nr. 111 feb 2003 |
Solidariteit
Lezersconferentie, zondagmiddag 22 juni 2003 - Amsterdam, Centraal StationUitnodiging tot discussieIn de keuze van het onderwerp voor de jaarlijkse lezersconferentie laten we ons in het algemeen inspireren door de actualiteit van - soms oude - vraagstukken. Deze zijn dan sociaal-economisch van aard, meestal met een internationaal element en een relatie met de vakbeweging. Hoewel ook dit jaar deze overwegingen een rol spelen, heeft de voorbereiding een wat andere wending genomen. We kwamen uit op 'migratie/integratie', maar vroegen ons af wat daaraan nog toegevoegd kon worden en raakten er vervolgens niet over uitgepraat.Ook onze discussie ging veel kanten op en voerde naar een aantal (vermeende) tegenstrijdigheden. "Ik ben tegen elke godsdienst, maar voor godsdienstvrijheid." "Ieder heeft het recht zich te kleden zoals hij of zij dat wil, met onderdrukkende symbolen heb ik echter grote moeite." "Migranten hebben te maken met kleine en grote mechanismen van sociale uitsluiting, toch wil ik met mijn buren Nederlands - of Engels! - kunnen praten." "We vragen om een 'links antwoord', maar over welk probleem hebben we het eigenlijk?" Achter elk van deze uitspraken schuilt een wereld van oordelen die al snel verleidt tot andere oordelen geïllustreerd aan ervaringen, voorvallen en anekdotes. Voor een lezersconferentie leek ons dat niet gewenst. Tegelijkertijd stokte het gesprek geen moment en twijfelde niemand van ons aan de onderwerpkeuze. We besloten de tijd te nemen en planden de datum op 22 juni. De vraag naar een nadere toespitsing lieten we nog even liggen. Terwijl wij de discussie voortzetten, worden onze lezers en lezeressen uitgenodigd daaraan deel te nemen. Dat kan in het volgende nummer (deadline 14 maart 2003) of via onze website (http://www.solidariteit.nl), bijvoorbeeld aan de hand van een paar eerste conclusies. Zondebok1. In veel standpunten en debatten zijn feiten verdrongen door vooroordelen. Ze betreffen bijvoorbeeld de criminaliteit van de kinderen van de eerste en tweede generatie migranten, hun vroegtijdig verlaten van de school en 'etnisch' seksisme. Het is handig om te beschikken over feitelijke onderzoeksgegevens, ook al weten we dat de heren van de bouwfraude meer met rust worden gelaten dan een bolletjesslikker en kennen we de beperkte betekenis van de cijfers uit de burelen van politie en openbaar ministerie. 2. In de naoorlogse geschiedenis heeft de burgerij heel wat zondebokken opgevoerd om haar heerschappij te kunnen bevestigen. Communisten, langharigen, links radicalen, uitkeringstrekkers, dienstweigeraars, drugsgebruikers, om maar een paar groepen te noemen. Gemeenschappelijk hadden zij hun verstorende invloed op de sociale orde en/of de economische stabiliteit. Met lof worden ze nog niet bejegend, maar als afleidingsmanoeuvre van het werkelijk maatschappelijke kwaad worden ze nauwelijks meer gebruikt. Ze zijn opgevolgd door de terrorist, de fundamentalist, de islamiet, de vreemdeling, de buitenlander. 3. Migranten uit de jaren zestig tot tachtig pasten niet in dit patroon. Ze waren zo nodig dat ze zelfs 'gast' werden genoemd. Nu zijn ze overbodig, zelfs als arbeidsreserve. De meerderheid van hun 'nakomelingen' wordt verweten te weinig marktconform te kunnen denken en handelen. Ze zijn onaangepast aan de burgerlijke en christelijke waarden en normen. Klassenstructuur4. Migratie is van alle tijden, zowel binnen als over de nationale grenzen. Een beweging van de 'onderontwikkelde periferie' naar het 'ontwikkelde centrum'. Mensenverhuizingen van economische, politieke en sociale aard die bijvoorbeeld voor Nederland sterk gekleurd zijn door het kolonialistisch verleden. Grote groepen mensen zijn op de vlucht voor armoede, onvrijheid, gevaar en geweld. En ook deze schaal wordt steeds globaler. Verontrustend is dat zij huis en haard verlaten en vele nog armeren die vaak van hen afhankelijk zijn, achter moeten laten. Nog verontrustender is dat de toenemende economische en sociale ongelijkheid deze mensenstromen in gang houdt. Wetgeving tast wel hun rechten, maar niet hun komst aan. 5. 'Links' heeft zich met name in de jaren zeventig en tachtig sterk georiënteerd op de progressieve zelforganisaties van de migrantengemeenschappen. Voor zover daarbij 'integratie' beoogd werd, was deze gericht op de arbeidersbeweging en vrouwenbeweging. Met de afnemende betekenis van deze organisaties, die zonder meer verband houdt met de 'crisis' van links in de jaren negentig, is de maatschappelijke positie van migranten kwetsbaarder geworden. 6. In de verschillende migrantengemeenschappen zijn een sociale gelaagdheid en klassenstructuur ontwikkeld. De 'etnische' ondernemers en intellectuele bovenlaag staan model voor een geslaagde integratie. Andere lagen en groepen - voor een deel de 'oude' gastarbeiders en hun hier geboren kinderen en kleinkinderen, vroegtijdige schoolverlaters - worden zichtbaar uitgesloten en als niet-geïntegreerd, dus onbeheersbaar gezien. Redactie
|