nr. 50
juni 1992

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Voorproefje 13 juni 1992

Intensivering van de arbeid

"Vroeger gingen we met z'n allen een overall wisselen, nu loopt er één met zes overalls te sjouwen." "Ik wil een fabriek waarin de mensen acht uur per dag gekoncentreerd met hun werk bezig zijn, een fabriek waarin geen kranten worden gelezen."

UITSPRAKEN VAN respektievelijk een werknemer en een manager van Hoogovens IJmuiden. Ze illustreren dat het wel degelijk 'menis' is met de intensivering van de arbeid. Langs alle kanten wordt geprobeerd werkne(e)m(st)ers harder en langer te laten werken en de betrokkenheid bij en verantwoordelijkheid voor het werk te vergroten. Daarbij gaat het er niet alleen om dat met steeds minder mensen steeds meer gedaan moet worden. Werknemers moeten op steeds meer plaatsen inzetbaar zijn. Als er op je eigen werkplek niks te doen is, moet je naar een andere stek. Het gaat ook om zaken als strengere kontrole en morele druk bij ziek zijn; om werkoverleg in eigen tijd; om maatregelen die maken dat je je verantwoordelijk voelt voor je werk.

Uitbesteding

Een daarmee samenhangende vernieuwing is de flexibilisering van het werk. Niet-kernaktiviteiten worden uitbesteed en voor steeds meer aktiviteiten wordt (buiten)firma-personeel ingeleend. Bij Hoogovens gaat dit momenteel zelfs al zo ver dat firma-personeel aan de centrale installaties zelf komt te staan. Bij veel ziek en zeer, in vakantieperiodes: meer firma-personeel. Zijn er weinig orders, dan kan het firma-personeel op straat worden gegooid.

Zo ontstaat een verschil in positie tussen firma-personeel en vast personeel. En dat vaste personeel met een Hoogovenskontrakt loopt hard terug. Niet alleen kantinediensten, techniese diensten, onderhoud en dergelijke zijn of dreigen te worden uitbesteed. Bij Hoogovens is men op dit moment druk doende het personeel van de zuurstoffabriek over te doen aan een firma en uit de sociale eenheid te tillen. Dat wil zeggen: onder een andere CAO te laten vallen.

Markt nooit stabiel

Deze veranderingen worden over het algemeen op een nogal merkwaardige manier beargumenteerd: "Duidelijk is aan alles te merken dat door deze ontwikkelingen de markt verandert. Van een stabiele en zekere situatie is deze verschoven naar een markt waarin onzekerheid en onvoorspelbaarheid de boventoon voeren." (Uit: VPS en taakgroepen: een uitdagende toekomst. Folder voor het personeel van 14 april 1992.)

Stabiel en zeker is de staalmarkt natuurlijk nooit geweest. Zeker de laatste decennia hobbelen we van de ene staalkrisis naar de andere. Omgekeerd is de vraag naar bijvoorbeeld plaatstaal nu ook niet zoveel dynamieser geworden.

Zekerheid van een vaste baan

De vraag dringt zich dan ook op of er in werkelijkheid, uiteindelijk wel zoveel nieuws onder de zon is. Hebben we niet eerst en vooral te maken met een ouderwetse poging van ondernemers om de uitbuiting van de arbeiders te vergroten? Ik denk van wel. Ondernemers willen flexibel inzetbare arbeidskrachten die zich volledig geven voor het bedrijf. Ze willen zo min mogelijk zekerheid, zo min mogelijk vaste kontrakten en geen lastige vakbonden. De arbeiders zijn tegenwoordig mondige werknemers die zich niet laten koeieneren. Mondige werknemers die ook steeds minder te maken willen hebben met de autoritaire en ondemokratiese kanten van de vakbeweging. Maar zij willen wel een bepaalde zekerheid. De zekerheid van een vaste baan op een omschreven funktie met vaste arbeidsvoorwaarden. Om die reden was er vorig jaar bij Hoogovens voor het eerst sinds 1973 weer een officiële staking. Met die staking hebben we een aardige garantieregeling in de CAO weten af te dwingen. Maar een algemene bepaling in de CAO dat er geen gedwongen ontslagen vallen en dat bij reorganisaties betrokkenen een gelijkwaardige funktie krijgen aangeboden, is allang niet meer genoeg om het schip van de toenemende flexibilisering en onzekerheid te keren.

Aanval op solidariteit

Dat blijkt nu het Hoogoven-personeel gekonfronteerd wordt met het besluit van de direktie om de dikke plaat walserij Walserij-West te sluiten. Ruim 300 mensen in onzekerheid over hun toekomst ... En de direktie voelt zich niet geroepen de CAO-bepaling na te komen. De direktie komt met nieuwe voorstellen: outplacement; een deel van het Walserij-West-personeel moet tijdelijk naar buitenfirmaas. De direktie wil ook "ademen met uitbesteden", dat wil zeggen firma-personeel op straat gooien ten gunste van Walserij-West-personeel. Een dergelijk voorstel zet wel zeer fundamenteel de bijl aan de wortel van de solidariteit. Een solidariteit die nu nog bestaat. Het Walserij-West-personeel kwam zeer eensgezind en massaal in aktie. Ook wat dit betreft tot nu toe niks nieuws onder de zon. Maar als iedereen op zo'n bedrijf als Hoogovens straks met een ander kontrakt en met een andere pet op loopt, wie is er dan nog solidair met wie?

Organiseer de solidariteit

Als de vakbeweging ergens voor moet waken, dan is het wel dat zij uitsluitend de vertegenwoordiger wordt van het vaste personeel met de beste kontrakten. Want dan is zij materieel niet meer in staat de solidariteit te organiseren. Wat is de gemeenschappelijke noemer waarop mensen georganiseerd kunnen worden? Welke vakbondsstrukturen zijn daarvoor nodig? Die diskussie zal gevoerd moeten worden en daarop zullen antwoorden moeten komen. Voorlopig staan we nog maar zeer aan het begin van die diskussie. Zeker zolang bijvoorbeeld het bondsbestuur van de Industriebond FNV voorstellen - gedaan voor het kongres over grensverleggend vakbondswerk, voor meer samenwerking tussen verschillende bonden op één bedrijf - afwijst met het argument dat er in Nederland afspraken zijn gemaakt over een CAO ...

Volgens mij is het wel de belangrijkste uitdaging voor de vakbeweging in de jaren negentig om op bovengenoemde vragen effektieve antwoorden te formuleren.

Rienke Schutte

Foto bij Intensivering_van_de_arbeid nr.50Foto (71 Kb)