welkom
extra
Solidariteit

Over sociaaleconomische ongelijkheid in Duitsland

Aan de top is slechts plaats voor een enkeling

Stephan Kaufmann 1

Wie kan er tegen kansengelijkheid zijn. Soms ook mooi verpakt in termen als een leven lang leren, employability, scholing, zelfontplooiing. Als term komt één en ander terug in alle verkiezingsprogramma's. Maar de weg ernaar toe is geplaveid met doornen. Of hebben we hier toch te maken met een illusie?

Kans heeft een positieve klank. Zeker in combinatie met rechtvaardigheid. Tegen zijn, kan niet. Dat vinden ook politici, ze propageren gelijkheid met ronkende taal en roepen om het hardst dat ze zich hiermee van anderen onderscheiden. Onduidelijk is echter wat ermee bedoeld wordt, of het haalbaar is en of de maatschappij hierdoor rechtvaardiger wordt.

Afkomst bepalend

Schaar verdeelt De maatschappelijke tweedeling, de tegenstellingen tussen rijk en arm, tussen stad en platteland lijkt een thema te zijn, ook in Duitsland. Maar of er een wil is daarin verandering te brengen, is onduidelijk. Niet alleen de verschillen in inkomen en vermogen zijn groot. Vaak zijn het historisch dezelfde groepen die boven of onder aan de sociale ladder staan. Rijkdom en armoede worden doorgegeven aan de volgende generaties.
Zo heeft het Duitse Instituut voor Economisch onderzoek (DIW) aangetoond dat het individuele succes in belangrijke mate door afkomst wordt bepaald. Ongeveer 40 procent van de ongelijkheid van het individuele inkomen wordt door de familie-achtergrond verklaard. Bij succes in opleiding zelfs voor 50 procent. Dat betekent dat er weinig kansengelijkheid bestaat in Duitsland.

De sociaaldemocratische SPD is voor meer kansenrechtvaardigheid en moderne vaardigheden in opleidingen. De christendemocratische CDU waarschuwt dat de SPD nooit een kansengelijkheid zal realiseren, de liberale FDP verwerpt herverdeling en is voor een beleid van gelijke kansen. Veel economen stellen dat er veel voor pleit meer nadruk te leggen op werk en carrièremogelijkheden om deel te nemen aan de welvaartsstijging, in plaats van de benadrukking van herverdeling. Volgens DIW chef Marcel Fratzscher is de geringe, sociale mobiliteit en de kleine kansengelijkheid de belangrijkste oorzaak van de grote ongelijkheid in vermogen en looninkomsten in Duitsland. Meer en betere scholing, zodat iedereen gelijke kansen krijgt of tenminste een deel van de taart, dat is de stelling van toonaangevende economen.

Concurrentie

Hierover bestaat dus consensus. Maar wanneer is kansengelijkheid bereikt, als iedereen formeel gelijke rechten heeft? Dan was het doel al lang bereikt, omdat geen enkel beroep verboden kan worden aan Duitsers. Of is volledige kansengelijkheid bereikt als ongeacht huidskleur, geloof of gender niet gediscrimineerd wordt? Dan is er nog heel wat werk te verzetten. Een stap verder is als ook de startvoorwaarden gelijkgetrokken moeten worden, zoals de positie van het ouderlijke huis. En hoe zit het dan met individuele talenten of gezondheid? Dat is niet te verwezenlijken. Kinderen van rijke ouders hebben altijd al een voorsprong en de vraag is of dat recht getrokken kan worden. En talent wordt in de politiek al helemaal niet ter discussie gesteld.
Ook al zou er meer gelijkheid van kansen zijn, dan nog betekent dat niet meer sociale gelijkheid. Het doel van gelijke kansen is het, nauwelijks te halen, resultaat van gelijke uitgangspunten bij concurrentie. Niet de uitkomst daarvan. Als er vijftig kandidaten solliciteren op een baan, is er maar eentje die hem krijgt.

Dus gelijke kansen verandert niets aan de hoogte van het inkomen. Een bankier verdient nog altijd veel meer dan iemand in de zorg. Ook bij gelijke kansen incasseert een grootverdiener nog steeds meer dan een minimumloner. Het idee dat gelijke kansen leiden tot minder materiële ongelijkheid berust op de gedachte dat iedereen door betere scholing van krantenjongen tot miljonair kan opklimmen, van kassière tot minister-president.
Betere scholing in dienst van betere carrièremogelijkheden kan voor een individu waar zijn, maar niet voor iedereen, aldus Peter Bofinger (een leidend econoom van de Sachverständigenrat, de regeringsadviesraad voor economische vraagstukken, te vergelijken met de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in Nederland). Betere kwalificaties kunnen een enkeling omhoog helpen. Maar aan de top is er beperkt plaats. Want stijging op de sociale ladder van de één betekent gelijktijdig een daling van een ander.
De inkomensmobiliteit kan over een grotere periode stijgen door een beleid dat op gelijke kansen gericht is. Maar dit kan en hoeft niet te leiden tot een verkleining van de inkomenskloof. En toch pleit de Sachverständigenrat voor meer gelijke kansen, omdat in praktijk gebracht slechts het individuele resultaat beslist over welslagen of falen en niet meer de afkomst. Materiële ongelijkheid is ook voor de SPD akkoord als ze gebaseerd is op verschillende individuele prestaties.

Sociaal Economische Steekwoorden

Herverdeling

Door deze redenering is het gelijke kansen beleid geen middel meer tegen de kloof tussen arm en rijk, maar een rechtvaardiging ervan. Volgens Gustav Horn van het vakbondsinstituut IMK (Institut für Makroökonomie und Konjunkturforschung) legitimeert de gelijke kansen theorie de bestaande ongelijkheid in plaats van deze te bestrijden. Tegelijkertijd is de eis van 'gelijke kansen voor iedereen' een dooddoener om niets te hoeven doen aan de onmiddellijke strijd tegen de kloof tussen arm en rijk door herverdeling van de rijkdom. De Sachverständigenrat is tegen de invoering van een minimumloon, omdat zo de kansen van langdurige werklozen benadeeld zouden worden.
Tegen ongelijkheid helpt volgens de hier aangehaalde Horn en Bofinger alleen herverdeling, bijvoorbeeld door hogere belastingen voor rijken, hogere sociale uitkeringen of maatregelen op de arbeidsmarkt. In de verpleging wordt gemiddeld voor een 40-urige werkweek 2.412 euro per maand verdiend. Mannen 2.633 euro, vrouwen 2.315 euro. Gelijke kansen zouden een pleidooi zijn om beide groepen evenveel te laten verdienen, dus beide groepen even slecht. Herverdeling zou tot een hogere waardering leiden met een hogere betaling.

Gelijke kansen in plaats van herverdeling, deze (tegen)stelling gaat niet op. Gelijke kansen zijn niet meer dan wensen. Slechts als er meer goed betaalde banen ontstaan en de laagste loonschalen omhoog gaan, loopt de ongelijkheid terug.


1 Eerder, 11 december 2017, verschenen als "Umverteilung hilft gegen Ungleichheit", in Frankfurter Rundschau- vertaling: Ab de Wildt. Zie: www.fr.de - Gerechtigkeit Umverteilung hilft gegen Ungleichheit (terug)