nr. 70
nov 1995

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Bijeenkomst arbeidstijdverkorting, 7 oktober 1995

Realisme van 32-urige werkweek

Precies dertien jaar na de oprichting van Solidariteit in een gebouwtje van de bedrijfsledengroep van De Schelde in Vlissingen, kwamen we 7 oktober 1995 opnieuw op een 'vrije zaterdag' bij elkaar. Deze keer in het amsterdamse Open Haven Museum over arbeidstijdverkorting. Met een prachtig uitzicht op Het IJ en de vergane glorie van het oostelijk havengebied. Toen met z'n vijftienen, nu met ruim drie keer zo veel. Motto: naar een 32-urige arbeidsweek in de CAO's van 1996.

OVER DE NOODZAAK van die 32 uur bestond geen, enkele twijfel. Alleen dan kan de werkloosheid een forse klap krijgen. Maar zou een tussenstap naar 36 uur niet realistieser zijn, bijvoorbeeld bij dagen kantoordiensten in een schema van 4 maal 9 uur? Moeten we in onze argumentatie meer nadruk leggen op de betekenis van vrije tijd, dus op wat wel genoemd wordt de 'kwaliteit van het leven'?
Voordat we over deze en andere vragen spraken, hoorden we van vijf 'inleiders' hoe de praktijk er in hun sektor en bond voor staat. Dick Gerritsen, AbvaKabo - gezondheidszorg. Jan Guyt, FNV Dienstenbond - supermarkten. Henk Fikke, Voedingsbond FNV - bakkerijen, Afke Nel Smit, Vervoersbond FNV - Nederlandse Spoorwegen, Michel Tilanus, Industriebond FNV - Unilever.

Gezondheidszorg

Dick Gerritsen bevestigde de stelling van Lot van Baren in de atv-krant van september 1995: in de gezondheidszorg is zo veel bezuinigd, is de werkdruk zo hoog opgelopen dat een herbezetting van 120 procent geen wens maar een realiteit zou moeten zijn. Op die manier kan het wantrouwen in een arbeidstijdverkorting die alleen maar tot verhoging van de werkdruk leidt, worden weggenomen. De huidige twee uur atv - van een gemiddelde werkweek van 40 naar 38 uur - glijdt door de vingers van mensen, omdat er weinig invloed is op de roosters. De AbvaKabo gokt nu op 36 uur, 32 uur wordt als een te grote stap gezien ... Maar zonder kontrole op roostering en onder voorwaarde van 'gemiddeld op jaarbasis' zal ook dan van herbezetting weinig terechtkomen.
Te midden van de diskussie over een 24-uurs beschikbaarheid van werkne(e)m(st)ers, zo benadrukte Dick, lijkt nogal eens vergeten te worden dat deze situatie in bijvoorbeeld de ziekenhuizen al lang bestaat. Dat houdt allerlei soorten onregelmatige dienst in, zoals: volkontinu-, aanwezigheids-, slaap- en beschikbaarheidsdiensten en niet te vergeten overwerk. De overgang van een drie- naar vierploegendienst zou al een hele stap zijn, terwijl de 'onregelmatigheid' niet in toeslagen maar in het gewone loon terecht zou moeten komen.

Supermarkten

De CAO voor de supermarkten is per l juli 1995 afgelopen. Over een nieuwe CAO is formeel en informeel onderhandeld, er is aktie gevoerd, maar veel schot zit er niet in. Kern van het konflikt is het behoud van de toeslagen bij de steeds verdere verruiming van de openingstijden van de winkels. Jan Guyt wijst op het algemene belang van de handhaving van de toeslagen. In de supermarkten wordt een voorhoede-gevecht gevoerd. Wanneer daar de onregelmatige uren in de avonden en weekeinden betaald worden als 'gewone uren' of een heel klein beetje meer, is de trend gezet voor alle andere sektoren. Hij betreurt het dat dit gevecht geen brede, daadwerkelijke steun krijgt van de (leden van) andere bonden. Vooral nu de FNV Dienstenbond gekonklu-deerd heeft dat de bedrijfstijdverlenging niet tegen te houden is. Op de 'extra' uren worden kontraktanten ingezet die vrijwel rechteloos zijn, opgeroepen worden voor de drukke tijden en voortdurend met de rug tegen de muur staan. In de supermarkten is hun aantal (veel scholieren) beduidend groter dan het aantal mensen met een vaste en volledige baan. De paar uurtjes atv hebben dan ook niet geleid tot herbezetting. Ook omdat de atv-uren niet, zoals de bedoeling is, worden opgespaard en in halve of hele dagen opgenomen. Het 'overleg' met de chef leidt er toe dat mensen, als het stil is, een uurtje eerder weg mogen. Nodig is volgens Jan: een verdergaande atv waardoor verbrokkeling in uurtjes onmogelijk wordt, plus een gepland rooster over bijvoorbeeld twee maanden waarvan niet afgeweken kan worden. Verder zullen de kleine kontrakten afgeschaft moeten worden, want zij ondermijnen de toeslagen.

Bakkerijen

Bij de bakkerijen, legde Henk Fikke ons uit, is arbeidstijdverkorting gebruikt om de leegloop op te vullen. De uren worden opgespaard, maar kunnen niet in de piek- en wel in de daluren opgenomen worden. Hierdoor en door de grote toename van uitzend-, detacherings- en kontraktarbeid neemt de werkdruk toe en blijft uitbreiding van werkgelegenheid uit. Henk geeft een drietal punten aan waarvoor de Voedingsbond zich nog sterker zal moeten maken:

  1. Scholing hoort bij atv. Alleen op die manier kunnen langdurig werklozen weer deelnemen aan de betaalde arbeid.
  2. Een banenpool van werkloze bakkers, onder de voorwaarden van de CAO, kan voorzien in de schommelingen van drukke en slappe tijden.
  3. Overwerk zal in tijd uitgekeerd moeten worden, direkties worden dan gedwongen mensen aan te nemen.
Tot slot pleit hij voor een algemene erkenning binnen de vakbeweging van een basisinkomen. Dat maakt ekonomiese zelfstandigheid mogelijk, evenals herverdeling van arbeid, waardering van huishoudelijk en vrijwilligerswerk en afschaffing van de sollicitatieplicht.

Nederlandse Spoorwegen

Bij NS is een ontwikkeling te zien die haaks staat op de algemene tendens tot bedrijfstijdverlenging: loketten gaan helemaal of gedeeltelijk dicht. Met deze opening tekent Afke Nel Smit de klantvriendelijkheid van de NS-direktie.
Temidden van een reeks saneringen heeft arbeidstijdverkorting bij uitbreiding van werkzaamheden niet tot groei van de werkgelegenheid geleid, maar tot vermindering van de krimp. Daar waar het personeel in roosters werkt, zijn de atv-dagen vast te leggen en is herbezetting mogelijk. In andere gevallen is daar nauwelijks sprake van; atv-dagen worden 'vrij' opgenomen en bijvoorbeeld aan een vakantie geplakt.
Twee jaar geleden wilde de NS-direktie naar een raam-CAO waarin bijvoorbeeld de lonen, arbeidsduur en pensioenen centraal geregeld worden. De arbeids- en rusttijden, plus vergoedingen komen dat in afzonderlijke bedrijfsCAO's. Bij een business-unit zoals 'infra', die moet konkurreren met aannemers op de markt, zal er voor het werk 's nachts en op andere onaangename tijden van die vergoedingen weinig overblijven. In navolging van de Vervoersbond FNV spreekt de direktie voor de komende CAO van een mars naar een vierdaagse werkweek (bij een beperkte loonsverhoging en handhaving VUT-regeling). Afke Nel vreest dat het een wandeling wordt, terwijl een sprint nodig is.

Unilever

Michel Tilanus begint met de eerste les die hij vijftien jaar geleden van de brabantse 'boeren' kreeg, toen hij bij de margarinefabriek Van den Bergh & Jurgens begon: 'snipper nooit als het rustig is, snipper als het druk is'. Deze wijsheid geldt ook vandaag: leg de atv-dagen in een rooster vast, wijk daar niet vanaf en definieer alle tijd bovenop dat vastgestelde rooster als overwerk. Dat zijn belangrijke voorwaarden voor het vrijmaken van arbeidsplaatsen, dus voor herbezetting.
Sinds 1986 bevat de Unilever-CAO, van toepassing op ongeveer de helft van de 10.000 werknemers, voor de volkontinu een vijfploegendienst (gemiddeld: 33,6 uur per week). De huidige vijf oproepdagen moeten er in de nieuwe CAO uit. De twee- en drieploegendienst draaien bij een gemiddelde werkweek van 36 uur in roosters van 40 uur. In een reglement is bepaald dat de vier atv-uren minimaal in één keer worden opgenomen en ook nog gelijkmatig over het jaar verdeeld. Bij dit machine-gebonden werk is de atv en herbezetting redelijk geregeld. Bij het taak- en daardoor meer persoonsgebonden werk van de dagdienst ligt dan moeilijker, de herbezetting is minder kontroleerbaar. Daar geldt een gemiddelde week van 38 uur, met de mogelijkheid twee uren atv te verdienen, wanneer mensen bereid zijn flexibeler te werken, bijvoorbeeld een aantal zaterdagen. Die bereidheid is er in de praktijk niet vaak.
De komende CAO-ronde zal beïnvloed worden door reorganisaties en mogelijke sluitingen van vestigingen. Dat betekent een sfeer van 'redden wat er te redden valt'. In ieder geval zal geprobeerd moeten worden de vari-tijd van de Industriebond tegen te houden (voorbeeld Akzo Nobel: bij een gemiddelde van 36 uur zijn weken van 5 maal 9 uur mogelijk); 40 uur per week moet het maximum zijn. Bij de twee- en drieploegendienst is minimaal 34 en bij de dagdiensten minimaal 36 uur nodig. De toeslagen moeten hoe dan ook behouden blijven.

Mobiliserend

Uit de diskussie na deze inleidingen vatten we de volgende punten samen.

  • Verhoging van de werkdruk heeft atv impopulair gemaakt. Steeds zal duidelijk gemaakt moeten worden dat niet atv de oorzaak is van taakverzwaring, maar het uitblijven van de herbezetting en de arbeidsintensivering door nieuwe managementtechnieken. Van belang is dan ook de verhoging van de werkdruk zelf aan te pakken. Dat kan los van de CAO door voortdurend te hameren op een werklast en/of bezettingsgraad die 'normaal' werken mogelijk maakt.
  • Een vierdaagse werkweek spreekt veel mensen aan als een logies vervolg op de eerdere overgang van een zes- naar een vijfdaagse werkweek. Hoe nodig een week van 32 uur in een schema van 4 maal 8 ook is, deze stap wordt vaak als een 'brug te ver' gezien. Een werkweek van 4 maal 9 uur lijkt meer kansen te bieden, zeker als door overwerk een werkdag van 9 uur regelmaat is. Voorwaarde is dan wel dat die 9 uur beperkt blijft tot de 'gewone' dag- en kantoordiensten. Overigens is ook een konstruktie mogelijk van 9 dagen in 2 weken, respektievelijk van 32 en 40 uur.
  • Tegen dit standpunt dat de atv-eis realistieser wil maken, werd ingebracht dat het onrealisties is te denken dat in een later stadium die dag van 9 uur weer afgevoerd kan worden. Het zal een versterking betekenen van de huidige tendens naar verlenging van de arbeidsdag. Bonden doen daaraan mee in de vorm van vari-tijd en de nieuwe arbeidstijdenwet maakt zelfs een 10-urige werkdag mogelijk. Het stellen van de grens van 8 uur per dag (of werktijd) sluit tevens de 40 uur in als maximale lengte van een flexibele werkweek.
  • Aan deze kritiek op een mogelijke werkweek van 4 maal 9 uur werden nog twee argumenten toegevoegd. De 9 uur vraagt een langere hersteltijd die de vijfde, vrijgekomen dag aanvreet. En: de 32-urige werkweek is bij uitstek een eis die voor allerlei situaties-mobiliserend werkt. Ook voor de ploegendiensten. Zo staan we met de vijf ploegendienst al een tijd stil, 32 uur maakt de weg naar een zesploegendienst open.
  • Voor veel mensen wordt de reistijd naar en van het werk langer. De afstand tussen werken en wonen is toegenomen en als dat niet letterlijk het geval is, zorgen de files daar wel voor. In wezen hoort de reistijd bij de werkdag; in de CAO's zal - zoals bij de bouw - een regeling opgenomen moeten worden die de som van de reis- en werktijd aan een maximum bindt. In ieder geval betekent een vierdaagse werkweek één dag minder reistijd.
  • Uit de ervaringen van de afgelopen vijftien jaar zou de konklusie getrokken kunnen worden dat atv niet populair is. Hoewel duidelijk is dat de herbezetting mager is en mensen er voor hebben ingeleverd, blijft toch de vraag waarom een drastiese atv geen massale eis is. Vroeger maakten mensen 12 uur per dag en geloofden ze in een radikale verkorting naar 8 uur. Ze zagen het direkte verband tussen korter werken en de verbetering van de kwaliteit van hun leven. Ligt dat nu dan anders? Is het leven buiten het werk nog wel aantrekkelijk genoeg? Alom wordt geklaagd over de werkdruk en tegen terugdringing van de werkloosheid kan toch geen werknemer zijn? Tegelijkertijd kunnen we vaststellen dat de vrije tijd steeds meer aan marktmechanismemen onderworpen wordt en vaak op een vergelijkbare manier georganiseerd is als de arbeidstijd. Dat betekent dat in de argumentatie voor atv veel meer de nadruk gelegd moet worden op het belang van het leven buiten de arbeid. Ons werk is langzamer hand een slijtage-slag geworden die ons verhindert de tijd te nemen om te leven.

Besloten werd de hoofdlijn van de tweede atv-krant in een verklaring samen te vatten en die te sturen naar de bondsraden, bondsbladen en een aantal andere media (hetgeen inmiddels is geschied).

Hans Boot