nr. 50
juni 1992

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Stellingen konferentie 13 juni 1992

Afgeschreven arbeidskracht

1 - De vakbeweging is te zien als syndikale arm van de arbeidskracht. De sociaal-demokratiese, socialistiese en kommunistiese partijen zijn te beschouwen als de politieke arm.

2 - De vele mislukte (soms grote) vakbondsakties in de rijke landen in de tachtiger jaren (mijnwerkers in Engeland, vliegverkeersleiders in de Verenigde Staten, ambtenaren in Nederland), de dalende organisatiegraad van arbeid(st)ers, de insnoering van vakbondsaktiviteiten door wetgeving (Engeland) en dergelijke duiden op een tanende macht van de syndikale arm van de arbeidskracht.

3 - De voor de sociaal demokratiese partijen bedroevende verkiezingsuitslagen, het verdwijnen van kommunistiese partijen en het zoeken van nieuwe identiteiten door socialistiese partijen duiden op een onttakeling van de politieke arm van de arbeidskracht.

4 - Vakbeweging noch de betreffende politieke partijen in de rijke landen zijn meer in staat een vuist te maken, omdat de arbeidskracht, waarvan zij de oren, ogen, monden en hersenen, kortom de bewuste uitdrukkingen en instrumenten zijn, zelf doorgespoeld wordt en wel zodanig dat de nieuwe, eigentijdse arbeidskracht zich niet meer herkent in de syndikale en politieke kultuur van de reëel bestaande vakbeweging en van de sociaal-demokratiese, socialistiese en (ex)kommunistiese partijen.

5 - De nieuwe, eigentijdse arbeidskracht is een uitvloeisel van de veranderde vraag van ondernemers, die op haar beurt een uitvloeisel is van:

* de uiterst snelle en diep ingrijpende technologiese vernieuwing (mikro-elektronisering, informatietechnologie, kommunikatietechnologie, nieuwe materialen, biotechnologie, enzovoort, enzovoort);

* de globalisering van kapitaal die nationale grenzen als demarkatielijnen voor ekonomieën / volkshuishoudingen doet vervagen;

* de verschuiving in de rijke landen van aktiviteit in de agrariese en industriële sektoren naar de dienstensektoren.

6 - Doorspoeling van de arbeidskracht als gevolg van de in stelling 5 genoemde ontwikkelingen komt / kwam in de rijke landen neer op een langzame wegschrompeling van de geschoolde blauwe-boord arbeider, de ruggegraat van de vakbeweging en de sociaal-demokratiese, socialistiese en kommunistiese partijen.

7 - De globalisering van kapitaal heeft de nationale staat betekenislozer gemaakt. Eén en ander heeft tot gevolg gehad dat met name sociaal demokratiese partijen, die hun bestaan hoofdzakelijk ontlenen aan het verwerven van staatsmacht teneinde deze als een instrument te gebruiken voor een spreiding van kennis, inkomen en macht, zelfs bij elektoraal sukses over een instrument blijken te beschikken waarmee geen autonome souvereine nationale politiek meer te voeren is. De internationale kontekst stelt daarvoor te veel grenzen. In het algemeen betekent dit dat de betreffende partijen, eenmaal aan de macht, niet meer kunnen waar maken wat zij in verkiezingsbeloften hebben aangekondigd. Dat heeft hun geloofwaardigheid aangetast, met als gevolg dit de kiezers zich van hen afwenden.

8 - Doorspoeling van arbeidskracht, tesamen met de onmogelijkheid een adekwaat politiek antwoord te geven, heeft een stuwmeer van afgeschreven arbeidskracht doen ontstaan.

9 - Het verdient aanbeveling het begrip 'werkloosheid' te vervangen door 'afgeschreven arbeidskracht'. Dan krijgen ook WAO-(st)ers, AWW-(st)ers en VUT-(st)ers een andere betekenis, en wordt duidelijk dat ze - om hen een zinvol bestaan te geven - gepast benaderd dienen te worden.

10 - Waarschijnlijk zal door de snelle technologiese ontwikkeling (omdat de stand van de techniek het konkurrentiewapen bij uitstek is geworden) de (te) snelle ekonomiese afschrijving van arbeidskracht - of, zo men wil: human capital - het grote strategiese vraagstuk voor de syndikale en politieke armen van de arbeidskracht worden, naast het inkomens- en zeggenschapsvraagstuk.

11 - Kern van de aanpak van het snelle afschrijvingsvraagstuk zal moeten worden dat naast een opgaande karrièreplanning een afnemende karrièreplanning gebruikelijk gaat worden. Een en ander gepaard gaande met om-, her- en bijscholing, een degressief stijgend inkomen en institutionalisering van adviesorganen en kolleges binnen ondernemingen ten behoeve van de karrière afbouwende werknemer. Aldus zou de afschrijving vertragend gereguleerd kunnen worden.

12 - Er van uitgaande dat de moderne arbeidskracht bovendien beter opgeleid en mondiger is, zal haar benadering van problemen binnen de onderneming anders van aard zijn dan die van de vroegere lopende-band-arbeider. De syndikale organisatie van de arbeidskracht zou daarom het begrip 'vakbeweging' als nietszeggend achter zich moeten laten. De nieuw benaamde organisatie zou konfrontatie methodes moeten ontwikkelen die voor deze arbeidskracht geëigend zijn, bijvoorbeeld gebruik maken van juridiese procedures, organiseren van lobbies, gebruik maken van advertenties, tv spots, tv programmaas, hulp zoeken bij bevriende organisaties, ombudslieden voor bedrijfstakken in het leven roepen, een bijdrage leveren aan de vorming van het maatschappelijk imago van ondernemingen die het konflikt preferen, enzovoort, enzovoort.

13 - De vernieuwde syndikale organisatie zal van meet af aan transnationaal moeten gaan. Geëigende wegen hiervoor zijn:

* het organiseren van internationale symposia;

* stage lopen bij bevriende buitenlandse organisaties;

* vakbondsscholen die internationale kursussen, georiënteerd op internationale deelname, aanbieden;

* het tot stand brengen van moderne kommunikatielijnen tussen syndikale leiders van koncernvestigingen 'all over the world'.

14 - Samen met ondernemers zou er naar gestreefd moeten worden de 'afbouw van karrière' in internationaal verband (konventies) vast te leggen en ondernemingen, bedrijfstakken en landen die deze internationale afspraken bruuskeren, door middel van internationale handelsboykots (exportbelemmering) te korrigeren.

15 - Rond de moderne arbeidskracht zal zich waarschijnlijk geen exklusieve politieke organisatie meer uitkristalliseren. Een historiese voortzetting van de vroegere sociaal- demokratiese, socialistiese en kommunistiese partijen zal een bredere doelstelling moeten nastreven. In het algemeen zal zij de menselijke behoeften moeten beschermen tegen de akkumulatiedwang van de gezamenlijke ondernemers of (om het in marxistiese termen te zeggen) de 'gebruikswaardesfeer' moeten beschermen tegen de implikaties van de 'ruilwaardesfeer'.

De dilemmaas die uit deze kontradiktie voortvloeien beginnen op talrijke vitale gebieden (fysiek milieu, maatschappelijk milieu) manifest te worden.

In ieder geval zal zo'n organisatie ook van internationale allure moeten zijn, bijvoorbeeld op het nivo van het Europarlement.

Wim Boerboom

Foto Afgeschreven arbeidskracht nr.50Foto (45 Kb)