog

Op europees nivo wordt ook gesproken van sociale partners en funktioneert sinds 1985 de Sociale Dialoog. In deze overlegstruktuur bestaat een vorm van adviesplicht en vinden onderhandelingen plaats. Is deze Sociale Dialoog de meest konkrete vorm waarin de internationale vakbeweging invloed kan uftoefenen?

Jeroen - Nee, was 't maar waar. Elke nationale vakbeweging heeft haar eigen sociale geschiedenis en in de meeste landen bestaat er, in tegenstelling tot ons land, geen centraal overlegmodel. Vaak is de bondspositie in de bedrijven sterker dan bij ons, maar is de vakbeweging zwak in de verhouding tot de regering en de georganiseerde werkgevers. Er zijn geen strukturen van centrale beïnvloeding. Dit werkt door naar de europese situatie, omdat er geen of onvoldoende druk op de nationale regeringen wordt uitgeoefend. Pas als dat het geval is, zal de Sociale Dialoog echt effektief worden. Sinds Maastricht zijn er enige resultaten geboekt, de europese ondernemingsraad en een akkoord over ouderschapsverlof, maar veel potten heeft de internationale vakbeweging in het europees cirkuit nog niet kunnen breken. Er zijn uiteraard in Brussel wel kontakten, ook op het nivo van de sektoren, maar van onderhandelingen is geen sprake. Daarbij komt dat de internationale sekretariaten van de bonden zwaar onderbezet zijn.

Dat is een pijnlijke konstatering, maar ook hier is sprake van een kentering. In andere landen neemt de behoefte aan een centraal overleg met regering en werkgevers toe. Wij worden uitgenodigd om te vertellen hoe dat bij ons werkt, de nederlandse vakbeweging heeft een geïnstitutionaliseerde overlegpositie en daar wordt in andere landen met enige jaloezie naar gekeken. Is dat inpakken? Wij zien dat als een erkenning dat men het waardevol vindt via de FNV grote groepen mensen bij het eenwordingsproces te betrekken.

Welke rol speelt het EVV in de organisatie van internationale vakbondsakties bij bijvoorbeeld overname of sluiting van bedrijven of delen daarvan?

Jeroen - Dat is een kwestievan de betrokken bonden zelf die hun europese partners daarop moeten aanspreken. Het gebeurt, maar zeer onvoldoende. Het zwakke punt is dat in het leggen van die kontakten in het verleden te weinig is geïnvesteerd. Veel bonden hebben een traditie van een sterke koncentratie op de eigen situatie. Voor de vakcentrales geldt eigenlijk hetzelfde, we ontmoeten elkaar in Brussel en bezoeken elkaars kongressen, maar pas dit jaar komt er een overleg over de koördinatie van het arbeidsvoorwaardenbeleid met belgiese en duitse kollegaas. En dan alleen nog maar om elkaar te informeren over bijvoorbeeld de verhouding tussen looneisen en arbeidsproduktiviteit. Een euro-CAO is nog ver weg, maar de behoefte aan gezamenlijke initiatieven neemt toe.

Sociale minimumnormen

Door de totstandkoming van de EMU zullen de ontwikkelingen op ekonomies en monetair terrein, zoals dat heet, geharmoniseerd worden, aan elkaar geknoopt. Dat betekent dan toch dat de bestaande ongelijkheden in de sociaal-ekonomiese verhoudingen een uitdrukking moeten krijgen in wat niet gekonvergeerd is. Bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, de positie van de arbeid en de sociale zekerheid.

Jeroen - Sociale dumping dus. Die dreigt inderdaad op de terreinen van werkgelegenheid, sociale zekerheid en bijvoorbeeld veiligheid en gezondheid. Een dergelijke beleidskonkurrentie willen we onderwerpen aan zogenaamde sociale minimumnormen. Daarmee moet voor ieder land aangegeven worden: tot hier en niet verder. Aan de dreigende beweging naar beneden moeten zo nadrukkelijk grenzen gesteld worden. Wat betreft de sociale zekerheid volgen we het beginsel van subsidiariteit, dus regel op een lager nivo wat daar geregeld kan worden. Met andere woorden: houdt de sociale zekerheid nationaal. Maar werk tegelijkertijd aan overeenstemming over de verschillende begrippen. Nu zijn de stelsels absoluut onvergelijkbaar, bijvoorbeeld ten aanzien van de definities van werkloosheid, uitkeringen, bijstand en arbeidsongeschiktheid. Na de verschillende systeemkenmerken in kaart te hebben gebracht, kan heel voorzichtig begonnen worden de stelsels op elkaar te laten aansluiten. Maar dat alles tegen de achtergrond van sociale minimumnormen.

Demonstratie

Hoe staat de FNV tegenover de aktiviteiten van het Platform naar een Ander Europa?

Jeroen - Onze mogelijke steun hangt af van de uitwerking. Wanneer er een formeel verzoek komt voor medewerking, zal dat formeel bekeken worden. De marsen van werklozen hebben een raakvlak met de demonstratie die het EVV op 28 mei aanstaande organiseert tegen de werkloosheid. Hoe de opzet zal zijn, ligt nog open, maar in alle landen zal gezamenlijk gedemonstreerd worden voor een sociaal Europa. De twee initiatieven lijken elkaar niet te bijten.

Wij merken bij de eden beslist geen anti-Europa stemming, er is steun voor ons beleid. Maar zeker nu de euro konkreet gaat worden, komt Europa dichterbij. Wanneer de EMU in verband gebracht zal worden met de hardnekkige werkloosheid, is dat een slechte zaak. Vandaar onze lijn: steun aan de europese integratie, maar dan wel op een sociale basis.

Hans Boot