nr. 59
jan 1994

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Redaktioneel

Royementen en openbare ontmaskering

Leden van FNV-bonden blijken lid te zijn van extreem rechtse en racistiese partijen. Kaderleden staan op de kandidatenlijst van de Centrumdemocraten voor de komende verkiezingen van de gemeenteraden. Sommigen van hen vervullen bestuursfunkties in die partij. In december 1993 zijn twee kaderleden geroyeerd en begin dit jaar werd het hoofdgebouw van de FNV beklad met onder meer racistiese leuzen.

Dat is de openbaarheid. Minder zichtbaar is de ervaring van vakbondsleden, op de werkvloer, in de kantine of op vergaderingen. Openlijke vreemdelingenhaat en racistiese uitspraken komen regelmatig voor. Vaker zijn ze gehuld in verwensingen van een voorkeursbeleid voor migranten, van vluchtelingen die Nederland overvol maken, van de islam, van de vervuiling van de buurt of van broodrovende illegale arbeid(st)ers.

Over die verwensingen hoeft niemand zich te verbazen. Ze worden immers uitgedragen of bevestigd door de 'erkende politiek'. Slechts twee recente voorbeelden. 'Vreemdelingen' is het recht op hoger beroep ontnomen, wanneer hun verblijf in Nederland ongegrond wordt geacht. Dat is behalve in strijd met het 'Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten', vooral een aanmoediging 'vreemdelingen' als ongewenst te beschouwen. Het tweede voorbeeld is zo mogelijk nog stuitender. Begin januari werd een negenjarig meisje uit Zaïre per vliegtuig het land uitgezet, omdat ze niet voor gezinshereniging in aanmerking kwam. Buiten Nederland had ze geen familie, haar enig overgebleven familielid bleef verscheurd achter. Voor zover politici zich hier druk over maakten, vonden ze dit een verkeerde interpretatie van de wetgeving.

Is dit - al of niet verborgen - vreemdelingenhaat of racisme? Dat zal wel niet. Maar het is minstens boos- en kwaadaardig, onmenselijk, fout, harteloos, schandelijk, onrechtmatig, vals, onterend, schaamteloos en diskriminerend. Een royement waard.

Alledaagse verwensingen zijn dus 'rechtmatig' en 'politiek verantwoord'. Daarmee is de eerste taak van de vakbeweging aangegeven. Openbare stellingname en ontmaskering, persverklaringen, open brieven aan Hirsch Ballin en Kosto, debatten organiseren, konsekwent opkomen voor de belangen van migranten, lid of geen lid. Niet zwijgen dus.

Dan de openlijke deelname aan extreem rechtse of racistiese partijen. Een royement wordt gerechtvaardigd door onder andere de non-diskriminatiekode die op het FNV-kongres van juni 1993 is aangenomen. Zo'n royement lost echter niets op. Het is weliswaar een openbare daad, maar tevens een formeel en bestuurlijk optreden tegen individuen. Zonder meer verwerpelijke individuen, maar in wezen uiterste vertolkers van een breder geworteld komplex van vooroordelen. Vooroordelen op basis van nationalistiese, 'eigenvolkse' en tegen 'vreemdelingen' gerichte gevoelens en standpunten. Deze zijn buiten de vakbeweging al lang geen taboe meer. De effekten daarvan binnen de vakbeweging liggen dus voor de hand. Permanente bestrijding daarvan in alle aktiviteiten van de vakbeweging is de enige remedie. Dat is heel wat anders dan "een hetze tegen CD-sympathisanten" die Stekelenburg, na de bekladding van het FNV-kantoor, in Het Parool van 3 januari 1994 afwees. En zeker wat anders dan "een dialoog met vakbondsleden die er extreem-rechtse ideeën op nahouden".

Redaktie