nr. 62
juli 1994

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Redaktioneel

Armoede wordt normaal

EEN KLEIN BERICHT van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het totale spaartegoed is sinds april 1993 in één jaar toegenomen van 209 naar 216 miljard gulden. Doodleuk meldt de Volkskrant van l9 mei 1994 dat dit 14.000 piek is per hoofd van de nederlandse bevolking. Een volstrekt idiote statistiek, want de volgende dag meldt dezelfde krant naar aanleiding van een Nipo-enquête: "Helft van de werklozen komt niet rond van uitkering". Die enquête stelt verder vast dat 43 procent van de WAO-ers en 30 procent van de gepensioneerden financieel vastlopen.

Begin juni wordt een onderzoek openbaar van de stafmedewerker van de rotterdamse sociale dienst, Oude Engbrink. "Grenzen van de Armoede" heet dat rapport. Eén van de konklusies luidt: In Nederland leven meer dan een miljoen huishoudens op het sociaal minimum. Daarvan zit ongeveer 25 procent op de armoedegrens. Er hoeft maar weinig te gebeuren of de zogenaamde risiko-groepen worden over die grens geduwd en vervallen tot absolute armoede. Die risiko-groepen zijn: oudere, alleenstaande vrouwen met alleen een AOW; bijstandsgezinnen met kinderen, waarvan 'alleenstaande bijstandsmoeders' er het meest bekaaid van afkomen; en werkloze jongeren, onder wie een meerderheid 'allochtonen'. Welke regering er ook komt, paars of grauw, dat duwtje zal worden uitgedeeld. Want nu al maakt zo'n 50 procent van de 'minima' elke maand schulden.

Bij een wassende hoeveelheid spaargeld en stijgende bank-winsten, vervuilt het sociaal milieu.

Ook begin juni lekt een rapport uit van de OESO, de sociaal-ekonomiese denktank van de 25 rijkste landen ter wereld. Naast flexibilisering van de lonen en uitholling van het ontslagrecht beveelt de OESO aan de minimumlonen drasties te verlagen of zelfs af te schaffen en de uitkeringen voor werklozen te verlagen. En dat alles om de werkloosheid terug te dringen. Want, filosofeert de OESO, zo'n beleid prikkelt de zinnen. De ondernemers zullen geprikkeld worden voor weinig geld mensen in dienst te nemen en de werklozen hebben dan zo'n lage uitkering dat ze aan de prikkel van de laagbetaalde arbeid niet kunnen ontsnappen.

Delen van paars en geheel grauw reageert enthousiast: dat beweren we al jaren, het is een paardemiddel, maar het werkt tenminste.

De armoede zal toenemen. Ze is dan niet meer verbonden aan een uitkering, maar ook aan betaalde arbeid. In Amerika noemen ze dat 'working poor'. De werkloosheid is daar laag.

Te midden van de oorlogsgruwelen waaraan de televisie - al voetballend, krassend, paardspringend, kwissend en tennissend - nauwelijks meer toekomt, in de schaduw van exotiese doe-vakanties naar lage-lonen-landen, zijn we gewapend met een identifikatiebewijs getuige van een vrije markt die armoede normaliseert. Zomer 1994. De treinen rijden weer op tijd. Bestuursvoorzitter van NS, Den Besten:

"Ontslag doet ons allemaal pijn; maar er is een goed sociaal plan."

Redaktie