nr. 104
dec 2001

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

SHB - Rotterdamse havenpool opnieuw onder vuur

Een bond zonder opgestroopte mouwen

In de Rotterdamse haven ligt de werkgelegenheid van de havenarbeiders in de pool opnieuw onder vuur (SHB: Samenwerkende Havenbedrijven). Naast de liberalisering van het havenwerk onder aanvoering van de Europese Commissie hebben de werkgevers een frontale aanval geopend op de pool. In Brussel spreken ze van 'port packages', die de verworven rechten van de havenarbeiders moeten openbreken door meer concurrentie op arbeidsgebied toe te staan. Al jarenlang worden de SHB-arbeiders onder druk gezet om allerlei verslechteringen te accepteren. Door hun onverzettelijkheid is dat tot nu toe niet echt gelukt. Hoe staat het er deze keer voor?

De havenpool lijdt verlies, omdat de tarieven niet dekkend zijn. Dit is al jaren bekend, maar '11 september' is een voldoende legitimatie om versneld de pool de das om te doen. De aandeelhouders wensen geen cent meer uit te geven aan de SHB. Dat staat tweemaal expliciet vermeld in het Sociaal Plan.

Momenteel werken zo'n 950 mensen bij de SHB. Daarvan moeten er 460 in een aparte stichting ondergebracht worden. Ze worden ontslagen, maar de navelstreng met de haven wordt niet doorgesneden, ze moeten beschikbaar blijven voor werk. Er wordt een deelnemerschap aangeboden in een aparte stichting met een eigen CAO die de arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht moet regelen. Of zoals het Sociaal Plan het omschrijft: de deelnemers in de Stichting hebben geen rooster/werkschema. Onder die voorwaarde wordt hun uitkering voor maximaal twee jaar aangevuld tot 75 procent bruto. Daarnaast wordt nog een aantal toeters en bellen geregeld, maar als de havenarbeiders met deze constructie niet mee willen gaan, dan volgt gedwongen ontslag.

Overigens, de nieuwe stichting moet de naam HAR (Havenarbeidsreserve) gaan dragen; zo heette negentig jaar geleden de voorloper van de havenpool die toen nog uit vogelvrije, losse dagloners bestond.

De bond

In 1997 heeft een vergelijkbare situatie zich voorgedaan in de Amsterdamse haven. Daar heeft de bond de strijd die de havenarbeiders gevoerd hebben op alle mogelijke manieren de nek omgedraaid. Het resultaat was dat de ondernemers achterover konden leunen en de bond werkgever werd. Wat dit voor gevolgen heeft gehad, is regelmatig in Solidariteit te lezen. Is van die situatie geleerd?

De koers die gevolgd wordt, is meedenken over een sociaal plan. De discussie gaat over de hoeveelheid ontslagen, niet over de noodzaak van de reorganisatie. Deze wordt geaccepteerd en als onvermijdelijk ervaren. Onder geen voorwaarde mag er een faillissement komen. Gevreesd wordt dat dan het hek van de dam is, omdat ook bij de 'vaste bedrijven' over reorganisaties wordt gesproken en de arbeidsvoorwaarden onder druk staan. Het gevaar van zo'n kettingreactie is het gevolg van het jarenlange bondsbeleid om per bedrijf een CAO af te sluiten en niet meer te vertrouwen op de solidariteit en strijdbaarheid van de havenarbeiders. Zo langzamerhand is iedereen tegen elkaar uitgespeeld met de containersector als voornaamste splijtzwam. Ook de bondsbestuurders zijn onderling sterk verdeeld. In de sectorraad is door de bestuurder die de ECT in zijn pakket heeft, aangegeven dat dit bedrijf met rust gelaten moet worden, omdat daar kort geleden een reorganisatie heeft plaatsgevonden.

Het is ieder voor zich. Met als dieptepunt een tussen neus en lippen door gemaakte opmerking om CAO's af te sluiten zonder A9. Dit artikel regelt dat de inhuur in de haven via de pool moet lopen. Gelukkig was de sectorraad alert en werd dit onzalige plan verworpen. De voor de SHB verantwoordelijke bondsbestuurder spreekt in de kranten over acties, maar neemt in de sectorraad een afwachtende houding aan. Naar buiten wordt dus gedreigd, naar binnen klinkt 'jullie moeten de kar trekken'. Daarbij wordt 'vergeten' dat de bond in het verleden acties met alle mogelijke middelen probeerde in te dammen of te controleren. Schokkend was een passieve dan wel actieve medewerking om in 1997 de strijdbare voorzitter van de ondernemingsraad van de SHB de haven uit te gooien.

Het werk

Wat nu? De toverformule om ouderen met een regeling te laten vertrekken, stuit op tegenwerking van de overheid. Voor het eerder afgesloten 'moderniseringsakkoord 1994-1996' wordt de neus opgehaald. Er staan belangwekkende artikelen in, bijvoorbeeld over de tarieven en de positie van de pool ('alle inhuur via de SHB)', maar het akkoord wordt niet tot inzet van actie gemaakt. Veel aandacht krijgt een conventie van de ILO (Internationale Arbeidsorganisatie), waarin is vastgelegd dat ontslagen havenarbeiders recht op werk hebben bij vacatures. Deze conventie van 1973 zou in de strijd geworpen kunnen worden en een eerste aanzet zijn het verloren terrein terug te winnen. Helaas zijn de bondsbestuurders hierover onderling sterk verdeeld. Opmerkelijk is dat met grote belangstelling wordt gevolgd wat er in de Amsterdamse haven gebeurt. Daar zijn immers 25 in 1998 ontslagen poolarbeiders in een juridisch gevecht gewikkeld waarin dat ILO verdrag een rol speelt. Een merkwaardige situatie. In Rotterdam zou de bond voor elkaar willen krijgen wat vertegenwoordigers van diezelfde bond in Amsterdam - maar dan als werkgever - tegenhouden.

Nogmaals wat nu, er is toch geen werk meer?

De prijs om de SHB in stand te houden, is afhankelijk van wat arbeidskracht kost en wat arbeidsvrede kost. Als de realisering van de arbeidsvrede weinig inspanning vraagt, wordt de arbeid goedkoper. Dat is één. Twee is: natuurlijk is er werk. Maar de nieuwe havenondernemers - de vroegere koppelbazen! - pakken op hun wijze de personeelstekorten aan. Ze kennen geen CAO, praten over collegiale (= onderlinge) inhuur en maken gebruik van 'opstappers' (dagloners) en uitzendbureaus.

Het Sociaal Plan

Het verzet tegen de ontslagen bij de SHB wordt niet bepaald bevorderd door de situatie waarin de ondernemingsraad al enige tijd verkeert. Er zijn vier fracties (FNV, OVB, VLD en LBV) die zeer wantrouwend tegenover elkaar staan. Daar komt nog eens bij dat alleen FNV en CNV bij de onderhandelingen over een sociaal plan vertegenwoordigd zijn. Met als gevolg dat bonden en ondernemingsraad strikt gescheiden van elkaar opereren. De ondernemingsraad volgt een eigen weg door deskundigen in te huren om de cijfers te onderzoeken, personeelsvergaderingen te organiseren en een telefonische enquête te houden. De respons is echter minimaal, omdat met de afgekalfde eenheid een duidelijke 'tegenkoers' ontbreekt.

In een dergelijke verdeelde situatie wordt een reorganisatie geïndividualiseerd. In het Sociaal Plan is afgesproken dat er voor de eerste opvang van de ontslagen arbeiders een telefonische hulpdienst komt die ondersteuning door deskundigen kan aanbieden bij individuele problemen. Verontrustend mag toch wel genoemd worden dat in dit plan artikelen zijn opgenomen die het onmogelijk maken dat arbeiders nog individuele rechten kunnen claimen. Er komt een separate cao, waarin geregeld wordt dat de opzegtermijn voor het ontslag slechts een week bedraagt en dat bij ziekte geen ontslagverbod geldt. Is dit de les die uit de recente Amsterdamse havengeschiedenis geleerd is: voorkomen dat ontslagen havenarbeiders via de juridische weg hun recht proberen te halen?

Ik had graag een meer optimistische beoordeling gemaakt. En eigenlijk hoop ik dat ik me vergis. Ik heb het de redactie van Solidariteit gevraagd. In het volgende nummer is ruimte gereserveerd voor een andere beoordeling of commentaar. Deadline: 11 januari 2002.

Ab de Wildt (FNV Bondgenoten)