nr. 71
jan 1996

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Buitenland - stakingsakties in Frankrijk

Strijd, hoop en onzekerheid

Half december werd mij gevraagd een artikel te schrijven voor Solidariteit, waarin de balans wordt opgemaakt van de stakingen in Frankrijk van de afgelopen weken en waarin de perspektieven worden geschetst (de post bleef lang onderweg en het is nu nieuwjaarsdag).

GEEN GEMAKKELIJKE opgave, want de stakingsakties zijn pas net beëindigd, of in ieder geval voorlopig voorbij. Iedereen heeft de akties beleefd vanuit zijn, of haar eigen ervaring en achtergrond en afhankelijk van de kontakten die hij of zij heeft weten te leggen met aktievoerders uit verschillende sektoren. Het enige wat ik op dit moment kan doen, is enkele aspekten van het konflikt benadrukken, aspekten die de franse kommentatoren nauwelijks hebben belicht en waarvan vakbondsleden in Nederland wellicht niet op de hoogte zijn.

Lokomotief

Ik wil in de eerste plaats ingaan op de staking van de 'cheminots', de werkne(e)m(st)ers van de franse spoorwegen. Deze sektor was, vergeef me de woordspeling, de lokomotief van de akties: een langdurige staking, zeer massaal, met heldere leuzen en eisen die door de bevolking goed begrepen werden - zelfs door degenen die dagelijks veel last ondervonden van de vervoersstaking. Met enkele voorbeelden zal ik toelichten waarom hun akties over de hele linie aansloegen en waarom ze de kern van de maatschappelijke problemen raakten.

Aantasting VUT-regeling

Eén van aanleidingen voor de spoorwegstaking was het ter diskussie stellen van de VUT (met 50 jaar voor het rijdend personeel en met 55 jaar voor de overigen). Rechts wilde doen geloven dat deze VUT-regeling een 'privilege' was. Door dat te stellen, gaat men voorbij aan het feit dat de huidige VUT-leeftijd deel uitmaakt van het arbeidskontrakt van het spoorwegpersoneel, op dezelfde manier als het salaris (dat niet super is) en de werktijden(zeer ongunstig). Bovendien is de belangrijkste eis - waarvoor werknemers in Frankrijk de afgelopen twintig jaar overigens fors hebben ingeleverd - het scheppen van werk, onder andere door vervroegde uittreding. Het spoorwegpersoneel heeft gestreden (en met sukses) voor het behoud van deze verworvenheid. Dat gebeurde nog vasthoudender dan voor hun salariseisen, omdat hun eigen belang op dit punt het kollektief belang raakt.

Toekomstplan spoorwegen

Een tweede belangrijke aanleiding voor de spoorwegstaking was het plan voor de toekomst van de franse spoorwegen. Belangrijk in dit verband is het feit dat veel werknemers van de franse spoorwegen afkomstig zijn uit kleine steden verspreid over heel Frankrijk. Zij zijn getuige van de verspilling, zowel maatschappelijk en menselijk als op het gebied van het milieu, als gevolg van de sluiting van 'onrendabele' spoorlijnen. Door het probleem aan de orde te stellen van de nieuwe dreigende rationalisatie van het spoorwegnet die in het toekomstplan is voorzien, stellen zij tegelijkertijd een aantal andere zaken aan de orde, namelijk:

* de rol van het openbaar bestuur,

* de machtige lobby van auto- en wegvervoer,

* de kriteria die de europese eenwording stelt en

* de ruimtelijke ordening.

Op dit vlak heeft het spoorwegpersoneel alleen (maar dat is al erg belangrijk) tijdwinst binnengehaald: het toekomstplan zal gedurende een aantal maanden opnieuw besproken worden en de lopende reorganisaties zullen voor de duur van de diskussie worden stilgezet.

Plan Juppé

En het "Plan Juppé" voor de hervorming van het sociale zekerheidsstelstel? Tot nu toe ben ik hier niet op ingegaan, omdat het niet de belangrijkste katalysator was in de vervoersstaking. Maar het "Plan Juppé", de maatschappelijke keuzen waar het voor staat en de autoritaire wijze waarop het bekend is gemaakt en zelfs al wordt ingevoerd, heeft veel invloed gehad op het vervolg en het verloop van de akties.

Immers, behalve het spoorwegpersoneel en werknemers met soortgelijke eisen in de openbaar vervoerssektor (metro, bus en tram) heeft de grote massa zich in meer of mindere mate bij de akties aangesloten. Vandaar die enorme manifestaties in de meeste grote steden. Vandaar ook het sukses van de leuzen, zelfs bij de 'rustige' delen van het overheidsapparaat.

Zinloze offers

Het proces verloopt alsof ieder voor zich een belangrijke konstatering heeft gedaan, namelijk:

'De offers die van me gevraagd worden, zijn absoluut belachelijk, slechts een klein aantal mensen profiteert ervan en die offers leveren ook nog eens geen enkele bijdrage aan de strijd tegen werkloosheid en uitsluiting. Integendeel, ze verergeren de situatie op alle fronten en, wat misschien nog erger is, mensen die me willen overtuigen van de noodzaak van deze offers liegen al sinds lange tijd, waarbij ze gebruik maken van hun politieke, intellektuele of journalistieke autoriteit.'

Dit kollektief inzicht, gevoed door de verwevenheid tussen de verschillende lagen van de maatschappij (de kondukteur bij de spoorwegen heeft een broer die in de private sektor werkt, een dochter die uitzendkracht is, een neef die werkloos is, ...), is de belangrijkste reden tot hoop na deze stakingen van november/december 1995, omdat het de verhoudingen in het maatschappelijk debat verandert.

Betekenis voor vakbeweging

Het is dit inzicht waardoor de franse vakbeweging zich op dit moment gesteund weet, zoals dat ook tijdens het konflikt het geval was.

De kommunistiese vakbond CGT, die de maatschappelijke strijd graag wil sturen, kontroleren en beheersen, heeft zich dit keer zeer demokraties getoond door steeds te bevestigen dat zij de beslissingen van de stakingskomitees wil respekteren.

Bij de sociaal-demokratiese vakcentrale CFDT hebben veel aangesloten bonden en federaties diepgaand geïnvesteerd in de strijd. Dit betekent een totale breuk met de koers van de leiding van de vakcentrale die zeer weiwillend tegenover de regering staat. De onafhankelijke, linkse vakbonden met veel eden bij de posterijen, het onderwijs, de belastingdienst enzovoort - soms als gevolg van uitsluiting van de grote konfederaties - hebben hun aanhang en hun gehoor kunnen versterken dankzij hun betrokkenheid bij de stakingen.

Wat de vakorganisatie Force Ouvrière betreft, haar rol is veel tweeslachtiger, omdat deze organisatie zich in de strijd tegen het "Plan Juppé", vooral zorgen maakte om de rol van de vakbondsbestuurders in de paritaire overlegstrukturen van de sociale zekerheid. Bestuurders die in de meeste gevallen afkomstig zijn van ... Force Ouvrière.

Vakbondsorganisaties die zich over het algemeen strijdbaar hebben getoond, demokraties en eensgezind; dat is voor linkse vakbondsleden volop reden tot voldoening. Het is trouwens frappant dat, hoewel de afgelopen jaren veel bonden aktief waren in dezelfde sektoren, de werknemers in deze sektoren geen behoefte hadden om 'koördinatoren' aan te wijzen, onafhankelijk van de vakbonden.

Onzekerheid

Naast strijd staan "hoop en onzekerheid" in de titel van dit artikel. Ik heb enkele ontwikkelingen geschetst die hoopgevend zijn. De toekomst is echter onzeker, om verschillende redenen:

1. De regering zit op dit moment nog steeds in het zadel en handhaaft de uitgangspunten voor de verandering van het sociale zekerheidsstelsel; alleen de wijze van invoering is onderwerp van diskussie. De omstandigheden waaronder de diskussie wordt gevoerd, bieden - gezien de krachtsverhoudingen - perspektief, maar de onderhandelingsmarges zijn zeer beperkt.

2. Hoewel de vakbonden geen slecht figuur hebben geslagen in het konflikt, is het nog maar de vraag of dat de komende weken voldoende is om verder te gaan in de richting van toenemende verankering en van een noodzakelijk herstel.

3. Sommige verenigingen van werklozen en organisaties tegen uitsluiting (met name de organisatie voor dak- en thuislozen: "droit au logement") hebben de stakingen gesteund en meegedaan met akties. Maar in wezen is er geen koppeling ontstaan tussen de lijn die door de stakers verdedigd werd, en de as waarlangs de strijd voor meer werk door arbeidstijdverkorting wordt gestreden.

4. De enorme maatschappelijke inzet, blootgelegd door de beweging (en gezien de weerklank bij de bevolking breed gesteund), veronderstelt een geloofwaardig politiek alternatief dat op dit moment niet voorhanden is in Frankrijk.

5. Het zal, tot slot, zeer moeilijk zijn deze noodzakelijke heroriëntering in strikt nationaal verband door te voeren. Maar daarmee begeef ik me in een heel ander debat. Een debat waaraan het blad Collectif, evenals Solidariteit naar ik verwacht, overigens graag een bijdrage levert. Het lijkt me in ieder geval dat het zeer heftige verzet tegen de principes van het ultra-liberalisme, zoals dat tijdens de strijd van de afgelopen maanden in Frankrijk tot uiting is gekomen, een veel breder verzet op europese schaal kan ondersteunen.

Serge Volkoff
(lid redaktie Collectif, frans zusterblad Solidariteit)
Vertaling: Marie-Louise Sanders.