nr. 71 jan 1996 |
Solidariteit
Identifikatieplicht en KoppelingswetUitsluiting en apartheidWerkend Nederland heeft aan de Wet op de Identificatieplicht (WID) meegewerkt door de baas een paspoortkopietje te geven. Ingevoerd met de smoes fiskale fraude en zwart werk tegen te gaan, maar feitelijk om vreemdelingen zonder geldige verblijfspapieren uit te sluiten van een baan. Met de ophanden zijnde Koppelingswet dreigt de identifikatieplicht nu ook te worden ingevoerd bij dienstverlenende instellingen. Voor onverzekerden en illegalen straks dus ook al geen onderwijs meer, geen mediese zorg enzovoort. Dat is de vrije markt van de Europese Unie en het paarse kabinet. Het verzet komt op gang.HET VREEMDELINGENBELEID heeft de laatste jaren een ruk naar rechts gemaakt. Op 1 januari 1994 is de Herziene Vreemdelingenwet ingevoerd waardoor de schorsende werking bij beroep tegen uitzetting is vervallen, gezinshereniging wordt tegengegaan, studiemogelijkheden worden beperkt en de asielprocedure wordt bekort door beroep uit te sluiten. SchengenDe ontwikkeling naar rechts kan niet los worden gezien van de Schengen-akkoorden, waarmee de grenskontroles zijn vervallen en vliegende brigades gekomen. Medewerker van het Autonoom Centrum Sjoerd Bosch hierover: 'De grens begint nu zo'n beetje bij je voordeur en zelfs in huis kunnen kontroles plaatsvinden. Om het verwijt te voorkomen dat de wetgever diskrimineert, is namelijk bepaald dat 00k Nederlanders verplicht zijn zich te legitimeren bij kontrole op illegale buitenlanders. De wet bepaalt dat in gelijke situaties iedereen gelijk wordt behandeld." De vraag is of iedereen dezelfde kans heeft in die situatie terecht te komen. Sjoerd: "Het antwoord is nee. Kontroles op illegaal verblijf vinden plaats op die plekken waar normaliter veel vreemdelingen verblijven. Het is al jaren zo dat daarbij een andere huidskleur bepalend is. In de praktijk zal dat betekenen dat gekleurde Nederlanders er verstandig aan doen altijd hun pas bij zich te hebben. Wet op de IdentificatieplichtOp l juni 1994 is de Wet op de Identificatieplicht ingevoerd, waarmee het verblijf en werk van illegalen moeten worden tegengegaan. De overheid gebruikt de werkgevers en werknemers daarbij gewoon als verlengstuk van haar opsporingsdienst. Door deze wet is de werkgever namelijk verplicht de identiteit van zijn werknemers vast te stellen aan de hand van een geldig identiteitsbewijs en daarvan een afschrift op te nemen in de loonadministratie (werknemers moeten dit bewijs op het werk steeds binnen handbereik hebben). Dit vergemakkelijkt het werk van de opsporingsambtenaar. Deze hoeft de gegevens uit de loonadministratie dan nog maar te vergelijken met de informatie uit het gekomputeriseerde en in 1994 ingevoerde Vreemdelingen Administratie Systeem (VAS). Dat bevat alles over de verblijfsstatus van de geregistreerde vreemdelingen uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). Opsporingsakties kunnen daardoor sneller en frekwenter worden uitgevoerd. Behalve illegalen zullen ook gekleurde Nederlanders daar nadeel van ondervinden. Uiterlijk en afwezigheid van hun naam in het VAS maken hen bijvoorbaat verdacht als illegale vreemdeling. Als zij het identiteitsbewijs niet bij zich hebben, open zij het risiko in de boeien te worden geslagen totdat hun identiteit is vastgesteld. Het racisme hiervan zit 'm er in dat dit Taument en Blinker kan overkomen, maar niet Beatrix von Lippen Bisterfeld of Hirsch Balin. Werknemers wier identiteit niet op de voorgeschreven wijze is vastgesteld, vallen onder het '60 procent anoniementarief', terwijl hun belastingvrije voet vervalt. Per saldo wordt het netto maandinkomen hierdoor gehalveerd. KoppelingswetHier bovenop zou dan de Koppelingswet komen, waarmee mensen zonder verblijfsvergunning worden uitgesloten van mediese zorg, onderwijs en sociale voorzieningen zoals huursubsidie. De Koppelingswet onderscheidt achttien verblijfsstatussen en wijkt daarin af van de GBA die er slechts negen kent. Dat geeft behalve een kaalslag van rechten ook nog eens grote verwarring. De wet ontneemt veel meer vreemdelingen het recht op voorzieningen dan waarvoor ze oorspronkelijk was bedoeld. Ook mensen die in afwachting zijn van hun asielstatus vallen er nu onder. Velen hebben al jaren belasting en sociale premies betaald en konden daar tot op heden rechten aan ontlenen, maar ook die gaan eraan. Volgens bet CDA gaat het allemaal nog niet ver genoeg. De Hoop Scheffer wil intensieve, periodieke kontroles op de uitvoering en aan illegalen rechtsbijstand onthouden. De gemeentebesturen van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht zijn inmiddels verklaarde tegenstanders van de Koppelingswet. Zij vinden de wet slecht, omdat zij strijdig is met bet dienstverlenende karakter van de instellingen; principieel onjuist voorzover het ook niet-uitzetbare vreemdelingen uitsluit; en onuitvoerbaar omdat de multikulturele samenleving daarmee onder zware druk wordt gezet. GezondheidszorgOnder de titel "Administratieve Apartheid" organiseerde het Autonoom Centrum eind oktober 1995 een diskussiebijeenkomst over de Koppelingswet in De Balie te Amsterdam onder leiding van Mirjam de Rijk en Max Arian, redaktieleden van de Groene Amsterdammer. Vooral gezondheidszorg en onderwijs kwamen daar aan de orde. Max Arian: "Bij ziekte mogen illegalen alleen nog maar worden geholpen als er akuut levensgevaar of blijvende invaliditeit dreigt of als zij een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Daarvoor trekt de overheid het schamele bedrag uit van elf miljoen. Dit is een inadekwate dekking. Geheel of gedeeltelijke vergoeding van verleende zorg kan plaatsvinden, als dat naar het oordeel van de fondsbeheerder is te billijken, maar de overheid is niks verplicht. Wie gaat dat dan betalen?" Henk Asbreuk van de Witte Jas, een medies centrum in Amsterdam dat hulp verleent aan onverzekerden: Zorginstellingen en artsen die illegalen helpen, konden vroeger nog wel eens een beroep doen op het algemene bijstandspotje van de Sociale Dienst, maar voortaan gaat dat op eigen rekening. Dat gebeurt ook nu al tot op zekere hoogte. Pas geleden nog hielden hulpverleners een kollekte voor een operatie van 971 gulden. Zo gaat dat." Meestal wordt de hulp verleend door jonge en onervaren basisartsen, terwijl de mediese vraag van illegalen juist vaak heel komplex is. Er gaat naar de mening van de Inspectie dan ook wel eens iets mis. J. Drewes van de Nationale Raad van de Volksgezondheid verwacht "dat het nog erger mis gaat als de Koppelingswet wordt ingevoerd. Illegalen kunnen specialistiese hulp niet meer vergoed krijgen, maar kunnen die ook onmogelijk zelf betalen. De Raad heeft dan ook aangedrongen op een struktureel fonds en niet een zogenaamd noodfonds voor illegale vreemdelingen. De Raad heeft vele vraagtekens gezet bij het wetsvoorstel, maar kon vanuit haar verantwoordelijkheid niet protesteren door te weigeren het wetsvoorstel in behandeling te nemen." J. Hendriks van het Ziekenfonds Amsterdam en Omstreken (ZAO) vindt het bedrag van elf miljoen "een schijntje, want alleen in Amsterdam al gaat tien tot vijftien miljoen op aan mediese hulp voor illegalen." Desgevraagd zegt hij als ziekenfonds de wet niet te kunnen veranderen, maar slechts uit te voeren: ' De ZAO kan dan ook niet net doen alsof ze geldige verblijfspapieren van mensen heeft gezien; we worden daarop gekontroleerd." Wel onderhandelt hij met alle ziekenhuizen en verzekeraars in de buurt om samen een potje te vormen voor de financiering van onverzekerde hulp." De wet moet misbruik van sociale voorzieningen tegen gaan, maar het omgekeerde zal gebeuren. Onderzoeker J. Kehia van de Rijksuniversiteit Utrecht hierover: "De helft van de illegalen gaat alleen maar naar kwakzalvers. De andere helft bezoekt enkele keren per jaar een arts. Een derde daarvan is verzekerd; als dat straks niet meer mag, dwing je de mensen tot fraude." OnderwijsScholen moeten van ieder kind een dossier aanleggen met daarin bewijzen van hun verblijfsstatus. Deze status kan veranderen tijdens het schooljaar en de school moet daarop dan ook tussentijdse kontroles uitvoeren. Als kinderen zestien jaar worden, moeten de scholen hen eruit gooien. Dat wil zeggen als de opsporingsdienst ze dan al niet uit de klas heeft gepikt, want er kan kontrole plaatsvinden. Schooldirekties die de wet niet adekwaat uitvoeren en hun dossiers niet bijhouden, worden gestraft door inhouding van subsidie. En dan niet alleen de subsidie per betreffende leerling à raison van zevenduizend gulden, nee de gehele subsidie voor alle leerlingen van de school. De overheid houdt er een totalitaire aanpak op na. Leraren die dit voor het eerst horen, kunnen hun oren niet geloven. Onno Bosma, redakteur van Het Schoolblad en sprekend namens de Abop, wil koste wat kost de wet tegenhouden: "De Abop heeft bij de regering en de Tweede Kamer aangedrongen op wijziging van de Koppelingswet. Kinderen moeten hun opleiding af kunnen maken. Handhaving van de wet en opsporing van illegalen is iets voor politie en justitie en niet voor scholen." In Het Schoolblad schreef Bosma eerder dat de Koppelingswet met kracht moet worden bestreden, "inclusief een aankondiging van burgerlijke ongehoorzaamheid als zij onverhoopt in het Staatsblad komt." Bosma verwacht dat Abop-leden rechtshulp van FNV-zijde mogen verwachten in konfliktsituaties rond de Koppelingswet. Enige onzekerheid hierover heeft te maken met het feit dat de FNV zich een voorstander van de WID heeft getoond. Inmiddels hebben scholengemeenschappen in enkele plaatsen zich gezamenlijk beraden en uitgesproken tegen de Koppelingswet. Geen ID ..., goed ideeHet Autonoom Centrum funktioneert als koördinatiepunt voor plaatselijke initiatieven. Tot nu toe zijn dat vooral diskussiebijeenkomsten. Ook is er enige beweging geweest in de besturen en kommissies voor onderwijs en gezondheid van de grote steden. De Koppelingswet is aan de orde gesteld op bijeenkomsten van de Derde Kamer in Rotterdam, het Ondersteuningskomitee Illegale Arbeiders (OKIA), het haags Initiatief tegen Fascisme en Diskriminatie, de Initiatiefgroep Politiek Café in Alkmaar, en tal van andere plaatsen zoals Amsterdam en Tilburg. Om vanuit een achterhoedegevecht naar voren te stoten en de diskussie met de samenleving te hervatten over het beleid, hebben zo'n vijftig identifikatieweigeraars zich georganiseerd. De groep bereidt onder andere rechtszaken voor. Op 22 november is de Staat in kort geding voor de rechter gedaagd door ondergetekende, die de diskussie over het vreemdelingenbeleid wil openbreken door een stiptheidsaktie. Hij heeft zich bij zijn baas geïdentificeerd, maar zònder een kopie af te geven. Daarmee voldoet hij naar de letter genomen aan de wet en zou het anoniementarief niet moeten gelden. Dit kort geding heeft hij verloren. Op 5 januari 1996 werd de zaak behandeld in een bodemprocedure door de Belastingkamer. Uitspraak wordt verwacht voor eind januari. Drie mensen in Alkmaar, Lidwien Divendal, José Driessen en Joris Jan de Vries hebben op 2 januari hun werkgever voor de rechter gedaagd wegens slecht huisvaderschap, waar hij voor gewetensbezwaren tegen identificatie geen ruimte geeft in toepassing van het anoniementarief. Indien de rechter in één van de processen in het voordeel van de aktievoerders zou besluiten, kan heel Nederland zijn kopietjes terugvorderen. Voor de groep van vijftig is dat niet een eindresultaat, maar het begin van een lange en hoognodige diskussie over een solidair illegalenbeleid en herziening van de wet. Uitmondend in een kampanje, waar de vakbeweging een rol in dient te spelen. Het wordt hoog tijd dat solidariteit terugkeert in het nederlandse politieke denken. Zowel de Eerste als de Tweede Kamer heeft daarin gefaald. Daarom hebben enkele mensen de Derde Kamer opgericht, een platform voor kritiese mensen en groeperingen die over ideeën willen praten en op indringende wijze onder meer ook het vreemdelingenbeleid willen tegengaan. Jos Derks Nadere Informatie - Autonoom Centrum Amsterdam, telefoon 020-6126172; Derde Kamer, per adres: Stichting KSA Rotterdam, 010-4666722. |