nr. 7 jul 1984 |
Solidariteit
Werk maken, werk delenEén van de leden van de Industriebond begint met op te merken dat bij Solidariteit een uitstekend blad vindt, maar te theoretisch. De praktijk van de vakbondsstrijd moet meer tot uitdrukking komen. Hij pleit voor korte krachtige verhalen, zij het dat hij beseft dat die het moeilijkst te schrijven zijn. Het blad moet simpeler, want ZIN is al zo moeilijk. Aan de andere kant eist met name de strijd voor arbeidstijdverkorting scherpe analyses.Maar analyseren is niet simpel. Voor dat dilemma zit Solidariteit. Maar het moet wel door iedereen gelezen kunnen worden. Voor een goed deel beheerst dit dilemma het gesprek. Met name geldt de vraag: Wie is die 'iedereen'? Met iedereen blijkt niet'alleman/vrouw' bedoeld te worden. Wel alle aktieve mensen, die in de vakbondsstrijd op moeilijkheden stuiten. Dat leidt tot de suggestie om Solidariteit in twee delen op te zetten: een theoretisch en een praktisch deel. Men kan dan abonnees werven onder hen die houden van analyses en hen die handreikingen willen bij de direkte strijd op de werkvloer. Handleiding bij nota'sEen ander lid van de Industriebond is tevreden over Solidariteit. De inhoud van het blad kom je nergens anders tegen, noch in de dagbladen, noch in de vakbondsbladen. Het is hard nodig, met name om de informatie-achterstand weg te werken als kaderleden met de bondsbestuurders praten. Je krijgt vaak uit de bond nota's vol moeilijke termen onder je neus en dan is het moeilijk om de kern eruit te halen. Soms krijg je die nota's niet eens te zien. Zo kreeg hij maar heel toevallig de tegennota van Agenant in handen. Ligt hier een taak voor Solidariteit? Kan van nota's en tegennota's niet in kort bestek in het blad melding worden gemaakt, dan krijgen de kaderleden stof voor diskussies op vergaderingen. Maar dan wel beknopt; ook in Solidariteit komen soms lange grijze stukken voor. Voor vergaderingen zou je moeten kunnen beschikken over een korte handleiding. Het gesprek gaat dan nog even voort over het geschetste dilemma: er worden pleidooien gehouden voor zowel diepgravende analyses als voor korte verslagen uit de bedrijven. Met die laatste kan Solidariteit een blad worden waar men ervaringen kan uitwisselen. Er wordt lof uitgesproken over de lay-out. Wat betreft de aktualiteit ligt het moeilijk. De laatste nummers van Solidariteit zijn te 'krantachtig'. Er wordt op zeer aktuele zaken ingegaan. Maar omdat het blad een paar weken later verschijnt dan het tijdstip waarop het beschrevene zich afspeelt, is het mosterd na de maaltijd. De situatie is dan al verder voortgeschreden of iets anders is aktueel geworden. Een ander merkt op dat de artikelen nogal eens te algemeen zijn, bijvoorbeeld over arbeidstijdverkorting. Daarin komen de tegenstrijdige belangen van mannen en vrouwen onvoldoende ter sprake. Moeten vrouwen wijken voor mannen of moet positieve diskriminatie worden toegepast? Zulke artikelen moeten ingaan op de scherpe punten die er liggen. Van meedenknaar strijdbondDe taak van Solidariteit wordt als volgt aangegeven. Op de werkvloer kom je grote ontevredenheid tegen. Solidariteit moet voorstellen formuleren hoe men uit de put van wantrouwen ten opzichte van de bond kan klimmen, hoe de leden het moeten aanpakken, hoe de meedenk-bond een strijd-bond wordt. Als de top dat niet organiseert, moet dat vanuit de basis gebeuren. De bond moet voor het blok gezet worden. Daarin ligt een taak voor Solidariteit. Het debat spitst zich toe op de vraag waar de prioriteit binnen de vakbeweging (en uiteindelijk binnen Solidariteit) moet liggen: bij het organiseren van solidariteit met groepen die in de knel zitten of bij de aktuele eigen belangenstrijd. Gekonstateerd wordt dat je 'solidariteit zomaar' wel op je buik kunt schrijven. Die solidariteit komt er pas als de bond ook voor jouw belangen, voor jouw poen opkomt.
Net van korrespondentenHet gesprek pendelt tussen de trieste vaststelling dat de vakbeweging de mensen niet heeft kunnen motiveren om niet alleen voor eigen belangen op te komen, en de opvatting dat de direkte loonstrijd de traktor is waarmee je de hele kar van de algemene solidariteit trekt. Aan de ene kant (de solidariteitskant) zegt men dat de funktie van Solidariteit scholend en opinievormend moet zijn. Aan de andere kant (de eigen belangen) wordt opgemerkt dat een brede informatie-kampagne nodig is. Eén van de diskussianten sluit hierop aan en houdt een pleidooi voor een net van korrespondenten. Zo kan vanuit verschillende bedrijven Solidariteit van gegevens voorzien worden en kan andersom Solidariteit de mensen informeren. Dit is een zware opgave, maar dat net van korrespondenten kan in voorkomende gevallen, bijvoorbeeld in regio's, ook tot pamfletachtige, ad-hoc uitgaven komen. De voorzitter merkt op dat in redaktie en redaktieraad voorstellen zijn gedaan om regionale bijeenkomsten te beleggen, maar dat het er bij alle drukte nog niet van gekomen is. Flexibilisering arbeidstijdTot slot wordt ingegaan op de kwesties van de flexibilisering van de arbeidstijd en de ontkoppeling van de arbeidstijd en de bedrijfstijd. Van verschillende zijden wordt opgemerkt dat de ondernemers handig van deze twee kwesties gebruik maken om hun eigen belangen na te jagen. Is die flexibilisering alleen een ondernemersbelang? Sommigen zeggen dat het een schande is dat de bonden achter die flexibilisering staan. Anderen merken op dat uitbetalen van overwerk hierdoor wordt uitgehold. Weer anderen zeggen dat de ondernemingsraden hierdoor meer bevoegdheden krijgen en dat is gunstig voor de werknemers. In ieder geval zou een goede analyse van deze problemen prima zijn voor Solidariteit. Als aanbeveling wordt meegegeven om op momenten waarop dit geschikt is een tussentijds informatiebulletin (misschien een stencil?) door Solidariteit te laten uitgeven. Aktuele informatie die de rol van het blad kan verstevigen. Konkluderend wordt gezegd dat er een taak voor Solidariteit ligt om tegenover de werkgeversvisie van reorganisaties van de maatschappij (naar japans model?) een eigen visie van de strijdbare werkmensen te ontwikkelen. Hebben wij ook een maatschappijvisie of versnipperen wij onze krachten door telkens op bepaalde punten te vechten, waarbij wij dan onontkoombaar het onderspit moeten delven? Gerard van den Boomen
|