nr. 25
sep 1987

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Ziektekosten amsterdamse ambtenaren

Wat een overwinning leek

Het begon allemaal in 1986. Op 1 april van dat jaar werd de Ziekenfondswet ingrijpend veranderd. Voor een groot deel van de amsterdamse ambtenaren betekende het dat ze zich nu partikulier moesten verzekeren, omdat de vrijwillige ziekenfondsverzekering was opgeheven. Er werd een standaardpolis in het leven geroepen voor die vrijwillig verzekerden die niet overgingen naar het verplichte ziekenfonds. De premie bedroeg f 135,- per maand. Een stuk goedkoper in vergelijking met de amsterdamse vrijwillige ziekenfondspremie van f 188,50 per maand. Alleen de toetreding tot het 'goedkope fonds' was slechts voor een zeer kleine kategorie ambtenaren mogelijk. Het gemeentebestuur van Amsterdam stelde daarop voor de nieuwe vorm voor de tegemoetkoming in de ziektekosten te baseren op deze standaardpolispremie. Dat betekende voor de amsterdamse ambtenaren dat zij een lagere tegemoetkoming zouden ontvangen dan tevoren. Ze zouden er konkreet f 16,70 per maand per volwassene op achteruit gaan. De AbvaKabo tekende hiertegen protest aan en aan de door de vakbond georganiseerde demonstratie op 21 november namen honderden ambtenaren deel.

Principe-akkoord

De onderhandelingen met de wethouder Personeelszaken werden intussen voortgezet, de invoering van de verlaging werd verschoven naar 1 april van dit jaar. Tegelijkertijd kwam de OHRA-verzekering op het toneel. De gemeente bleek bereid kompensatie te bieden aan die ambtenaren die als gevolg van de overstap naar de OHRA meerkosten zouden hebben. De AbvaKabo vroeg het gemeentebestuur de verlaging van de ziektekostenvergoeding opnieuw uit te stellen, opdat in de tussentijd een onderzoek gedaan zou kunnen worden naar de financiële konsekwenties van de overgang van het gemeentepersoneel naar OHRA. Met het onderzoek stemde het gemeente-bestuur in, maar de verlaging zou per 1 april gewoon door moeten gaan. Wethouder Jonkers vond dat het overleg hierover al lang genoeg geduurd had.

Die haast was niet aan dovemansoren gezegd. In maart ging het gemeentepersoneel in staking. En nadat onder meer de trein, bus en metro vijf dagen niet gereden hadden, ging het stadsbestuur door de knieën. Op 23 maart werd een principe-akkoord met het gemeentepersoneel afgesloten waarin de volgende eisen werden bekrachtigd: garantie van geen gedwongen ontslagen en kompensatie van de voorgestelde verlaging van de ziektekostenvergoeding. Volgens de AbvaKabo was bereikt dat NIEMAND er tengevolge van de overgang naar de verplichte kollektieve ziektekostenverzekering op achteruit zou gaan. De staking had dus sukses gehad ...

Een gat in het akkoord

Lex Wobma was één van de stakers. Hij werkt bij het GVB, bestuurt een tram door het drukke stadsverkeer. Hij heeft een kater overgehouden aan de staking. Niet van de kollegaas, die als één man in de remise bleven, maar van het vervolg. Hij is nijdig en een nijdige amsterdamse tram bestuurder ziet de dingen heel anders dan een bestuurder van de vakbond.

Lex Wobma: 'Ik hoor het Nijs Keppel (bestuurder Abvakabo) nog roepen op de laatste stakingsdag in de remise 'Jongens, we hebben 100 procent binnengehaald, we hebben gewonnen'. Nou, dat bleek vies tegen te vallen, het akkoord was lek. Dat leidde onder andere tot ingrijpen van de Kroon. De ambtenarenwet was overtreden, omdat de premie van ons salaris zou worden ingehouden en we verplicht werden ons bij de OHRA te verzekeren. Daarmee waren het akkoord en de OHRA van tafel, dus waren we terug bij af. Terug bij de oorspronkelijke verlaging van f 16,70 en weg was onze koopkrachtgarantie. Dat maakte nieuwe onderhandelingen tussen de bond en de gemeente nodig. Midden in de vakantie, eind juli, kregen we in een brief van de bond een verslag toegezonden met daarin een nieuw principe-akkoord.

Nou, daar ligt dan je 100 procent. Ik heb berekend dat mensen met een gezin er zo'n 200 gulden in loon op achteruit gaan en de alleenstaanden 100 piek. Noemen ze dat 100 procent? Noemen ze dat een overwinning?

Als klap op de vuurpijl zat er een kaartje bij de brief van de bond. Als je tegen het nieuwe akkoord bent, moet je het kaartje terugsturen. Daar heb ik grote bezwaren tegen. Als je niks terugstuurt, en dat zullen heel wat leden doen, ben je kennelijk vóór het akkoord.'

Op de ledenvergadering van 25 augustus j.l. bleek dit 'referendum' bij de leden in het verkeerde keelgat geschoten te zijn. Ze wezen het af als middel om tot besluitvorming te komen. Verder eisten ze een aanpassing van het principe-akkoord, omdat erin stond dat de tegemoetkoming in de ziektekosten-vergoeding niet mee zou stijgen met een eventuele kostenstijging van het standaardpakket. Pas wanneer de stijging zou oplopen tot f 16,70, zou de vergoeding mee omhoog gaan. Wobma: 'Je kan er dan vergif op innemen dat in januari de kosten van het pakket zullen stijgen.'

Gezichtsverlies

Wobma is niet de enige die zwaar in de touwen zit nu het zogeheten OHRA-verhaal niet zo mooi lijkt als het voorgesteld is. 'De mensen die gestaakt hebben voelen zich allemaal zwaar belazerd. Dat is nog het allerergste van het hele verhaal. We zijn als ambtenaren toch al achter, ons salaris scheelt 11 tot 20 procent met de lonen in het bedrijfsleven. Straks moet er geknokt worden voor het arbeidsvoorwaardenbeleid, maar wat denk je, die OHRA-geschiedenis loopt er als een rooie draad door. De mensen zeggen:

'We hebben geknokt en we dachten wat bereikt te hebben; en nou blijkt dat we er toch mooi op achteruit gaan, wat zal ik me nog druk maken, de bond onderhandelt en onderhandelt en doet steeds meer water in de wijn', aldus Lex Wobma.

'In maart hebben we een stukkie klassenstrijd gevoerd, maar daarna is er toch een spelletje gespeeld. Nu ligt er een akkoord dat sowieso in strijd is met de afspraken. Voor de amsterdamse ambtenaren betekent dat hele gedoe rond de ziektekostenverzekering toch koopkrachtverlies en dat niet alleen.'

Wobma doelt hier op het gezichtsverlies dat de AbvaKabo heeft geleden. 'De vakbeweging zit eigenlijk op een gigantiese glijbaan en dan kunnen ze nota zus en nota zo schrijven over FNV 2000 enzovoorts, maar de mensen lopen eruit, ze voelen zich bedonderd. En wie krijgen de rot-opmerkingen daarover? Wij, de kaderleden, de mensen die de aktie moeten organiseren. Tegen Van Dijk en Lubbers. Want die gasten denken nog steeds dat je maar te plukken hebt van de ambtenaren. En als je het mij vraagt, kan dat allemaal maar doorgaan omdat die bondsleiding mee speelt. Die weten een stuk goeie strijd nog zó om te buigen dat een overwinning nog een nederlaag wordt.'

Hennie Zwart