nr. 0
mar 1983

welkom
edities
inhoud

Solidariteit

Buitenlandse arbeid(st)ers, migranten

Door de ontwikkeling van de moderne kapitalistische ekonomie is de produktie internationaal geworden. Rijkdommen en grondstoffen uit de onderontwikkelde landen zijn door kapitalisten voor bewerking naar hun eigen land gehaald. Alle macht over kapitaal, grondstoffen en technologie is in handen gekomen van de grote, westerse industriële centra.

GOEDKOOP

Deze ontwikkeling is de oorzaak geweest van de verarming van andere landen, die daardoor nauwelijks meer een toekomstmogelijkheid hebben. De bewoners van deze landen zijn hierdoor gedwongen in de hoog-geïndustrialiseerde landen te gaan werken. Gelijkertijd hebben de kapitalistische landen de arbeidskrachten uit de onderontwikkelde landen nodig om de produktie goedkoop te houden en te vergroten. Zo is de migratie van buitenlandse arbeiders en arbeidsters naar de grote industriële centra ontstaan.

RECHTELOOS

Aan het begin van de 60-er jaren lokten de westeuropese ondernemers mensen uit bijv. Turkije en Marokko naar hun ondernemingen. Deze arbeidskrachten waren goedkoop, hadden en kregen weinig sociale en politieke rechten. Ze kregen een arbeids- en slaapplaats en hadden geen enkele mogelijkheid tot scholing en kultureel-maatschappelijke ontwikkeling.

GEMEENSCHAPPELIJKE BELANGEN

Tot de eerste krisisgolf in het begin van de 70-er jaren is aan de buitenlandse arbeid(st)ers ontzettend veel geld verdiend. Mede door hun arbeid zijn grote winsten behaald. Nu de wereldekonomie terugloopt, worden zij dubbel getroffen: als arbeider en als buitenlander. Migranten vormen het meest uitgebuite en onderdrukte deel van de arbeidersklasse. Het ontbreken van een toekomstperspektief dwingt hen in veel gevallen zich te schikken in die onderdrukking. Aan de ene kant kunnen ze niet terug naar hun eigen landen, omdat daar ook en meestal meer werkloosheid heerst en een reëel inkomen onbereikbaar is. Aan de andere kant wordt het hen, door hun beperkte sociale en politieke rechten, zeer moeilijk ge maakt in West-Europa te blijven. Het moeten kiezen tussen twee kwade mogelijkheden vormt het kernprobleem van de migranten. Door deze situatie worden zij gedwongen harder te werken en het rotste werk te aanvaarden om hun werkgelegenheid te behouden. Hierdoor ontstaat er een breuk tussen dé migranten en hun Nederlandse kollega's. Hun gemeen schappelijke belangen worden uit elkaar getrokken en de twee groepen arbeid(st)ers worden tegen elkaar uitgespeeld. In de 60-er jaren werden de migranten gebruikt voor het opvoeren van de ondernemers winsten. Nu worden ze gebruikt om verdeeldheid te zaaien met het doel de winsten veilig te stellen. Een arbeider is altijd een arbeider: Turks, Marokkaans, Surinaams of Nederlands.

VAKBEWEGING

In de huidige periode van scherpe ekonomische neergang is het meer dan ooit de taak van de vakbeweging op te komen voor de belangen van alle arbeid(st)ers en in het biezonder voor die van de migranten. Dat betekent in de eerste plaats het direkt betrekken van de buitenlanders in de strijd tegen de werkloosheid. Samen met hun Nederlandse kollega's. Daarvoor is het nodig dat zij in hun eigen taal geïnformeerd worden en dat hun mogelijkheden tot scholing uitgebreid worden. In de tweede plaats moet de vakbeweging zich sterk maken voor de uitbreiding van de rechten van de migranten. Bijv. het recht voor iedereen om betaalbaar te wonen, waar hij of zij wil, en het aktief en passief kiesrecht voor migranten. In de derde plaats is aktief verzet vanuit de vakbeweging nodig tegen elke vorm van diskriminatie en fascisme, zowel binnen als buiten de onderneming. Buitenlandse en Nederlandse arbeid(st)ers verschillen in positie, herkomst en kultuur, maar hun belangen zijn gelijk.

Mesut Yilmazcan

Foto bij artikel Buitenlanderse arbeid(st)ers, migranten (44 Kb)Foto (44 Kb)