welkom
extra
Solidariteit

Structureel Nederlands geweld in Indonesië

De leugen van de dekolonisatie

Maurice Ferares

Er komt geen eind aan het bedrog. In december 2016 besloot de Nederlandse regering steun te geven aan een grootschalig onderzoek naar het gebruik van extreem geweld tijdens de zogenoemde dekolonisatieoorlog in Indonesië gedurende de periode 1945-1950. Uit te voeren door het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies), het KITLV (Koninklijk Instituut van Taal-, Land- en Volkenkunde) en het NIMH (Nederlands Instituut voor Militaire Historie).

Nadat alle regeringen sedert 1950 weigerden dit onderzoek te doen verrichten, kon Rutte II met de verschijning van het boek van Remy Limpach in 2016 - De brandende kampongs van Generaal Spoor - er niet langer onderuit zijn steun toe te zeggen aan de drie instituten. Het is opmerkelijk dat de regenten en hun aanhang, de pers inbegrepen, nu plotseling spreken over een dekolonisatieoorlog. Ze doen een doorzichtige poging om nog voor het onderzoek begonnen is, iedere verantwoordelijkheid te ontkennen voor de genocide die de Nederlandse troepen in Indonesië hebben gepleegd. 'Er is geen koloniale oorlog gevoerd door Nederland, wij zijn met de beste bedoelingen in 1945 naar Indonesië gegaan, wij wilden niets anders dan het Indonesische volk helpen dat pas onafhankelijk was geworden.' Dat wordt beoogd met het begrip dekolonisatieoorlog. Nog een stap verder: het is een gemene leugen dat onze politieke vaders en grootvaders in 1945 en de jaren daarna opdracht gaven om Indonesië met alle politieke en militaire middelen weer tot Nederlands-Indië te maken.
Zo zullen ze reageren als hun leugens ontmaskerd worden, maar of dat zal gebeuren, valt te bezien. Het grote probleem is dat de waarheid niet aanvaard kan worden dat de politieke voorgangers onmenselijke moordenaars en rovers waren.

Prent – Vrijheid Indonesië: een stier die zijn ketens verbreekt

De verantwoordelijken

In 1946 zaten er in de Tweede Kamer 29 leden van de PvdA, 32 van de Katholieke Volkspartij en 13 van de Anti-Revolutionaire Partij. Tezamen een ruime meerderheid van de 100 leden die de Tweede Kamer toen telde.
De eerste regering van 24 juni 1945 tot juli 3 juli 1946 was die van Schermerhorn (PvdA). Zijn opvolger, 3 juli 1946-7 augustus1948, was Beel. Vervolgens kwam eerst de regering Drees/Van Schaik van 7 augustus 1948 tot 24 januari 1951, samengesteld uit leden van de PvdA, KVP, ARP en Christelijk-Historische Unie. En daarna Drees I, van maart 1951 tot 2 september 1952. In al die regeringen zaten ministers van de KVP en PvdA, terwijl de regeringen met Drees ook ministers van de VVD telden. Zij allen zijn de verantwoordelijken die 120.000 soldaten met tanks en vliegtuigen naar Indonesië stuurden. Net als zij het wisten, weten ook hun politieke opvolgers precies wat er in de jaren na de Tweede Wereld oorlog in Indonesië plaatsvond. Dat is de reden waarom een onderzoek door de regeringen naar wat daar gebeurde al die jaren is gefrustreerd.

De partijbonzen van alle betrokken partijen trachten nog steeds te redden wat er te redden valt. Ze gaan voort met bedrog en verwarring te zaaien. Wat is een dekolonisatieoorlog? Heeft Nederland een enorm militair apparaat naar Indonesië gezonden om het volk te helpen zich te beschermen tegen een nieuwe bezetting? Geenszins. Volgende vraag: waartoe dienden de Politionele Acties? Moest Nederland die voeren om Indonesië te dekoloniseren? Geenszins.

Operatie Product

De zogenaamde eerste Politionele Actie (de term is afkomstig van PvdA-minister van Financiën Lieftinck in de eerste naoorlogse regering) kreeg van de militaire staf de naam ''Operatie Product'' en begon in de nacht van 20 op 21 juli 1947. Jan Bank schreef daarover in Katholieken en de Indonesische revolutie:
De operatie product beantwoordde aan de verwachtingen. In totaal kwamen 1.124 ondernemingen binnen de door de Nederlandse troepen afgebakende gebieden te liggen. Anders uitgedrukt, en wel in percentages bezet landbouwareaal, kwam met de eerste politionele actie binnen Nederlands bereik: op Java van de rubber 70%, thee 92%, koffie 59%, kina 91% , cacao 86%. Op Sumatra van de rubber 61%, thee 67%, oliepalm 56%, vezel 84%. Verder kwam het merendeel van de 85 suikerfabrieken in Nederlandse handen.1

Dat fraaie stukje 'dekolonisatie' vond plaats in de periode van de KVP/PvdA regering van Beel. En ondanks dat op 17 augustus 1945 Indonesië bij monde van de leider van de nationalisten en eerste president Sukarno de onafhankelijkheid van het land had uitgeroepen. Een tweede Politionele Actie vond plaats op 8 december 1948, een jaar voor de overdracht door Nederland van de soevereiniteit van de vroegere kolonie aan Indonesië. De afsluiting van bijna drie en een halve eeuw bezetting door Nederland.

Overmatig geweld

Hans Post die als militair het begin meemaakte van de eerste Politionele Actie (21 juli 1947), beschrijft in de trilogie Bandjir over Noord-Sumatra het 'overmatig geweld', waarnaar de drie instituten onderzoek doen. Hier een serie citaten uit boek II Politionele actie.2

Pantserwagens, carriers en trucks, stukken geschut achter zware wagens, jeeps en ambulance-wagens. In de ontelbare lichten staan zij als zwarte spoken, goedmoedig knorrend nog. Maar als het drie uur is, worden de gaspedalen ingetrapt. De pantserwagens rijden naar de weg. De bren- en wielcarriers volgen. Op de ruggen van deze monsters de silhouetten van de Nederlandse soldaten. (p. 7)
De hoofdmacht van de republikeinen bevindt zich volgens de beschikbare gegevens ten Westen van Laboean. Deze zal door het VIe Bataljon bij de strot gegrepen worden. (p. 9)
Plotseling gieren twee Mustangs over onze hoofden. Deze toestellen zullen, zij het zeer beperkt, ingrijpen wanneer de grondstrijdkrachten dit aanvragen. (p. 11)
De eerste verlieslijst van de 'politionele actie' wordt laat in de avond bekend gemaakt: 23 doden, 41 gewonden en 7 vermisten. Het zal een hard ontwaken worden morgenochtend voor vele vaders, moeders, vrouwen en meisjes in Nederland. Hoeveel Indonesische doden en gewonden vielen door de Nederlands tanks, pantserwagens en vliegtuigen is niet vermeld. Het Nederlandse geweld was toch niet extreem. Of? (p. 35)

Foto omslag boek Hans Post

Resultaat onderzoek bekend

Het was niet alleen kapitein Westerling die bekend werd door de oorlogsmisdaden die hij in Zuid-Celebes pleegde en daarvoor nooit door een rechter is bestraft.3 Ook de moordenaars van de hele mannelijke bevolking van het dorp Rawagedeh op Java, 7 december 1947, werden nooit ter verantwoording geroepen. Dat geldt eveneens voor hen die op 5 januari 1949 in het dorp Ren Gat op Sumatra een bloedbad aanrichtten en al die andere misdadigers die op een lange lijst staan en waarvan de namen dus bekend zijn.4
Nooit is in de afgelopen tientallen jaren een serieuze poging gedaan recht te doen aan het Indonesische volk dat zo geleden heeft. Niet alleen in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, maar ook in de 340 jaar van Nederlandse onderdrukking die daaraan vooraf gingen. Geen onderzoek naar de slavernij en de uitplundering van de bodemschatten die het volk moest ervaren. Hier een citaat - niet over de bouw van de Postweg op Java in 1808 waarbij 24.000 Javanen stierven en evenmin over de vele tienduizenden die van honger stierven als gevolg van de invoering in 1830 van het Cultuurstelsel van Van den Bosch - willekeurig gekozen uit eindeloos lange teksten:
Er werd zo onbeperkt beslag gelegd op de arbeidskrachten der bevolking dat het is voorgekomen, dat twee contractsuikerfabrieken elk 360 koelies per dag gedurende zes maanden zonder loon lieten werken. Ook dat de Javanen gedwongen werden om miljoenen koffiebomen te planten op kalkachtige volstrekt onvruchtbare gronden. Vijf jaar hebben daar 2000 planters gewerkt. En dan soms op 28 mijlen van hun huis. Sommigen waren zo uitgeput, dat zij het hun als voorschot toegediende voedsel niet konden opnemen; zij stierven.5

Foto: Een kampong na 'bezoek' van een Nederlands legeronderdeel
Een kampong na 'bezoek' van een Nederlands legeronderdeel.

Remy Limpach concludeerde in zijn boek dat het Nederlandse geweld, wat nu genoemd wordt dekolonisatieoorlog, structureel was. We wisten het al en allen die het wilden weten, wisten het ook.
Het onderzoek van de nieuwe commissie duurt vier jaar en kost vier miljoen euro. Een 'kick off' vond 14 september 2017 plaats. De uitkomst van het onderzoek is bekend. Ook bij de regering die desondanks geen excuus heeft willen aanbieden aan het Indonesische volk om niet het risico te lopen dat nabestaanden van slachtoffers met eisen voor schadevergoeding kunnen komen. Het zou een mooi stukje dekolonisatie zijn als de regering van standpunt zou veranderen en de nakomelingen van de slachtoffers een smartengeld zou toekennen.


1 J. Bank, Katholieken en de Indonesische revolutie. Uitgever Bataafse Leeuw, 1983, pp. 305-306. (terug)
2 H. Post, Bandjir over Noord-Sumatra, boek II, Politionele actie. Uitgever Pax Medan, 1947. (terug)
3 J.A. De Moor, Westerlings oorlog. Uitgever Balans, 1999. (terug)
4 Nini Turalza, Ook op Sumatra richtten de Nederlanders een bloedbad aan. NRC, 13 februari 2016.(terug)
5 J.E. Stokvis, Van wingewest naar zelfbestuur in Nederlandsch-Indië. Uitgever Elsevier, 1922, p. 86. (terug)