De 'huizenopknappers' in de Indische buurt

Ab de Wildt

De Amsterdamse Indische buurt waar ik woon en leef, verandert snel de laatste jaren. Langzaamaan verdwijnen mensen en gebouwen en maken plaats voor andere mensen en gebouwen. Ook ik ben binnenkort slachtoffer van deze wisseltruc die gepaard gaat met koopwoningen, huurverhogingen en afkoopsommen.

Merijn Oudenampen schreef over deze herstructurering het essay "Het rijk van Insulinde wordt een wereldwijk" dat Solidariteit graag plaatst op haar website. Merijn geeft een goede analyse van wat er gaande is die ik aanvul met een aantal praktijkervaringen.

Huurverhogingen

Hoewel de Indische buurt in de loop der jaren nieuwe bewoners heeft gekregen en van samenstelling is veranderd, heb ik er meer dan een kwart eeuw met veel plezier gewoond. Een echte arbeidersbuurt. Veel niet al te grote maar goedkope woningen, in het bezit van woningcorporaties en een klein aantal particuliere eigenaren. Door het beleid van de deelraad kwamen de meeste huizen van die eigenaren in handen van de grotere corporaties die ze renoveerden en opnieuw verhuurden.
Aan deze goede ontwikkeling is een einde gekomen. De midden en hogere inkomens moeten hun intrede doen in de wijk. Nieuwbouw is nu hoofdzakelijk 'koop' en de overblijvende huurhuizen zijn voor velen niet meer betaalbaar. Nog geen vijf jaar geleden bedroegen de huren voor woningen van 50 tot 70 vierkante meter ongeveer 400 gulden, inmiddels zijn ze opgelopen tot 300 euro en meer. Van woningen met een oppervlakte van 100 tot 160 vierkante meter variëren op dit moment de huurprijzen van 1.200 tot 1.700 euro per maand. Opgeknapte woningen van ongeveer vijftig vierkante meter veranderen vanaf 160.000 euro van eigenaar.

Projectontwikkelaars

Uit eigen ervaring weet ik hoe handig dit spel gespeeld wordt. De deelraad komt langs om de wensen van de bewoners te inventariseren en dwingt de eigenaren hun huizen op te knappen. Natuurlijk wil iedereen daaraan meewerken, want de huizen stammen uit het begin van de vorige eeuw. Oude huizen en dus zijn verbeteringen welkom. Maar ondertussen wordt in kaart gebracht hoe hoog de huren zijn, wat huurders verdienen, wat de staat van de woningen is en wat eventuele wensen zijn. Particuliere eigenaren die niet mee willen werken, worden onder druk gezet hun bezit te verkopen aan projectontwikkelaars. Doen ze niet mee aan bijvoorbeeld de reiniging van een gevel, dan wordt de druk opgevoerd met dreigementen van aanschrijvingen door de deelraad.
De eigenaar van de woning die ik huur, is door de knieën gegaan en heeft zijn bezit verkocht. Plotseling verandert de sfeer. 'Huizenopknappers' komen op huisbezoek. Termen als onveilig, ouderwets, brandgevaarlijk worden druk gebezigd. De conclusie volgt dat "opknappen meneertje geen overbodige luxe is, natuurlijk mijnheer, gaat u daar op vooruit". En of we maar gauw willen verhuizen, want de stad staat vol met lonkende, goedkope en betere woningen die wachten op onze bewoning. Voordat je het in de gaten hebt, worden splitsingsvergunningen afgegeven waardoor het mogelijk wordt per verdieping te verkopen. Het loven en bieden over de verhuizing begint. De frequentie van de huisbezoeken wordt opgevoerd, evenals het gebruik van angstaanjagende woorden als onveilig en gevaarlijk.

Mensen die zich niet verenigen met lotgenoten en zich niet verdiepen in deze materie worden al snel het slachtoffer van de handige projectontwikkelaars. Rechten en plichten worden niet genoemd of verkeerd uitgelegd. Vooral mensen worden het slachtoffer die de Nederlandse taal niet goed beheersen en onvoldoende op de hoogte zijn van de vele regels.
De afkoopsommen waarmee mensen tot verhuizen verlokt worden, schommelen met de al of niet aanwezige mondigheid en zelforganisatie. Een voorbeeld. In het tweelingpand waar ik woon, variëren de uitkoopbedragen van 5.000 tot 40.000 euro.
En dat allemaal onder de regie van de stadsdeelraad.

"Het rijk van Insulinde wordt een wereldwijk" is ontleend aan: www.flexmens.org en is te vinden op onze webstek: RijkvanInsulinde.