nr. 104
dec 2001

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Wijziging ziektekostenverzekering ondermijnt solidariteit

Kies een algemeen toegankelijke gezondheidszorg

In de aanloop naar de verkiezingen hebben zowel de regering als de in de SER verenigde werkgevers en werknemers plannen ontwikkeld om tot een wijziging van de ziektekostenverzekering te komen. In beide gevallen gaat het om een systeem waarvan winstmaximalisatie de grondslag vormt. Wanneer dat lukt, komt er een einde aan de huidige situatie, waarbij 70 procent van de bevolking verplicht verzekerd is en de werkgever 78 procent van de ziektekosten als logische loonkosten voor zijn rekening neemt. Ook de bijdrage van de overheid in de ziektekosten voor haar particulier verzekerde werknemers gaat dan op de helling.

Het regeringsvoorstel en het SER-advies verlaten het uitgangspunt van de risico- en inkomenssolidariteit, twee pijlers onder een solidaire samenleving. Door de in te voeren keuzevrijheid bestaat de mogelijkheid dat jonge, gezonde mensen kiezen voor een minimaal basispakket met beperkte zorg en lage premie. Oudere, minder gezonde mensen zijn aangewezen op een uitgebreider en dus duurder basispakket en moeten dit als groep zelf opbrengen. Zo ontstaat het gevaar dat mensen om financiële redenen voor een beperkt pakket kiezen, met als gevolg een verminderde toegankelijkheid van de zorg.

Risicosolidariteit

Het valt niet te begrijpen waarom de keuze voor een pakket zonder huisarts mogelijk moet zijn. De huisarts is de poortwachter in de zorg. Een dergelijke vrijheid kan ertoe leiden dat mensen met minder inkomen uit financiële overwegingen deze keuze moeten of (ogenschijnlijk) willen maken. Daardoor ontstaat een ongewenste drempel voor een bezoek aan de huisarts, maar ook aan andere zorginstanties.

Tegenover deze sociaal selectieve zorg staat de eis dat algemene toegankelijkheid en gelijke kwaliteit in de gezondheidszorg grondslag voor beleid worden. Een breed en evenwichtig samengesteld pakket is de beste wijze om risicosolidariteit te organiseren. Dat kan door de AWBZ en een basispakket vergelijkbaar met het huidige ziekenfondspakket, waarin tandheelkundige zorg en fysiotherapie weer volledig worden opgenomen. Zo'n pakket dient alle medische en maatschappelijk gewenste zorg te omvatten. Wat nodig wordt geacht, is niet alleen een medische, maar ook een maatschappelijke en politieke aangelegenheid. Wordt de vraag naar de noodzakelijkheid van een bepaalde zorgvoorziening met 'ja' beantwoord, dan moet de betreffende voorziening vergoed worden en voor iedereen beschikbaar zijn.

Inkomenssolidariteit

Ondanks de slechte ervaringen met eigen bijdragen en eigen risico, zoals de medicijnknaak en het specialistengeeltje en de eigen bijdrage van 200 gulden per ziekenfondspakket, stelt het kabinet opnieuw een eigen risico voor. Bij de eerdere maatregelen waren de uitvoeringskosten hoger dan de opbrengst en nam de zorgvraag nauwelijks af. Wel werden mensen zieker, omdat vanwege de drempel afgezien werd van medische zorg of omdat deze zorg pas verleend werd bij escalatie van de klachten.

Dat het kabinet nu opnieuw een eigen risico voorstelt, getuigt van grote onzorgvuldigheid. Bovendien ontbreekt de inkomenssolidariteit door de keuze van een nominale premie (een vast bedrag). De negatieve inkomenseffecten die daarvan het gevolg zijn, moeten gecompenseerd worden door een mix van fiscale maatregelen. Zelfs prominenten van de PvdA, als staatssecretaris Bos en woordvoerder Oudkerk, spreken van een ingewikkelde, onuitvoerbare formule.

We kunnen ons waarachtig afvragen waar de solidaire ziektekostenverzekering blijft als een standaardpolis 3.500 gulden per persoon per jaar gaat kosten; kinderen meeverzekerd met een maximum van twee per huishouden. Zijn dat de sterke schouders?

Naar draagkracht

Verzekeraars, VVD, CDA en D66 reageerden enthousiast. Een ware vrucht van het poldermodel. FNV-voorzitter De Waal verklaarde bij de presentatie van het SER-advies dat niets van de grond komt zonder verzekeraars. Dit is onjuist! De huidige ziektekostenverzekering wordt beheerd en uitgevoerd door de sociale verzekeraars waarbij ledenraden de hoogste besluitvormende organen zijn. Even onjuist is de stelling dat nominale premies de concurrentie bevorderen. Concurrentie op schadelasten? Deze leidt eerder tot een slechtere dan tot een betere zorg. Nominale premies pakken ongunstig uit en treffen vooral de mensen met lage inkomens. En dat moet weer gerepareerd worden. Een groot deel van de miljarden die hiermee gemoeid gaan, komt terecht bij de hoge inkomens. Deze bedragen kunnen beter aan de zorg besteed worden. Het is bovendien de vraag in hoeverre de compensatie overeind blijft bij een recessie.

Onze voorkeur gaat nadrukkelijk uit naar een stelsel dat gebaseerd is op premies die volledig naar draagkracht betaald worden, bijvoorbeeld door inning via belastingen. Bij een dergelijke sociale volksverzekering gaan de zorg en de lagere en middeninkomens erop vooruit. Met de keuze voor solidariteit wordt de huidige sociale ongelijkheid enigszins rechtgetrokken. Alleen een samenleving waarin de gezondheidszorg voor iedereen - ongeacht de sociale positie - volwaardig beschikbaar is, kent rechtvaardigheid en geeft een gezicht aan een universeel recht van de mens.

Gerard van de Ridder
(oud-lid van de ledenraad van het Haagse ziekenfonds AZIVO - tot 1998 deelnemer maandelijkse, telefonische vergaderingen van de FNV over de gezondheidszorg)