nr. 0
mar 1983

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Verantwoording: Waarom Solidariteit?

U hebt hier het 'nul-nummer' van SOLIDARITEIT in handen. Wellicht vraagt u zich af: Waarom alweer een nieuw blad? Een goede vraag. We zullen proberen er zo goed mogelijk antwoord op te geven.
Allereerst iets over het moment waarop we met dit blad komen. Dat moment is van grote betekenis. Er is een nieuwe regering. Als zij haar zin krijgt wordt alles wat we de laatste jaren veroverd hebben en waarvoor we zware offers brachten weer afgebroken. De ondernemers staan klaar om hun vruchten te plukken van de krisis die zij zelf veroorzaakt hebben: loonsverlaging, afbraak van sociale voorzieningen. En op de werkvloer wordt ons weer duidelijk te verstaan gegeven waar -volgens de ondernemers dan- 'onze plaats' is. Bek houden en doorwerken. Daar is het gat van de deur...
De ekonomische groei en de bijna volledige werkgelegenheid van de jaren zestig en de eerste jaren zeventig zijn voltooid verleden tijd. Daarvoor in de plaats hebben we nu massawerkloosheid en daling van de koopkracht. Brede lagen van de bevolking worden daardoor getroffen. Wie voor zijn of haar brood moet werken, of afhankelijk is van een sociale voorziening, vindt het steeds moeilijker om verzet te bieden tegen die verslechte ringen. De koopkracht daalt voortdurend, sociale verworvenheden worden aangetast.
Toch willen vele mensen daar wel tegen vechten.
Maar daarvoor is een doelbewuste, krachtige leiding nodig. Die is er maar al te vaak niet. Vooral daardoor wordt er minder strijd geleverd dan nodig zou zijn.

WIE KRIJGEN DE CENTEN?

Intussen hevelt de overheid nog steeds ongekontroleerd miljarden over naar het bedrijfsleven. Om de belastingfraude van de hogere inkomens tegen te gaan wil men ... de tarieven voor die inkomens verlagen! Wie toch al weinig heeft moet verder 'inleveren' en wie er warmpjes bij zit wordt nog verder ingepakt. De politiek van de regering werkt steeds duidelijker in het belang van de ondernemers -en dan nog in de eerste plaats van de grote.

TWIJFELS EN MOEDELOOSHEID

Steeds meer mensen twijfelen of dàt nu wel de goede manier is om de krisis te bestrijden. Iedereen ziet dat de werkloosheid blijft stijgen, de koopkracht blijft dalen. De ouderen, de jongeren, de vrouwen en de buitenlanders voelen dat het hardst. Dat voedt niet alleen het wantrouwen tegenover de overheid, maar ook tegenover al de plannenmakers die de loontrekkers en uitkeringsgerechtigden voor de krisis willen laten opdraaien. Men probeert ons wijs te maken dat de vergroting van de winsten en de beperking van de overheidsuitgaven goed zouden zijn voor de werkgelegenheid. Maar wie gelooft dat nog? De ervaring van de laatste jaren laat maar al te duidelijk zien dat 'inleveren' de beloofde nieuwe arbeidsplaatsen niet oplevert.

In het REDAKTIONEEL van dit nummer wordt ingegaan op de vraag of 'inleveren' wel iets positiefs oplevert. Men kan zich afvragen of de vakbondsleidingen in het verleden niet een al te verdedigende houding hebben aangenomen. En of die verdediging niet langzamerhand ontaardt in een strategie van terugtrekken. Of moeten we, zoals sommigen doen, al spreken van een kapitulatie tegenover de aanvallen van ondernemers en regering? Wordt het niet de hoogste tijd om ons te beraden op een aanvallende strategie die onze belagers op de vlucht jaagt?

De enige investeringen waarin de ondernemers brood zien zijn die waarmee menselijke arbeid bespaard kan worden - waardoor de werkloosheid nog groter wordt! 'Inleveren' schept dus geen werk, maar juist werkloosheid! Na de metaalindustrie en de bouw laten nu de overheidssektor, de banken, de verzekeringsmaatschappijen zien wat 'inleveren' in werkelijkheid betekent.
We zien vele mensen daar moedeloos onder worden. Ze gaan niet eens meer stemmen als er verkiezingen zijn. Ze zeggen hun vakbondslidmaatschap op. Kaderleden geven de pijp aan Maarten. Zij komen ook in een steeds moeilijker positie. Steeds vaker moeten zij kiezen tussen hun eigen belang en dat van hun kollega's en hun plaats dis tussenschakel tussen vakbondsleiding en leden. In al teveel gevallen is, of voelt men zich, verplicht de standpunten van de vakbondsleiding tegenover de leden te verdedigen -ook al knaagt in vele gevallen de twijfel.

LICHTPUNTEN

Er zijn echter lichtpunten. In de dienstensektor groeit het verzet tegen het verdwijnen van arbeidsplaatsen. Als middel daartegen wordt arbeidstijdverkorting naar voren gebracht. In de havens vonden akties plaats, ook voor arbeidstijdverkorting. De Industriebond FNV zegt dat hij in de komende periode de ATV tot centrale doelstelling wil maken. De kardinale vraag is echter of daarvoor (een deel van) de prijskompensatie moet worden ingeleverd. In allerlei bedrijven wordt gezocht naar manieren om doeltreffend op te treden tegen bedrijfssluitingen en massa-ontslagen. De diskussies daarover worden op allerlei manieren gevoerd. E3edrijfs!edengroepen staan met elkaar in briefwisseling. Er wordt getracht het bondswerk in de bedrijven beter op poten te zetten. Bedrijfsjongeren-groepen blijken een belangrijke rol te spelen in de vakbondsstrategie. Ingezonden brieven in bondsbladen laten weer andere ontwikkelingen zien. In ZIN, het weekblad van de Industriebond FNV, ontbrandde een felle diskussie over het al dan niet loslaten van de prijskompensatie. Het kader van DE SCHELDE in Vlissingen liet daarbij een opvallend geluid horen: geen bezuinigingspolitiek; behoud van de verworven rechten; radikale vermindering van de arbeidsweek tot 35 uur zonder loonverlies; nationalisatie van de geldsektor (banken) onder kontrole van de arbeiders enz., enz. Dat betekent een heel ander beleid dan tot nu toe gevoerd werd. Hier worden bouwstenen aangedragen voor een fundamentele diskussie. En die diskussie is een eerste voorwaarde voor een vakbondspraktijk die doeltreffend de belangen van de loon- en uitkeringstrekkers verdedigt.

Door alle bonden heen is er kritiek op de strategie en taktiek van de leidingen. Op allerlei plaatsen worden allerlei akties gevoerd en voorbereid, Op zichzelf een prima zaak. Maar de samenhang tussen dit alles ontbreekt voor het grootste deel. Dat is onze voornaamste zwakte. Er dienen kontakten te komen tussen hen die reeds in de strijd staan en degenen die morgen aan de beurt zullen zijn. Niet alleen binnen de verschillende bonden, maar ook tussen de bases van de bonden. Het front van de ondernemers en de regering is een hechte eenheid. Hoe kunnen wij daar doeltreffend tegen optreden als we zo versnipperd en verdeeld blijven?

WELKE MIDDELEN?

Uit dit alles komt onvermijdelijk de vraag naar voren: hoe kan er zo doeltreffend mogelijk opgetreden worden? Welke middelen moeten we gebruiken? Wat doen we om de akties in bedrijven en instellingen, in de verschillende bonden, in de verschillende sektoren, op internationaal nivo op elkaar af te stemmen? Hoe verwerken we de konkrete ervaringen van vakbondsmensen met ondernemingsraden, met bedrijfsledengroepen, met de demokratie in onze eigen vakbeweging? Hoe komt het dat allerlei akties lang niet altijd tot de gewenste resultaten leiden? Wat mankeert er aan de strategie? Hoe staan we tegenover het politieke gebeuren? Wat stellen we tegenover de strategie van de ondernemers? Allemaal vragen die om een antwoord schreeuwen. Een antwoord dat bruikbaar is in de dagelijkse vakbondspraktijk. En wat doen we aan de specifieke problemen van de vrouwen, de jongeren, de buitenlandse arbeiders? Ook hier ligt een enorm werkterrein. Dat geldt trouwens evenzeer voor de problemen van het steeds groter wordende leger van uitkeringstrekkers.

Er is de laatste jaren op diverse plaatsen aktie gevoerd, gestaakt, gedemonstreerd. Soms op grote schaal. Maar veel, teveel mensen bekruipt het gevoel dat het allemaal zo weinig uithaalt. Ze worden moedeloos. De strijd, als die al gevoerd wordt, lijkt uitzichtloos. Kaderleden van vakbonden geven het op. Leden bedanken voor hun bond. Dat is een levensgevaarlijke ontwikkeling. Zo worden de poorten wijd opengezet voor ondernemers en regeerders die ons van onze laatste verworvenheden willen beroven. Daar moet iets aan gedaan worden voor het te laat is. Velen die nog niet (helemaal) ontmoedigd zijn, willen daar ook iets aan doen. Maar zij zijn verspreid, vaak geïsoleerd. Dit blad is er om dat isolement op te heffen. En om te laten zien hoe we wèl kunnen winnen. Onze eenheid is onze grootste kracht. Meningsverschillen kunnen pas opgelost worden doordat ze op een breed vlak bediskussieerd worden. SOLIDARITEIT wil daarvoor het platform scheppen.

ALLES TER DISKUSSIE

Met al deze problemen willen we ons in SOLIDARITEIT intensief gaan bezighouden. Niet als het zoveelste blad van de zoveelste stroming in de arbeidersbeweging. Maar als een krachtige bundeling van al die mensen en stromingen voor wie het voortbestaan en de daadkracht van de vakbeweging een zaak van het hoogste belang, van levensbelang is. In SOLIDARITEIT staat alles ter diskussie. Geen enkele beweging of Organisatie zal zich het blad mogen toeëigenen. Alle stromingen binnen de arbeidersbeweging zijn er welkom. Echter met één beperking: er kan in SOLIDARITEIT geen plaats zijn voor vijandigheid tegenover de vakbeweging of andere massabewegingen, hoe grondig de kritiek op hun doen en laten ook moge zijn. Juist de grootst mogelijke versterking van die bewegingen is de voorwaarde voor een sukcesvolle strijd tegen de ondernemers en de staat.

Politieke demokratie is een groot goed. Vakbondsdemokratie is onmisbaar voor het leveren van een doeltreffende strijd. SOLIDARITEIT wil daaraan een krachtige bijdrage leveren. Ook de eigen struktuur van ons blad is zo demokratisch als mogelijk is. In de redaktieraad zijn mensen uit verschillende vakbonden en van verschillende stromingen verenigd. En we streven ernaar die raad nog verder uit te breiden, zodat we kunnen steunen op een brede vertegenwoordiging van de basis der vakbeweging. De redaktie is daar een onderdeel van. Ze wordt uit en door de redaktieraad gekozen. De redaktieraad heeft het laatste woord wat betreft de inhoud van SOLIDARITEIT. Zo kan voorkomen worden dat enkelen hun stempel gaan drukken op een blad dat de spreekbuis wil zijn voor alles wat er aan de basis van de vakbeweging aan de gang is.

UW STEUN IS NODIG

Voor het uitvoeren van al deze taken heeft SOLIDARITEIT uw steun nodig. In de eerste plaats in de vorm van uw abonnement. En zo u dat mogelijk is, in de vorm van uw bijdrage aan het Solidariteitsfonds. Maar u kunt nog veel meer doen. Bijvoorbeeld SOLIDARITEIT aan uw kollega's en medebondsleden laten lezen - en zo abonnees winnen. En tenslotte -dat is wel het allerbelangrijkste- deelnemen aan de diskussies in SOLIDARITEIT, uw ervaringen in bond en bedrijf vertellen, nieuws en nieuwtjes doorgeven die de lezerskring van SOLIDARITEIT kunnen interesseren.
Wij willen met SOLIDARITEIT allen bereiken wie de vakbeweging -en de arbeidersbeweging als geheel- ter harte gaat. U kunt daaraan een belangrijke bijdrage leveren. In de vormen als hier aangegeven of op manieren die u wellicht zelf bedenkt. SOLIDARITEIT is uw krant!

De (voorlopige) redaktieraad

SOLIDARITEIT is een blad van en voor kaderleden van verschillende vakbonden. Het is geen blad dat van buitenaf de vakbeweging kritiseert. Waar we kritiek hebben op wat de vakbeweging doet en laat, is zij gericht op de versterking van de vakbeweging. We willen dat zij haar belangrijke taak zo goed, zo doeltreffend mogelijk vervult. Daarvoor is o.a. nodig dat vakbonds(kader)leden aktief aan de diskussies in SOLIDARITEIT deelnemen. Daarmee leren we van elkaars ervaringen en kunnen we de strijd beter voeren. Die diskussies zullen vooralsnog vooral schriftelijk moeten plaatsvinden. Maar we streven ernaar om in een niet te verre toekomst lezerskonferenties te gaan houden, als het even kan op regionaal nivo. Daarmee willen we bereiken dat eenieder wie het welzijn van de vakbeweging ter harte gaat, ook daadwerkelijk kan deelnemen aan de diskussies over strategie en taktiek. Alleen op die manier kunnen we de impasse waar we nu in verkeren, doorbreken.

Tekening bij artikel Verantwoording nr.0 (13 Kb)Tekening (13 Kb)