nr. 7
jul 1984

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Diskussie met de zaal

Offensief van de FNV voor ATV is nodig.

Na de reaktie van Mandel op het kommentaar van Agenant, Jansen, Kuiper, Krul en De Waal volgde de diskussie met en in de zaal. De aanvankelijk korte beschikbare tijd werd op voorstel van voorzitster Fernanda van Hamersveld onder applaus met meer dan een half uur verlengd. In eerste instantie richtte de diskussie zich op Mandel. Hem werd onder andere verweten geen relatie te hebben gelegd tussen het afbreken van de solidariteit en het falen van de 'oude socialistische ideologieën'. Daarna werd met name de koers van de Industriebond FNV onder vuur genomen en leverde Willem Agenant kritiek op het financieren van de arbeidstijdverkorting uit de stijging van de produktiviteit; dat 'levert geen werk op en houdt het kapitaal buiten schot'.

Arnold Koper (journalist de Groene Amsterdammer) maakt drie kritische kanttekeningen bij de uiteenzetting van Mandel.

1. Krul heeft gewezen op het afkopen van arbeidstijdverkorting door grote ondernemers met een paar procenten loonsverhoging. Behalve de onaanvaardbare inkomensverschillen met de uitkeringsgerechtigden ontstaan zo ook enorme verschillen tussen bedrijven en bedrijfstakken. Dit is de realiteit en zou wel eens één van de centrale problemen voor de nederlandse vakbeweging kunnen worden.

2. Het verhaal over de morele en sociaal-psychologische gevolgen van de werkloosheid is mooi verteld, maar beslist niet nieuw. Het afbreken van de solidariteit heeft ook te maken met de teloorgang van de oude socialistische ideologieën in de praktijk van de strijd.

3. Wetgevende aktie heeft in eerste instantie geen effekten voor de vele werklozen. Velen van hen zoeken naar eigen uitwegen in de krisis en wenden hun eigen kreativiteit aan. Bijvoorbeeld memo-bedrijfjes, klussenkollektieven. Dat kun je niet afdoen met grapjes of cynische opmerkingen.

Verenigde eisen

Ernest Mandel: De eerste vraag. Er is in elk geval een parallel geval, dat van Shell. Dat is de Antwerpse petroleumnijverheid waar de loonkosten een zo gering deel van de totale produktiekosten zijn dat ze de ondernemer absoluut geen problemen geven, looneisen toe te staan. Als ge dat nu over de gehele ekonomie verdeelt dan ziet ge dat dat slechts een minderheid van bedrijven en een minderheid van arbeiders en bedienden aangaat. De volgende keus - en dan komen we terug bij het probleem van de segmentatie, maar die we niet als een fataliteit moeten aanvaarden, maar als een gevaar moeten bestrijden. Waar geven we de voorkeur aan? Aan wat men in België en in Frankrijk noemt interprofessionele eisen, dat is te zeggen eisen die gelden voor de gesyndikeerden in hun totaliteit. Of specifieke bedrijfseisen of bedrijfstakken. En hoewel ge in de realiteit met de arbeiders en bedienden zoals ze zijn - ik ben het er totaal mee eens dat ge van die realiteit moet uitgaan - dat tweede aspekt niet kunt uitschakelen - we kunnen niet aan vakbondspolitiek doen die uitsluitend op algemene interprofessionele eisen gericht is - maar dat we toch een bewuste poging moeten ondernemen om hetgeen gemeenschappelijk is en hetgeen verenigt, iedereen, sterker aan bod te doen komen.

Gezwicht voor burgerlijk offensief

Dat laat mij toe op de tweede vraag te antwoorden. Ik geloof niet dat de teloorgang van de socialistische ideologie aan de ondoelmatigheid of de ontoereikendheid van de socialistische ideologie te wijten is. Ge kunt altijd verbeteren en ik ben geen voorstander van een socialisme van de ijskast, waar ge alles kunt insteken en het er later uithalen om het op te eten en vooral het goed te verwerken. Maar ik geloof dat de hoofdverantwoordelijkheid voor de teloorgang toch wel ligt bij die praktijk van de arbeidersorganisaties en de praktijk van de arbeidersopvoeding. Ge moet simpel maar wat parallellen trekken tussen wat er voor en na de Eerste Wereldoorlog en na de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Ik kan voor mijn eigen land en voor mijn eigen arbeidersbeweging spreken. Ik heb helaas een tijd gekend, omdat ik niet meer van de jongeren ben, dat in een stad als Brussel (en dat is geen hoofdstad van de georganiseerde arbeidersbeweging in België) acht, negen, tien scholingskursussen per week funktioneerden, in de vakbond, in de socialistische partij, in de kommunistische partij, in de linkse groepen, zelfs in de linkse katholieke beweging, de christelijke vakbeweging. Vandaag is er geen enkele. En dat is niet alleen vandaag; dat is al jaren en jaren. Het enige wat men nog onderwijst is sociale wetgeving en dat heeft met socialistische ideologie niet veel te doen. Iets, maar niet veel. Het totaal is vol van burgerlijke ideologie, van burgerlijk offensief op dat gebied, dat heeft die teloorgang veroorzaakt; niet de grote gebreken van de socialistische ideologie. Ik kan één voorbeeld geven. We beleven de tweede ergste krisis van de kapitalistische ekonomie in haar hele geschiedenis...

Wat is kapitalistische ekonomie? Kapitalistische ekonomie is marktekonomie, al die zaken zijn door de marktekonomie veroorzaakt. Individuele ondernemers, niet de staat hebben miljarden dollars verkeerd geïnvesteerd. Totaal fout! Totale verkwisting! Men heeft nieuwe staalbedrijven opgericht met de meest moderne technologie en de meest moderne machines die niet één enkele dag hebben gewerkt! Die men heeft gesloten nog voor ze in de produktie lagen! Maar tezelfdertijd leest ge in alle kranten, in alle tijdschriften, hoort ge in alle televisieprogramma's dat de krisis is veroorzaakt door het miskennen van de wetten van de marktekonomie. En dat men maar de ondernemers meer vrijheid had gegeven de krisis niet zou zijn ontstaan. En de grote meerderheid van de mensen slikt dat, en waarom? Omdat de socialistische kritiek op de marktekonomie verkeerd is? Nee. Ze slikken het omdat ze het niet beter weten. En omdat niemand hen iets anders zegt of omdat degenen die hen iets anders zeggen zo gering zijn of zo weinig gehoor krijgen - praktische materiële redenen, niet door gebrek aan argumentatie - dat die hegemonie totaal is.

Kollektieve organisatie

Ik kom tot het laatste punt. Dat is een misverstand. Ik heb het niet gehad over het feit dat de werklozen zouden moeten wachten totdat de nog werkende arbeiders hen van hun lot redden. Het is begrijpelijk dat ge dat niet kunt zeggen. Als ge dat zegt gaat ge nog minder kontakt met hen krijgen dan ge al hebt. Ge moet hen dus de kans geven om voor hun miserie onmiddellijk een oplossing te kunnen vinden, daar is een zekere mate van eigenaktiviteit onvermijdelijk; daar ben ik het volledig mee eens. Ik wil alleen het volgende te bedenken geven: ten eerste, de omvang daarvan is buitengewoon gering. Op dat gebied heeft men ook al statistisch onderzoek gedaan, nietwaar, mevrouw Thatcher in Engeland heeft het gehad over de mogelijkheid voor engelse werklozen om eigen ondernemingen op te richten. De statistiek wijst uit, ik heb het een paar weken geleden in The Economist gelezen... weet ge hoeveel dat is? Eén procent! 99% niet; dat is de werkelijkheid. Misschien is het in Italië groter, ik weet het in Nederland niet, in Frankrijk groter. Maar wat betekent dat? 5%, 4%, 7%, niet 50%. Het is totaal onrealistisch om dat aan te nemen. Daarnaast zijn er de sociale aktiviteiten, buitenekonomische aktiviteiten. Dat is positief; daar kan men veel proberen te bereiken vanaf artistieke, ludieke aktiviteiten tot zuiver sociaal hulpbetoon. Die aktiviteiten, ik ben er totaal geen tegenstander, een voorstander van. Dat is niet ekonomisch, dat is niet ter verhoging van de meerwaardemassa die ge voor het patronaat in zijn geheel produceert. Maar dat vereist meer dan individueel initiatief, dat vereist kollektief initiatief, dat vereist organisatie.

Tot slot. Ik geloof niet dat wij in het verleden, in de arbeidersbeweging het gewicht en de betekenis van de ontplooiing van de persoonlijkheid theoretisch hebben onderschat. Maar ik geef toe en geef dat aan vele nieuw-linkse stromingen toe dat dat in de praktijk zeker is gebeurd. In de theorie niet. Bij Marx kunt ge daar niks van vinden. Maar in de praktijk wel en dat daar dus een bepaalde verandering van gewoonten, van methode, van aanpak niet uit den boze is, akkoord.

Maar ik blijf toch uit traditie en uit praktische ervaring de voorkeur geven aan kollektieve reaktie, kollektieve organisatie, ook koöperatieve - kollektieve, dat betekent niet de mierenhoop, maar kollektief betekent iets dat breder is dan individueel - en al is het maar om praktische redenen ik geloof dat dat meer mensen bereikt en meer miserie, want daar gaat het in laatste instantie om, kan opheffen.

Inleveren jaagt de leden weg

Adrie Kraaij (Industriebond FNV Rotterdam) gaat fel in op het metaal-akkoord naar aanleiding van een korte diskussie over het onderhandelingsresultaat in de metaalindustrie, waarin Henk Krul opmerkte dat dit resultaat met een positief advies naar de leden gaat.

Arbeidstijdverkorting betekent ook in het akkoord voor de werkvloer inleveren. Ongeveer 15-20 procent netto is het voor ons al achteruit gegaan. Arbeidstijdverkorting betekent flexibiliteit. In het akkkoord waar Krul over praat betekent dat: roosters tussen zeven uur 's ochtends en zeven uur 's avonds, acht uur, soms zes uur, soms tien uur, we weten het niet meer. Trouwens, ik heb het akkoord nog niet gezien, maar we moeten er wel volgende week over stemmen.

Als ik maandag aan m'n kollega's vertel dat ik naar een konferentie ben geweest over arbeidstijdverkorting, lachen ze me uit. Ze geloven er niet in, want het is inleveren en dat hebben we jaren en jaren gedaan. En daarom ben ik ook heel gelukkig dat hier een FNV-bestuurder (De Waal) keihard zegt dat een looneis noodzakelijk is, want dat is hèt probleem van de werkvloer. Dat betekent gewoon dat, willen we de arbeidstijdverkorting in kunnen voeren, we dat gepaard moeten laten gaan met, in ieder geval, uitbetaling van de prijskompensatie en nog wat er bovenop. Pas daarna is de diskussie op de vloer over arbeidstijdverkorting weer mogelijk. En dan hebben we weer andere dingen dan vergaderingen met tien mensen in een bedrijf met 600 leden van de Industriebond. (applaus)

Ernest Mandel: Ik ben het natuurlijk volledig eens met de vaststelling dat elke agitatie voor arbeidstijdverkorting die de indruk wekt dat ze ten koste van de levensstandaard, de koopkracht gaat op een mislukking gaat uitlopen. Het is een feit dat we in de jongste vijf, zes jaar in West-Europa, nog meer in de Verenigde Staten, een achteruitgang van die koopkracht hebben gekregen. Het heeft geduurd voordat het zich omzet, maar nu zet het zich om. In België is de omzet van de kleinhandel met meer dan 10% achteruitgegaan in de loop van één enkel jaar. En ge ziet dat soort van cijfers in het ene land na het andere. Dat betekent heel konkreet geen vakantie, de auto blijft in de garage staan of wordt niet meer gebruikt, kleren worden niet vernieuwd, slechtere voeding in plaats van betere voeding, enzovoorts, enzovoorts. Dat zet zich door in het bewustzijn van de gewone man. En als ge hem zegt, dat is niet belangrijk, het is belangrijker solidariteit te hebben met de werklozen dan verhardt ge, verdiept ge de verdeeldheid. Hij mag niet de indruk hebben dat hij de kosten van die soldiariteit betaalt. De kosten van de solidariteit moeten door het kapitaal worden betaald, door de patroons, niet door een gedeelte van de arbeidersklasse. En op dat gebied heeft dus een gedeelte van de vakbondsleiding toegegeven aan de burgerlijke ideologie van het patronaat en de rol gespeeld van een leerling-tovenaar. En als ge een vakbeweging hebt die niet meer de dagelijkse belangen van haar leden en in de eerste plaats de inkomensbelangen van haar leden verdedigt dan verlaten de mensen de bonden. Ge kunt gelijk welke pseudo-linkse ideologie of verbalisme gebruiken, maar als de mensen de indruk hebben dat zij hun kontributie betalen zonder dat dat iets opbrengt dan gaan zij op hun beurt die kontributie niet meer betalen. En zeker niet meer naar vergaderingen komen. Dus ik ben het met dat gezichtspunt volledig eens.

Ik wil echter alleen het tegengestelde ook onderstrepen en dat is dan een antwoord op dat zogenaamd argument van het realisme en de krachtsverhoudingen. Daar waar de vakbeweging en de leiding van de vakbeweging de elementaire plicht van de verdediging van de belangen van haar leden vervult daar bewijzen de feiten dat het mogelijk is, ondanks de burgerlijke ideologie en ondanks de massale werkloosheid, de mensen op den duur te mobiliseren. En ik wil hier het voorbeeld van de engelse mijnwerkersvakbond aanhalen - men kan van mening verschillen over zijn achtergrond en politieke oriëntatie - maar kameraad Scargill, de voorzitter van de engelse mijnwerkersbond dat is een van de beste syndikalisten vandaag in Europa en hij heeft dat in de praktijk bewezen. Bij het begin van die staking heeft men van hem gezegd: een kommunistische agitator, met een minderheid, met geweld probeert hij de mensen tot een staking te bewegen. Die dat gezegd hebben, hebben nooit een staking beleefd. Want probeer eens met geweld mensen tot een staking te dwingen! Maar nu moet men toegeven, de opiniepeilingen geven het toe, tussen 65 en 75% van alle engelse mijnwerkers, na die lange en harde staking, staan achter de stakingsleiding en staan achter de mijnwerkersbond. (applaus) Dat is de praktijk. (applaus)

Terug naar de leden, of niet?

Rob Coenen (Dienstenbond FNV Amsterdam) - Ik zou als lid van de Dienstenbond bij de mensen van de Industriebond willen pleiten dat akkoord af te wijzen, wat er ligt. Als FNV moeten we in de tweede helft van dit jaar een keiharde vuist maken voor arbeidstijdverkorting met behoud van loon. Nu is de IG-Metall in staking, maar wat doet de FNV? Die wil geld overmaken, maar er zouden toch op zijn minst als demonstratie stakingen moeten worden georganiseerd uit solidariteit. (applaus) Ik denk dat als we arbeidstijdverkorting gaan invoeren, we onder andere de positie van de vakbeweging op de werkplek moeten verbeteren om de kontrole te nemen. Dat je dan moet gaan praten over, in plaats van adviesrecht, over instemmingsrecht van ondernemingsraden. Dan versterk je de positie van de werknemers in de bedrijven in het algemeen. Ik vind het jammer dat daar niet op wordt ingegaan door de vakbeweging. Ze is, dat heb ik gemerkt aan bestuurders van de Dienstenbond, gewoon erg bang voor wettelijke maatregelen, omdat ze dan zelf vreest de kontrolepunten te verliezen. Maar je kunt natuurlijk de gewone mensen op de werkplek ontzettend veel meer kracht en macht geven door dat ook wettelijk beter te regelen dan nu het geval is.

Wim Jansen - Ik wil op die slapheid van de FNV aansluiten. De leiding van de vakbeweging konformeert zich meer en meer aan een voorzichtige politiek, zonder echt in het offensief te gaan. Dat heeft tot resultaat dat de groep die zich altijd aan de basis van de vakbeweging sterk heeft gemaakt steeds kleiner wordt. Die mensen zien het perspektief niet meer. Dat heeft ook te maken met, uiteraard, alle uitkeringsgerechtigden die nog steeds lid zijn van een vakbond, maar niet in de vakbond ingeschakeld worden op een goede manier. Je kunt wel zeggen: een foldertje sturen: we gaan met z'n allen naar Den Haag en dan moet je zien hoeveel moeite je moet doen om de mensen mee te krijgen omdat ze vinden dat hun belangen niet goed verdedigd worden en weer opnieuw teleurgesteld worden. De problematiek van het bezoek van de ledenvergaderingen zit in de opstelling van de leiding van de vakbeweging, de strijdbaarheid.

Wat betreft de zogenaamde financiering van de arbeidstijdverkorting, die moet gezocht worden in de stichting van een nationaal fonds waarin een deel van de overwinsten die de grote ondernemingen maken, terechtkomen. Daar moet de vakbeweging inderdaad voor optreden. Daar moet de bestuurder die naast me zit (Krul) voor optreden. Daar moet ook bijvoorbeeld in de bondsraden over gediskussieerd worden. Dat gebeurt volgens mij veel en veel te weinig.

Henk Krul - Kijk, wat de leden willen is godsgruwelijk interessant. Dat behoeft niet eens altijd bepalend te zijn voor de koers die je vaart. (rumoer in de zaal, band onverstaanbaar) En dan nog één opmerking: premie betalen voor uitkeringsgerechtigden, arbeidstijdverkorting betalen... de arbeidersklasse heeft alles altijd betaald, elke verworvenheid! Elke minuut arbeidstijdverkorting in het verleden is betaald uit produktiviteitsverhogingen. Anders waren de lonen nooit omhoog gegaan. Het was het een of het ander. Het belangrijkste is niet: terug naar de leden en een looneis om de bond weer te laten herkennen, want daar zitten ook elementen van je terugtrekken in. Dat zou inspelen op wat bijvoorbeeld de Shell-direktie wil. Nee, het belangrijkste is, inderdaad tegemoetkomen aan bepaalde gerechtvaardigde koopkrachtige verlangens van mensen en toch de grote route van arbeidstijdverkorting vasthouden. Doorzetten naar die 38-urige werkweek.

Wim Jansen - Ik wil daar toch kort op reageren. In de bouw is het zo: er wordt opgetreden voor belangen in de sektor arbeidsvoorwaarden. Het gaat natuurlijk helemaal niet gemakkelijk, maar daar waar dat gebeurt is er geen ledenverlies in de vakbeweging (applaus) en daar waar niet opgetreden wordt is wèl ledenverlies. En dan kan je het wel terugspelen door te zeggen: ongemotiveerde eisen, maar als je kijkt naar de bouw waar op dit moment zo'n 50% arbeiders òf werkloos zijn òf een ander soort sociale uitkering hebben, dat daar de mensen verwachten van de vakbeweging en dat ook zeggen: als er nu niet wordt opgetreden voor koopkrachtverbetering, want daar gaat het om, dan zien wij het niet meer zitten met die bond en de bonden moeten zich goed realiseren wat er momenteel gaande is. Dat is enorm ernstig. (applaus)

Alie Kuiper - Ik wil nog even heel kort iets zeggen over dat er rechtse ideeën zijn binnen de vakbeweging. Dat kun je natuurlijk niet ontkennen. Dàt er geluiden zijn van vrouwen moeten maar weer naar huis. Maar waar komen die ideeën vandaan? Die komen niet uit de lucht vallen, die hebben te maken met het kader dat de vakbeweging kreëert waarbinnen gekozen mag worden. Als je mag kiezen voor recht op werk voor vrouwen met daarbij inleveren, óók voor mannen of je mag kiezen voor behoud van de werkweek zoals die nu is mèt het salaris dat je nu hebt, dan is het toch logisch dat gezegd wordt: wat willen al die vrouwen, ze hebben toch een vent die voor ze werkt? Als je zegt: iedereen heeft recht op werk en het werk wat er is moet verdeeld worden en het moet gebeuren met behoud van loon dan krijg je niet dat soort verhalen.

Wat wij als vrouwengroep in de AbvaKabo steeds naar voren gebracht hebben is dat het gaat om arbeidstijdverkorting voor iedereen met behoud van loon en dat dan mannen meegaan. Maar als daar een bondsbestuurder naar voren brengt: ja mannen, er moet ingeleverd worden, want vrouwen hebben toch ook recht op werk dan zegt iedereen: bekijk het maar. Dat is toch logisch! (applaus)

Produktiviteitsstijging is van ons

Willem Agenant - Ik heb vandaag veel gehoord waar ik op zou willen reageren, maar twee zaken springen er echt uit. Het gaat om uitspraken van twee bezoldigde bondsbestuurders die vandaag hier zijn. Henk Krul heeft gezegd: de arbeiders hebben altijd betaald voor hun eisen. Ik ben het daar volstrekt niet mee eens. In de tijd dat we een 14-urige werkdag hadden, kinderarbeid hadden en in lompen liepen, eigenlijk geen tijd hadden om te slapen en geen kleren om te dragen, hadden we niets om mee te betalen. De geschiedenis bewijst dat de uitspraak van Henk Krul op zijn minst onjuist genoemd mag worden. Daarnaast hebben Lodewijk de Waal zowel als Henk Krul steeds maar gehamerd op de produktiviteitsstijging als onderhandelingsmiddel naar arbeidstijdverkorting. Ik denk dat dat volstrekt onjuist is. Produktiviteitsstijging betekent niets meer of minder dat, als je die haar gang laat gaan, mensen uit het arbeidsproces gestoten worden door nieuwe technologieën en automatisering en als je produktiviteitsstijging hanteert om arbeidstijdverkorting door te voeren dat op zijn hoogst betekent dat de mensen die nu aan het werk zijn aan het werk blijven. Maar het geeft geen antwoord aan al de werklozen die we hebben. Ik denk dat het onontkoombaar is dat we het kapitaal laten betalen voor verdergaande arbeidstijdverkorting waardoor mensen die nu werkloos zijn ook aan het werk komen. Arbeidsproduktiviteitsstijging en prijskompensatie zijn volstrekt onvoldoende en laat machtsverhoudingen ook helemaal in stand. (applaus)

Fernanda van Hamersveld (foto, 100kb)

Muur (foto, 94 kb)