nr. 25 sep 1987 |
Solidariteit
Thema - CAO Industriebond FNV - overzicht vanaf 1982Maak van de handreiking een vuistAan de reorganisaties en bedrijfssluitingen is geen eind gekomen. Het verlies van arbeidsplaatsen gaat dus gewoon door; Philips, Hoogovens, Van der Giessen de Noord, de scheepsreparatie, AKZO ... Vervroegd uittreden is volgens ondernemers 'te duur'. De leeftijdsgrens voor het minimumjeugdloon gaat naar 24 jaar. Het kabinet Lubbers lijkt steeds minder op verzet te stuiten bij de doorvoering van zijn bezuinigingsmaatregelen. De FNV en de Industriebond FNV (IB FNV) bepleiten eensgezind de flexibele beloning; '... als iets extra's. Het is niet de bedoeling dat je het nodig hebt voor de dagelijkse levensbehoeften. Het is voor iets aparts', licht FNV-voorzitter Pont in de Volkskrant van 29 augustus toe. Voor de eigen bijdrage in de gezondheidszorg misschien?Een treurig rijtje, dat zonder moeite uitgebreid kan worden. Weliswaar schieten we met zo'n konstatering niet veel op, maar we kunnen er niet om heen dat dit het beeld is waarin het komend najaar in de industrie de onderhandelingen over een nieuwe CAO van start gaan. De vraag is 'hoe moet dit nu verder?'. Een klemmende vraag, omdat er geen aanwijzingen zijn dat de leiding van de IB FNV een breuk met het tot nu toe gevoerde beleid tot stand wil brengen. Laten we dan ook maar eerst de vraag proberen te beantwoorden tot welke resultaten dit beleid de laatste jaren heeft geleid. Prijskompensatie afgepaktNovember 1982 sluiten de vakcentrales met de ondernemers een akkoord af in de Stichting van de Arbeid. De prijskompensatie wordt afgepakt. Verdere loonmatiging moet leiden tot winstherstel voor de ondernemers. De 'sociale partners' krijgen de aanbeveling om te gaan onderhandelen over ATV. De IB FNV volgt deze aanbevelingen op en gaat lang praten, loven en vooral bieden. Dit leidt tot de volgende overeenkomst met de metaalondernemers. 1) Afschaffing van de prijskompensatie en geen loonsverhoging. 2) Drie roostervrije dagen in 1983, vier in 1984 - eenmalig vervroegd uittreden voor 60- en 61-jarigen - jongeren alleen nog maar aannemen op basis van 32 uur per week, dus voor 80 procent loon (32/40). Verder wordt er afgesproken te proberen voor april 1984 tot verdergaande ATV te komen en in de bedrijven daarmee te experimenteren. Het laatste is nauwelijks gebeurd. Wat betreft de ATV wordt in juni 1984 bereikt dat er vanaf januari 1985 26 halve of 13 hele roostervrije dagen per jaar komen. Gemiddeld betekent dit 38 uur per week. Loonsverhoging blijft uit en de prijskompensatie afgeschaft. De ondernemers krijgen ruimte voor flexibilisering van arbeidstijden, ook al gaat dat lang niet zo ver als ze eigenlijk willen. Let wel we schrijven het jaar 1984. Een jaar met bijna één miljoen geregistreerde werklozen, een gemiddelde winststijging van 30 procent en 12,7 miljard winst naar het buitenland. Een jaar met een koopkrachtverlies in de partikuliere sektor van 10 procent sinds 1979, en een verdere verlaging van de uitkeringen in aantocht. Overtollig personeel geloosd Het akkoord wordt aanvaard door de meerderheid van de op de vergaderingen aanwezige leden. Een meerderheid die minder dan 1 procent van het aantal leden in de metaal vormt! De ondernemers kunnen tevreden zijn. Immers, waar vind je een vakbond die erin toestemt de reële lonen te verlagen in ruil voor een paar roostervrije dagen, die bovendien door de ondernemer vastgesteld kunnen worden. Dit schamele bondsbeleid zal waarschijnlijk niet weinig bijgedragen hebben aan de massale uittocht van leden uit de IB FNV, juist in 1983 en 1984. Is in de vijf jaar daarvoor het netto aantal leden steeds zo'n 10 à 15.000 minder, van 1983 naar 1984 is dit ineens ongeveer 24.000! Dat wil zeggen dat de bond in één jaar ongeveer 10 procent van zijn leden kwijt raakt. Dat de snel groeiende werkloosheid - uiteraard ook één van de oorzaken van het ledenverlies - nauwelijks bestreden zal worden door deze vorm van ATV, kan iedereen op zijn vingers natellen. Het Centraal Planburo deelt in maart 1985 mee dat het akkoord over de totale beroepsbevolking 20.000 arbeidsplaatsen heeft opgeleverd en trekt de konklusie dat het akkoord is uitgepakt in het voordeel van de werkgevers, die hun 'overtollig' personeel hebben geloosd. Waakhond met kunstgebitReden genoeg, ook voor de leiding van de IB FNV, om in 1985 met een wat steviger pakket op tafel te komen. De slogan 'Vijf eisen. Eén vuist' lijkt vanaf het begin een waarschuwing aan de ondernemers te zijn dat ze de bond dit keer niet alleen aan de onderhandelingstafel zullen tegenkomen. En inderdaad worden er enige akties gevoerd voor de vijf eisen van 1985/1986: * 36-urige werkweek, vijfploegendienst op basis van 33,6 uur per week, de VUT naar 60 jaar en 25 vakantiedagen; * koopkracht (loon of uitkering) op peil, in 1985 2½ procent omhoog en in 1986 3½ procent; * volledige herbezetting; * handen van de sociale zekerheid, onder andere het ziekengeld moet op 100 procent blijven; * jongeren meteen in het bedrijf, jeugdwerkplan. In februari 1985 lopen de onderhandelingen bij Philips, Hoogovens, AKZO en de metaal muurvast. De ondernemers willen geen ATV en slechts een magere loonsverhoging. De leden benadrukken een loonsverhoging; inleveren voor ATV heeft een nare bijsmaak gekregen en iedereen ziet de winsten omhoog gaan. De aktievoorbereidingen zijn in volle gang als bij Hoogovens en Philips begin april al akkoorden worden afgesloten. Daarin is de 36-urige werkweek niet bereikt en is over de herbezetting niets geregeld. Philips gaat als model fungeren, nog in april volgen AKZO en de grootmetaal. De resultaten zijn mager. De ATV wordt in 'studie' genomen. Er wordt 'gestreefd' naar 2 procent banen voor jongeren. De loonsverhoging van 1 procent op jaarbasis blijft achter bij de prijsstijging van 3½ procent. Onder de leden heerst grote ontevredenheid. Bij Fokker-Schiphol wordt het akkoord verworpen. Kaderleden van het Chemie-aktiekomitee in de Rijnmond sturen een motie van afkeuring naar het bondsbestuur. Bij Ferro in Rotterdam wordt in mei drie dagen gestaakt. De rechter grijpt in. In een extra vergadering van de bondsraad wordt een motie van afkeuring uit Overijssel afgewezen. De ontevredenheid en woede worden er niet minder om. Het vroege akkoord bij Philips wordt ervaren als een dolksteek in de rug van de kaderleden en distriktsbestuurders die volop bezig waren akties voor te bereiden. Een krantekop geeft de situatie goed weer: Een vakbond die alleen maar dreigt, is een waakhond met een kunstgebit. HardleersIn 1985 is de werkloosheid officieel nog altijd 800.000, uiteraard vallen daar veel vrouwen en jongeren buiten die zich niet hebben ingeschreven bij het arbeidsburo. De loonkosten blijken 40 procent achter te blijven bij de konkurrenten in de omringende landen. Het pauzejaar voor de ATV-studie wordt door de ondernemers gebruikt om veel overwerk te laten verrichten en meer dan ooit met inleners en koppelbazen te werken. Deeltijdarbeid en flexibele kontrakten en roosters nemen toe. Het CAO-eisenpakket voor 1986/1987 wordt aangepast. De slogan blijft 'Vijf eisen. Eén vuist', maar de volledige herbezetting wordt als 'onhaalbaar' losgelaten, in plaats daarvan komt 'scholing ten behoeve van vast werk'. Jan Schermer waarschuwt in november 1985, tijdens de brandweerakties voor een loonsverhoging, voor een loongolf. Later zal hij dat nog meerdere malen herhalen. Hans Pont bericht ons dat hij tegen akties is voor ATV, een konflikt zou zonde zijn en de ATV blokkeren. Het beleid van de IB FNV blinkt uit door hardleersheid. Er wordt voortgeborduurd op de stelling in de nota 'Industrieel herstel' van 1983: 'Het herstel van de industrie in ekonomisch en sociaal opzicht is een terrein waarop de belangen van werkgevers, de vakbeweging en de overheid parallel lopen.' De werkgevers hebben niet veel méér te bieden dan verdere studie naar ATV en flexibilisering. Het kabinet Lubbers weigert elke serieuze maatregel tot het scheppen van werkgelegenheid. De vuist blijkt een handreiking en Philips probeert er nog meer uit te halen door de FNV en CNV uit de CAO-onderhandelingen te weren. Akties leveren wat opOndanks dit alles blijkt de aktiebereidheid van de leden nog niet gebroken. In april 1986 worden in Gelderland de eerste akties in de metaal gevoerd, snel gevolgd door andere distrikten. In Rotterdam wordt een komitee van waakzaamheid opgericht, hetgeen uitmondt in een grote stakersmanifestatie onder het motto '1 mei 100 jaar ATV-strijd'. Een massale konfrontatie met de werkgevers is niet uitgesloten. De FNV-leiding blijkt echter de kaper op de kust. Vlak voor de verkiezingen wordt op 2 mei met de regering Lubbers een akkoord afgesloten. Vol nieuwe beloften en illusies, in 1990 zou de werklooshéid teruggebracht moeten zijn tot 500.000. Pont konstateert een 'nieuwe mentaliteit en nieuwe regeerstijl' bij Lubbers. De verwarring in vakbondsland is groot en de akties lijden er onder. Een paar dagen later worden de akties in de industrie afgeblazen. De leden krijgen een eindbod voorgelegd. De VUT van 62 naar 60 jaar, een loonsverhoging van gemiddeld 1 procent en een 'herverdelingsfonds' ter bestrijding van de werkloosheid in de metaal. Bij Smitveld in Nijmegen wordt twee dagen doorgestaakt, de stakers willen de 36-urige werkweek vasthouden. Honderd kaderleden in Gelderland adviseren de leden tegen het eindbod te stemmen. Uiteindelijk wordt het aanvaard, opnieuw met een slechte opkomst op de vergaderingen. Angst voor reorganisaties en ontslagen, teleurstelling over het verloop van de akties en gebrek aan vertrouwen in steeds meer terugwijkend beleid lijken de raadgevers. Bij AKZO - Delfzijl, Emmen en Hengelo - wordt een eindbod verworpen en na een staking een beter resultaat binnengehaald. Ook bij Unilever (Van den Bergh en Jurgens Rotterdam en Calvé Delft) wordt gestaakt. Het levert voor de twee- en drieploegen-dienst een 36-urige werkweek op, verder een loonsverbetering van 3½ procent in de loonschalen en 3 procent ineens. De vijf eisen zijn niet gerealiseerd, duidelijk wordt wel dat zonder de gevoerde akties de resultaten helemaal mager zouden zijn. Bij een eindbeoordeling vindt de bondsraad de bereikte ATV 'teleurstellend' en de loonstijging 'mager'. In 1987 blijkt het Herverdelingsfonds - zo'n 200 miljoen voor herverdeling van werk, 18.000 gulden subsidie per arbeidsplaats - een fiasko te zijn. Blankert, de FME-voorzitter, wil er van af en het geld ergens anders voor gebruiken. De geluiden over een te dure VUT moeten kennelijk aannemelijk maken dat het fonds aangewend moet worden voor de financiering van de VUT (SUM). Vertrouwen herstellenTerugkijkend op de beschreven periode kan gekonkludeerd worden dat de 36-urige werkweek, die oorspronkelijk in 1986 binnen had moeten zijn, in een minderheid van de kontrakten is vastgelegd. Hetzelfde geldt voor de 33,6 uur bij de vijfploegendienst. Van de herbezetting is weinig terecht gekomen. In plaats daarvan grijpt de flexibilisering, vermomd als 'maatwerk' om zich heen. Over de ontwikkeling van de koopkracht lopen de meningen uiteen. Dat is niet ongebruikelijk bij dit soort elementaire zaken. Het bestuur van de IB FNV is er van overtuigd dat er een koopkrachtverbetering heeft plaatsgevonden. Leden betwisten dat aan de hand van cijfers van onder andere Konsumentenkontakt en op basis van eigen ervaringen (schoolgeld, eigen bijdrage gezondheidszorg, huurverhogingen, afbraak individuele huursubsidie). Al met al een sombere balans, die uiteraard doorwerkt naar de mensen in de bedrijven. Het vertrouwen in de bond staat zwaar op de tocht, hetgeen tot gevolg kan hebben dat ook het geloof in eigen kracht wordt ondermijnd. Dat deze teruggang gekeerd moet worden, moge duidelijk zijn. De gevoerde akties hebben in ieder geval laten zien dat resultaten mogelijk zijn. Allereerst is daarvoor nodig een eisenpakket voor de komende CAO-onderhandelingen, waarin de leden vertrouwen hebben en waarvoor ze zich sterk willen maken. Het oorspronkelijke pakket 'Vijf eisen. Eén vuist.' van 1985/1986 biedt daarvoor een goed uitgangspunt, met als belangrijkste onderdelen: de 36-urige werkweek, 33,6 uur voor de vijfploegendienst, volledige herbezetting en werk voor jongeren en vrouwen. Op basis van de opgedane ervaringen en de beleidsvisies die uit het bondsbestuur druppelen, moeten er aan toegevoegd worden: kontrole op de herbezetting in de bedrijven, scholing in werktijd en niet ten koste van ATV, volwaardige banen voor jongeren en vrouwen en minimaal een halt tegen allerlei vormen van flexibilisering (afroepkontrakten, inlenen van personeel, inleveren van de vrije zaterdag, flexibele roosters, enzovoort). Wat dat laatste betreft is de stevige flirt van het bondsbestuur met de flexibele beloning via een winstdelingsregeling een kwaaie zaak. Alleen de mensen in de ekonomies sterke bedrijven kunnen daarvan profiteren. In plaats daarvan zal een centrale eis voor koopkrachtverbetering moeten komen. Een vitaal onderdeel van de eisen van de gehele FNV zal het herstel van de koppeling van de uitkeringen aan de lonen moeten zijn en een verhoging van het nivo van de uitkeringen. Verder zal het een zaak van alle leden moeten worden de eisen van vrouwen (bijvoorbeeld kinderopvang) volledig te steunen en voorkomen dat ze via vage afspraken wisselgeld in de onderhandelingen worden. Centrale InitiatievenVan groot belang bij dit alles is dat de bond meer nadruk legt op centrale initiatieven. Algemene eisen, die in alle bedrijven centraal staan en waarvan iedereen weet dat daar overal voor geknokt wordt. Op die manier kan er ook een centrale aktiestrategie ontwikkeld worden. Op dit moment lijkt alles te draaien om 'decentraal invullen' van de eisen. In de praktijk betekent dat vaak dat mensen het maar moeten uitzoeken. Bepaalde specifieke onderdelen zullen altijd per bedrijf of sektor verschillen, maar de hoofdlijnen zullen een gemeenschappelijke aanpak moeten bevorderen. Een centraal initiatief dat zich op korte termijn aandient, zijn de door de FNV aangekondigde akties in november tegen de bezuinigingen en reorganisaties in de gezondheidszorg. Deze gaan iedereen aan. De voorstellen van de Voedingsbond om de akties gekoördineerd in de bedrijven te organiseren kunnen voor de Industriebond FNV een goed voorbeeld zijn. Tot slot, voorgaande aanzet tot een CAO-pakket heeft niet de pretentie volledig te zijn en is zeker geen recept. De kern ervan is, de IB FNV uit het defensief en het meedenkbeleid met de ondernemers te trekken. Om op die manier het verloren terrein en vertrouwen te herwinnen. In plaats van een handreiking, een vuist. Koen Zonneveld(Industriebond FNV) ![]() |