nr. 50
juni 1992

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Een balans, de positie van migranten

Vakbeweging kleurt eigen gelederen

Een werknemer is een werknemer. Dat lijkt toch een stelling waar geen speld tussen te krijgen is. Hij werd gebruikt door de vakbeweging om duidelijk te maken dat ze niet zou diskrimineren in de belangenbehartiging van migranten en autochtone arbeid(st)ers. Hoewel het klinkt als een oer-hollandse heldere lucht, moet achteraf vastgesteld worden dat het een passieve kreet is. De vakbeweging bleef steken in een verzekeringsmaatschappijachtige houding en vergat daarmee dat de 'gastarbeiders' tot dezelfde arbeidersklasse behoren waar de vakbeweging uit voortgekomen is. En waar geen strijdbare solidariteit bestaat, graaft de verdeeldheid zich in.

In de laatste nummers van FNV Magazine komt duidelijk naar voren dat er in de vakbeweging een grote bezorgdheid heerst over de slechte positie van migranten. Een nieuwe strijdbaarheid wordt zichtbaar om racisties gedachten goed onder leden, kaderleden en bestuurders de kop in te drukken. "De werkelijkheid is weerbarstig", luidt het kommentaar van Vervoersbond FNV bestuurder Waleson op de tot nu toe mislukte pogingen om een extra aantal migranten bij de Nederlandse Spoorwegen aan te nemen. Het daarvoor bestemde geld blijft in een laatje liggen. Het blijkt dat vakbondsleden bij de NS zich kunnen verzetten tegen verslechtering van hun werktijden, maar voor positieve aktie voor migranten stroopt nog niemand de mouwen op.

Meer dan passieve houding

Om de werkloosheid onder migranten, die vier keer hoger is dan onder autochtonen, terug te dringen is er in veel CAO's positieve aktie opgenomen. "Het minderhedenbeleid wordt nog steeds als wisselgeld in CAO onderhandelingen gebruikt", heeft Muriel Dalgliesh van het FNV sekretariaat Minderheden van vakbondsonderhandelaars vernomen. "De CAO bepaling is nog een dode letter, omdat er nog een bewustwordingsproces op gang moet komen", zegt Dalgliesh. Dat is nog wat vriendelijk gezegd, want als Vervoersbond FNV bestuurder Marges een kampagne onder vakbondsmensen start tegen vreemdelingenhaat, moet je toch vaststellen dat er meer overwonnen moet worden dan alleen een passieve houding bij de blanke werknemer, Wil Kovács, bestuurder van een migrantengroep van de AbvaKabo in Rotterdam, konstateert dat er steeds openlijker over simpele oplossingen (migranten terug naar huis) gesproken wordt. "Je moet een plaat voor je kop hebben en eelt op je ziel om in dat soort situaties je kalmte te bewaren. De mensen komen met primitieve oplossingen aandragen, omdat de laatste vier jaar de wereldpolitiek danig op zijn kop is gezet. Dat maakt het denken over maatschappelijke problemen er niet makkelijker op. Bovendien komt er dan nog een Bolkestein die inhoudelijk een onzinnig verhaal houdt, maar toch veel aandacht krijgt."

De vraag moet gesteld worden hoe die primitieve ideeën onder vakbondsleden een voedingsbodem kunnen vinden. Door het ontbreken van onderlinge solidariteit wordt het werkgevers ook wel erg makkelijk gemaakt in hun weigering migranten aan te nemen en hen door scholing mee te laten groeien met de ontwikkelingen van het bedrijf, "Onze taak is niet maatschappelijke problemen op te lossen. Onze taak is het vervoeren van mensen en goederen", zegt een NS-direkteur. Muriel Dalgliesh haalt het voorbeeld aan van de grafiese industrie, waar ze nog liever voor bergen geld een blanke kopen van een konkurrent dan dat ze een migrant aannemen. Ook al krijgen ze honderd procent subsidie, dan doen ze het nog niet.

Door scholingen voor leden en trainingen voor vakbondsbestuurders over de omgang met racistiese uitingen op vergaderingen, probeert het Minderhedensekretariaat van de FNV het minderhedenbeleid te profileren.

Arbeidsmarktproblemen

Vanaf het begin dat gastarbeiders geworven werden, heeft de vakbeweging als één van de invloedrijkste massa-organisaties een aarzelende rol gespeeld. Ze werden niet gezien als arbeiders die met dezelfde kapitalisten te maken hadden als de hollandse arbeiders. Niet erkend werd dat ze werden opgenomen in hetzelfde kapitalistiese systeem, dat zich voorbereidde op een konkurrentieslag om de beste plekjes in Europa. De gastarbeiders werden door de vakbeweging beschouwd als een deel van het arbeidsmarktprobleem. Toen ze eenmaal hier waren en op de hollandse werkvloeren naast de hollandse arbeiders stonden, kwam de vakbeweging tot de ontdekking dat zij dezelfde rechten moesten hebben. Een werknemer is een werknemer.

De afstand tussen de gastarbeiders en de vakbeweging zat er van meet af aan ingebakken. Het NVV, NKV en CNV zetten weliswaar een hoge rug op in de organen van de overlegekonomie als SER en Stichting van de Arbeid, maar op de bedrijven, in de pensions en de woonwijken schoten eigen organisaties en solidariteitsgroepen uit de grond om de gaten te vullen die de grote organisaties lieten vallen. Terwijl de vakbeweging in haagse kringen zwaar studeerde op de wenselijkheid van het nieuwe verschijnsel gastarbeid, haalden de ondernemers duizenden arbeiders uit Zuid-Europa naar de fabrieken. Uit het boek van Jan Niessen ("Emancipatie in internationaal perspektief") ontstaat een bijna tragies-komies beeld. In de bekende terminologie van de vakbeweging worden er hoofdlijnen voor een verantwoord beleid vastgesteld. "Het arbeidsmarktbeleid in Nederland zal zodanig gestructureerd moeten worden dat de vraag naar en het aanbod van werknemers zich in kwantitatief opzicht ZOVEEL MOGELIJK (hoofdietters van mij, fg) op elkaar richten, opdat in een ZO GERING MOGELIJKE (idem) mate een beroep op het buitenlandse arbeidsaanbod gedaan hoeft te worden." Enzovoort. Een taalgebruik waar je als vakbondsmens al kromme tenen van krijgt, laat staan hoe dit op een gastarbeider moet overkomen. Nog belangrijker is natuurlijk de afwijzing die er in schuilt. Nee, er moest eerst nog maar eens goed rondgekeken worden naar onze eigen arbeidsreserve. Ook werd gesuggereerd om bedrijven naar streken in Nederland te brengen waar een hoge werkloosheid is. Zelfs werd geopperd om bedrijven van hier naar de herkomstlanden te verplaatsen. Na deze voorwaarden opgesteld te hebben, keken de vakbondsmensen uit het raam en zagen dat de werving onverdroten doorging en dat heel wat bedrijvigheid stil zou komen te liggen, als er niet genoeg werknemers zouden zijn. "Dat vond de vakbeweging geen goede zaak", schrijft Niessen droogjes.

Een dergelijk welkom voor de gastarbeiders hield nou niet bepaald een uitnodiging in om lid te worden. Bovendien was de vakbeweging huiverig voor met name italianen en spanjaarden die in hun bagage kommunistiese vakbondstradities meenamen.

De ene werknemer is toch de andere niet

De vakbeweging bleef in de zeventiger en tachtiger jaren oplossingen bedenken voor de spanningen die ontstonden bij de groei en krimp van de ekonomie. Speciale spreekuren voor migranten, taalkursussen en publikaties in de verschillende talen werden opgezet. Daarnaast werd er bij de overheid op aangedrongen meer geld te steken in omscholing, extra aandacht te besteden aan de arbeidspositie van migrantenvrouwen, meer geld voor onderwijs, huisvesting, gezondheidszorg en welzijn. De overheid luisterde aandachtig, maar zette toch enorme bezuinigingsoperaties in. De kracht van de vakbeweging alleen maar gebruiken in het overleg met overheid en werkgevers leverde toen niets op en nu trouwens nog niet. Intussen voerden de bonden afzonderlijk in de bedrijven de strijd voor loon en werkgelegenheid. Van de gastarbeiders werd verwacht dat ze hard aan die akties mee zouden doen. Dit beroep was niet aan dovemansoren gericht. Maar andersom stonden weinigen er bij stil dat er een extra inspanning nodig was om de laaggeschoolde arbeiders, onder wie het merendeel der migranten, binnen de bedrijven te houden. De akties in de bedrijven bleven als leidraad houden dat wat goed is voor de autochtone arbeider automaties ook ten goede komt aan de migranten. Deze houding bepaalde ook de kultuur in het vakbondsleven. De migrant kreeg niet de gelegenheid binnen 'zijn' organisatie aan te kaarten dat een werknemer niet een werknemer is, omdat de één meer kansen heeft dan de ander. En aan het begin van de jaren negentig zie je het dan nog gebeuren dat de blanke leden zich beginnen te ergeren aan de problemen die migranten zouden veroorzaken. "Laten we ons verstand en gevoel voor solidariteit gebruiken". Zo besluit Kees Marges zijn pamflet waarin hij vakbondsleden oproept in aktie te komen tegen vreemdelingenhaat en racisme. Aan solidariteit heeft het vele jaren ontbroken, terwijl dat juist de motor is waarmee de arbeidersklasse de helling op moet. Valt die motor uit, dan glijden we in wanorde en verdeeldheid naar beneden. Omdat het vakbondsleven niet gemengd is met de kleuren uit de zuideuropese en noordafrikaanse landen, zijn de vooroordelen over migranten nooit gekorrigeerd. Dat leidde tot lidmaatschapsopzeggingen, toen de FNV het waagde de demonstratie voor een kleurrijk Nederland op 21 maart mede te organiseren.

Diskriminerende maatregelen

Het hiervoor geschetste klimaat is vooral ontstaan door een ogenschijnlijk chaoties werkgeversbeleid met in het kielzog regeringen die als een regelneefje de eisen van de werkgevers tot beleid proberen te kneden. Dat heeft geleid tot maatregelen die diskriminatie zonder meer bevorderen. Toen de ondernemers als gevolg van automatisering, reorganisaties en verscherpte konkurrentie grote hoeveelheden lager geschoold personeel wilden lozen, kwam de regering met het idee het vertrek van de gastarbeiders te stimuleren. Het oprotten door middel van een premie moest mogelijk gemaakt worden.

Daarna kwamen er ook nog eens heren met grote politieke verantwoordelijkheid met het plan de kinderbijslag in te trekken voor migrantenkinderen die nog in het land van herkomst woonden. Hun redeneertrant was even simpel als bot: in Marokko kost een tomaat veel minder dan hier. Vervolgens werden migranten apart gezet door hen te verbieden te trouwen en hun vrouw naar ons land te laten komen, als ze niet minimaal 1.445,- gulden verdienden. En nu staat er weer een pasjeswet op de agenda.

Alerte samenwerking

Positief is het dat het binnen de vakbeweging begint te schuiven. Ook al gaat het moeizaam. Migranten nemen initiatieven om een positie binnen de vakbeweging te verwerven, zoals in de rotterdamse Abvakabo-afdeling. Dat blijkt uit de woorden van Wil Kovács nog een gevecht op zich te zijn. De groep wordt door het zittende kader nog al eens bejegend met een term als jullie migranten' en in een gunstig geval probeert dat kader de migrantengroep met migrantenzaken op te zadelen. "Maar na enkele jaren duwen en trekken, ontstaat toch het beeld dat de vakbeweging serieuzer met migranten omgaat. En dat werkt ook door op de werkvloer. Er bereiken mij nu klachten van hollanders, die vinden dat een surinamer slecht behandeld wordt. Als een miljoen mensen alert zijn op wat in hun eigen omgeving gebeurt, ben ik al redelijk tevreden."

De demonstratie van 21 maart jongstleden was niet alleen een sukses omdat er zon grote opkomst was. Ook de samenwerking van allochtone en autochtone organisaties opent mogelijkheden die tot optimisme stemmen. Abdou Menebi van het KMAN wil niet meer terugkijken op de geschiedenis van de vakbeweging en de migranten. Hij wil zijn aandacht nu vestigen op de voortzetting van de samenwerking met de FNV. Menebi: "Er komen nog grote bedreigingen op de migranten af die we als arbeiders gezamenlijk moeten bestrijden. Doen we dat niet, dan zullen er opnieuw instrumenten in handen van de machthebbers komen die ons diskrimineren. Ik heb het over de legitimatieplicht. Ook het verdrag van Schengen moet de europese vakbeweging bestrijden, want het verhindert de niet-europeanen die hier al tientallen jaren werken, te gaan en te staan waar zij willen. Dat mag de nederlandse vakbeweging niet pikken. Daar moeten we gezamenlijk de strijd voor aangaan."

Frans Geraedts (AbvaKabo)

Foto bij artikel Vakbeweging kleurt eigen gelederen nr.50Foto (129 Kb)