nr. 38 april 1990 |
Solidariteit
RedaktioneelUitgelekte notaEen paar weken geleden deelt "NOS-Laat", in een voorbeschouwing aan het begin van de avond, trots mee in het bezit te zijn gekomen van een uitgelekte, interne FNV-nota. Johan Stekelenburg persoonlijk zou daarover aan de tand gevoeld worden. Nog steeds wat naïef dachten we dat het een spannend avondje zou worden. Was de begroting van het nieuwe gebouw zwaar overschreden? Was de inrichting van de kamers van het federatiebestuur mooier dan die van de beleidsmedewerkers en nog veel mooier dan die van de administratie? Waren de brillen van de toiletten te oranje of misschien wel te rood? Was met een kleine meerderheid besloten dat Beatrix geen lid mocht worden?Stekelenburg verscheen inderdaad 's avonds laat voor de buis. Dat gaat hem steeds beter af. Vragen en antwoorden over FNV2000. Dat projekt stagneert. Er is te weinig geld voor. De grote bonden werken tegen. De FNV herstelt zich, maar het blijven tropenjaren. De huidige struktuur met al die bonden moet op de helling, maar dat kost tijd. Natuurlijk zou de FNV nog bestaan in het jaar 2000, maar dan bijvoorbeeld met zes grote bonden. Maar géén woord over die uitgelekte nota. Merkwaardig. Ook niet in de kranten de volgende dagen. Wat hadden we nou meegemaakt? Management via de media? Een opzetje via de oud-hoofdredaktrice van het FNV Magazine, die tegenwoordig bij de NOS werkt? Misschien zullen we het wel nooit te weten komen. Of weten we het al lang? De FNV komt uit het dal en is weer op weg naar een miljoen leden. In het jaar 1989 was er een netto stijging van het ledental van 36.036, bijna 4 procent. Over de periode 1985-1989 kwamen er ongeveer 90.000 leden bij. Maar dit herstel blijft achter bij de groei van de beroepsbevolking, die per jaar naar de 100.000 gaat. De organisatiegraad daalt in het algemeen; van 40 procent in de periode 1971-1979, via 29 procent in 1985 naar 24 procent in 1989. Het aandeel daarin van de FNV daalt ook; van 64,5 procent in 1971, via 58,3 procent in 1985 naar 57,8 procent eind 1988. En de ondervertegenwoordiging van vrouwen, migranten en jongeren neemt toe. Het projekt FNV2000 moest op deze neergaande ontwikkeling een antwoord zijn. Onder meer geïnspireerd door oud-NVV-voorzitter André Kloos, die in 1969 pleitte voor "een alles omvattend service-instituut (...) met een perfect werkende klantendienst, waar de leden op elk moment met hun klachten terecht kunnen en waar alles gedaan wordt om hen tevreden te stellen." Op zich zelf is daar niks tegen. Want ondanks de inspanning van velen is bij de FNV en de meeste bonden 'de service' bij individuele belangenbehartiging om het maar modieus te zeggen niet erg 'klantgericht'. Maar wij en anderen vonden FNV2000 toch niet veel meer dan een facelift. Met ook nog een principieel verkeerd uitgangspunt. Leden worden beschouwd als individuele konsumenten, die passief gebruik maken van vakbondsdiensten. In plaats van kollektieve producenten van aktieve belangenstrijd. FNV2000 loopt dus vast. In het FNV Magazine komen interne diskussiestukken ter sprake met namen als "FNV organiseert vernieuwing" en "Quo Vadis; waar gaat gij heen?". Die zullen dus wel 'vertrouwelijk' naar buiten gebracht zijn, heel selektief, dus niet naar de leden. In ieder geval lijkt er in het top-apparaat een storm losgebarsten te zijn. Een element, dat na forse meningsverschillen met veel moeite buiten het projekt FNV2000 was gehouden, wordt daarin nu even fors opnieuw leven ingeblazen. Het aantal bonden moet teruggebracht worden. Misschien moeten we wel helemaal van de federatieve struktuur af en overgaan in 'bedrijfskolommen' en allemaal rechtstreeks lid van de FNV worden. Waarschijnlijk niet toevallig ook door Kloos al in 1969 voorgesteld. Een ongedeelde vakbeweging, misschien wel eenheidsvakbeweging genoemd. Ook daar zit best wat in. Maar krijgen we daarmee een demokratiese en strijdbare vakbeweging? Dat is helemaal geen punt van diskussie. Ook bij Kloos niet; hij konstateerde instemmend dat "de klassenstrijd in het socialistische kamp (...) allang in het museum was bijgezet" (Het achterste van de tong). Wij zien ook de problemen waarvoor de vakbeweging staat. We zien ook, ondanks bijvoorbeeld de magere resultaten van de overheidsbonden en de doorzettende winter voor de uitkeringsgerechtigden, dat er tenminste weer aktie wordt gevoerd en daarvoor een grote bereidheid bij de leden bestaat. We blijven dan ook van mening dat vooral op die strijdbare weg het herstel van de vakbeweging te vinden is. Redaktie (april 1990) |