nr. 25
sep 1987

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Ekonomie anders bekeken

Een kwestie van woorden

Denken doen we met woorden. Gedachten aan elkaar overbrengen ook. Je kunt een kommunikatie manipuleren door aan woorden een inhoud te geven die voor verschillende uitleg vatbaar is. Zo kun Je ook inzicht manipuleren. Het is een van de grote trucs waarvan politici zich plegen te bedienen.

Neem nou het woord 'bezuiniging'. Dat is zo'n begrip dat veel mensen op een dwaalspoor heeft gezet. Een en ander blijkt bijvoorbeeld als je mensen hoort zeggen: nou ja, bezuinigen moeten we allemaal, maar niet op deze wijze. Het woord 'bezuiniging' roept gedachtenassociaties op als 'met z'n allen', 'schouders eronder', 'er komen weer betere tijden', 'het komt over ons', 'algemeen belang' en dergelijke. Als je hierom moet inleveren, geeft dat aan deze inlevering iets onvermijdelijks, iets maatschappelijks. Maar bij nadere beschouwing blijken zekere politici met het woord 'bezuiniging' hun trucerige slag geslagen en het inzicht van de mensen gemanipuleerd te hebben, weg van een geheel ander proces.

Overhevelingsbeleid

Want wat is er gebeurd, toen iedereen murw gemaakt werd met al die verhalen over noodzakelijke bezuinigingen? In dezelfde periode is ruim honderd miljard gulden overgeheveld naar het bedrijfsleven in de vorm van subsidies, premies en wat dies meer zij. Een cijfer dat dit uitdrukt, is het saldo van de overdrachten van de overheid áán het bedrijfsleven enerzijds en de ontvangsten door de overheid vàn het bedrijfsleven anderzijds.

Per saldo*) blijken in de periode 1974-1986 de volgende bedragen aan het bedrijfsleven verstrekt te zijn:

1974 - <1.237 miljoen gulden
1975 - 2.951 miljoen gulden
1976 - 2.557 miljoen gulden
1977 - 4.159 miljoen gulden
1978 - 4.783 miljoen gulden
1979 - 6.898 miljoen gulden
1980 - 9.649 miljoen gulden
1981 - 10.788 miljoen gulden
1982 - 11.252 miljoen gulden
1983 - 11.367 miljoen gulden
1984 - 11.369 miljoen gulden
1985 - 11.573 miljoen gulden
1986 - 12.439 miljoen gulden

(Bron: 'miljoenennota's' 1978, 1980, 1984, 1986)

Opgeteld over de gehele periode is dat 101.042 miljoen gulden of meer dan honderd miljard. Indien de cijfers in verband worden gebracht met de verschillende kabinetten en ministers van Financiën, lijkt de volgende interpretatie aannemelijk. In de periode Den Uyl/Duisenberg is een begin gemaakt, maar de bedragen zijn nog bescheiden. In de periode Van Agt/Van der Stee ('wat nodig is, is làf') blijkt het roer omgegooid te zijn. Dan stijgen de overdrachten per saldo snel naar een nivo boven tien miljard per jaar. In de periode Lubbers/Ruding is er sprake van een stabilisatie op dit hoge nivo.

Dit toestoppen van geld aan het bedrijfsleven heeft in dezelfde periode plaats gevonden als die waarin de uitkeringen werden verlaagd, waarin de knaak voor medicijnen werd geëist, waarin de jeugdlonen omlaag geschroefd werden, waarin delen van universiteiten werden opgeheven, waarin de 'minima' veranderd werden in 'echte minima', waarin de BKR (beeldende kunstenaarsregeling) werd afgeschaft, kortom waarin moest worden ingeleverd. En het was dezelfde overheid die nam en gaf. Noem je zo'n beleid nu een bezuinigingsbeleid? Voor dit proces is het begrip 'overheveling' meer op zijn plaats en het beleid zou beter met 'overhevelingsbeleid' aangeduid kunnen worden. Maakt dat wat uit: dit woordgebruik? Als we denken mèt en inzicht krijgen dóór woorden maakt dat inderdaad wat uit.

Verzorgingsstaat Ondernemerdom

Het begrip 'overheveling' roept heel wat minder eenstemmigheid onder de mensen op dan 'bezuiniging'. Gedachtenassociaties bij overheveling zijn: 'van wie naar wie?' 'Welke rechtvaardiging voor het profijt van de een ten koste van de aanslag op de ander?' 'Wat krijg ik er voor terug?' 'Hoe zit het met de sterkte van de schouders van de gevers en ontvangers?' En zelfs als er eenstemmigheid heerst, dan nog zal men denken aan: 'welke vinger in de pap?'. Van al die lastige vragen ben je af, als je zo'n overheveling aan de mensen weet voor te stellen als een bezuiniging. Ze worden dan door overneming van dit begrip weggemanipuleerd van het feitelijk gebeuren.

Het is een vette hap geweest, de laatste tien jaar. De meeste mensen hebben er niet zo bij stil gestaan. Momenteel komen de verhoudingen wat duidelijker bovendrijven. De reden daarvan is dat de huidige minister van Economische Zaken de trend kennelijk wat wil ombuigen (regeerakkoord) en het bedrijfsleven naar aanleiding daarvan begint op te spelen. Een recent voorbeeld daarvan is de reaktie van de veehouders op het voornemen de WIR-premie op het kopen van koeien (!) af te schaffen. En met het argument dat de minister een formele fout heeft gemaakt, hebben ze van de rechter voorlopig nog gelijk gekregen ook. Overigens waren het niet enkel kleine of in moeilijkheden verkerende bedrijven die geld toegestopt gekregen hebben. Ook de grote en de zeer grote en bovendien goed renderende ondernemingen hebben meegeprofiteerd. Dit geschiedde met name via geoormerkte subsidies bijvoorbeeld aan Philips voor ontwikkeling van de megachip. Zoals gezegd, het begint voor niet-insiders wat duidelijker te worden, nu de bedrijven beginnen te mopperen over de ombuiging van minister De Korte. Geen wonder dat bedrijven indertijd gebruik gingen maken van een nieuwe vorm van dienstverlening, die van de subsidiologen.

Waarmee maar gezegd wil zijn dat er nog steeds zoiets bestaat als een 'verzorging van de wieg tot het graf', dat de zogenaamde 'verzorgingsstaat' nooit verdwenen is. Alleen de bordjes zijn verhangen. Het is nu de verzorgingsstaat van het ondernemerdom. Nu wordt het ondernemerdom 'verzorgd van de wieg tot het graf, alle grote monden over 'het dragen van risiko' ten spijt. Een artikel van Maartje van Putten in 'Open Forum' in de Volkskrant (van 22 oktober 1986) heeft als titel meegekregen 'Bedrijven wentelen risico's af op 'Jan de arbeider'. En zo is het ook. Maar eveneens op Miep de bijstandsmoeder en zieke Piet etcetera, etcetera. Vanuit de ene zak in de andere zak. Over het achterhaald zijn van Marx gesproken!

Maar ja, als een klub onnadenkende of gehaaide politici gesteund door hun instituten en nagekakeld door de grote meerderheid van de media een overhevelingsproces voorstellen als een bezuinigingsproces, raken de mensen het spoor bijster en komen ze tot tegenstrijdige uitspraken als: nou ja, bezuinigen moeten we nou eenmaal allemaal; alleen niet zo. In plaats van: vanuit mijn zak overhevelen naar die van Philips of Hollandia Kloos (zie Volkskrant van 24 oktober 1986)? An me nooit niet!

Wim Boerboom
(medewerker Katholieke Universiteit Brabant)

*) De 'overdrachten áán ...' bestaan uit de posten 'inkomensoverdrachten', 'kapitaaloverdrachten' en 'kredieten'.
De 'ontvangsten vàn ...' bestaan uit de posten 'inkomensoverdrachten', 'kapitaaloverdrachten' en 'aflossingen'.
Te vinden in de miljoenenota's in de tabel: 'uitgaven en ontvangsten (...) ingedeeld volgens economische classificatie'.