nr. 50 juni 1992 |
Solidariteit
RedaktioneelSolidariteitsstrategieOp het 12 mei 1992 gehouden FNV kongres is helaas niet het einde van de overlegekonomie in Nederland aangekondigd. Integendeel, de FNV wil haar rol in de SER en de Stichting van de Arbeid netjes blijven meespelen. Terwijl toch wel vaker is gebleken dat deelname aan dit soort organen weinig zin heeft. Het jongste akkoord in de Stichting van de Arbeid over 60 000 banen voor werkloze migranten lappen de meeste werkgevers bijvoorbeeld volledig aan hun laars. In de SER is daarom besloten dat er wetgeving nodig is. Niet om werkgevers te dwingen migranten aan te nemen, maar om hen te verplichten rapport uit te brengen over het aantal mensen uit etniese minderheden dat zij in dienst hebben. Plus over het al dan niet gevoerde beleid van positieve aktie. Dat schiet lekker op! De arbeidsverhoudingen in Nederland zijn sinds jaar en dag op alle mogelijke nivoos geregeld via struktureel overleg van werkgevers en werkne(e)m(st)ers, met vaak de overheid als derde partij. Onderhandelingen, ooit ontstaan als logies gevolg van akties, zijn belangrijker dan akties en gaan er aan vooraf. De meeste akties van vakbondsleden zijn slechts bedoeld om die onderhandelingen te ondersteunen dan wel weer op gang te brengen. Het is een godswonder dat in zo'n systeem nog wel eens konflikten uitbreken en stakingen georganiseerd worden, die langer duren dan één of twee dagen! De verregaande mate waarin de Nederlandse vakbeweging in de nationale variant van het kapitalisme is geïntegreerd is veel vakbondsaktivisten een gruwel. Nooit kan er eens een keer een lekker stevig robbertje gevochten worden. En als het dan een keertje dreigt te gebeuren, is de druk om te gaan overleggen zo groot dat de akties al weer snel verzanden. Op die manier ontstaat er nooit een dynamiek, waarin solidariteit zou kunnen opbloeien. In de afgelopen negen jaar hebben 50 nummers van "Solidariteit" hun bijdrage geleverd aan de diskussie over een strijdbare en demokratiese vakbeweging. De over het algemeen volgzame wijze waarop de vakbeweging deelneemt aan de overlegekonomie, is voortdurend aan de kaak gesteld. Steeds is gepleit voor een vervanging van die heilloze oriëntering door een solidariteitsstrategie. Een strategie waarin de verschillende groepen, bedrijven en sektoren die in beweging komen, elkaar in de praktijk van de aktie - nationaal en internationaal - gaan ondersteunen. Waarin de solidariteit tussen vrouwen en mannen, tussen ouderen en jongeren, tussen autochtonen en migranten, tussen vast personeel en ingeleende arbeidskrachten, tussen betaald werkenden en uitkeringsgerechtigden centraal staat. Het gaat om een strategie, waarin het zoeken van de aanval het uitgangspunt is. Arbeidstijdverkorting, menswaardige en gezonde werkomstandigheden en een duurzame ontwikkeling waaraan iedereen - hier en in de ontwikkelingslanden - kan deelnemen, zijn de kernpunten waar het om draait. Helaas zijn we in Nederland nog ver af van zo'n solidariteitsstrategie. Daarom gaat "Solidariteit" ook de komende 50 nummers gewoon door. Redaktie |