Een sociaal bewogen en veelzijdig kunstenaar
Jan Smeets (1945-2016) is dood
Hans Boot
Precies zoals de familie schreef: "schrijver, dichter, poppenspeler, theatermaker, muzikant, zoveel passie, zoveel petten, onze eigen Duizend-jan". Zo ken ik Jan al vanaf 1970, toen we samenwerkten bij de Eindhovense toneelwerkgroep Proloog. Tekenaar was-ie ook. Alleen al voor het blad Solidariteit maakte hij in de periode 1983-2001 meer dan zeventig tekeningen, waarvan 26 op de voor- en soms de achterkant. Een warme, solidaire kameraad stierf 9 juni jongstleden.
De herdenkingsbijeenkomst in een overvolle theaterzaal in Breda, 18 juni, getuigde daarvan. Zijn zingende stem met eigen liederen die tussen de persoonlijke woorden van familie, vrienden en collega's te horen was, haalde de tijd in. Lang genoeg was het applaus aan het slot om zijn honderden liedteksten in herinnering te brengen, de tientallen kortere en langere toneelstukken, zijn standaardwerk over de geschiedenis van het Brabants Amateurtoneel en zijn ereprijs voor het Brabants dialect. En dat alles door een van het leven genietende man.
Tekeningen
Drie van zijn tekeningen hangen al jaren bij mij aan de muur. In één daarvan zou ik te herkennen zijn in een gesprek met ouders van leerlingen van de School voor Eenvoudig Technisch Onderwijs (1972). Een boze bestuurder met sigaar waarschuwt de politie. De school en het bestuurskantoor waren bezet geweest, de 'meegenomen' papieren legden de willekeur van het ontslag van een docent bloot en inspireerde Proloog voor een unieke voorstelling op een zondag in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt. Een andere tekening is naar aanleiding van nummer 75 van Solidariteit (1996), een zoekend lichtpunt in een dolende vakbeweging.
Soms stuurde Jan tekeningen op eigen initiatief. Zoals een stripverhaal waar een verwonderde en dan weer verontwaardigde kwade "Karel met baard" rondkeek in het alledaags kapitalisme. Of een Amerikaanse Vietnamveteraan die met een geamputeerd been zegt "Bush is zijn hoofd kwijt". Meestal belden we over een suggestie van de redactie of de opzet van een thema en binnen een week kwam er minstens één uitwerking. De ene keer wat nostalgisch mijmerend over een gedroomde toekomst, de andere keer bijtend scherp over de warme verstandhouding tussen één van voorzitters van de FNV en zijn partner van de ondernemersorganisatie.
Inspiratie
Zoals gezegd, we werkten samen. Soepel. Bij Proloog maakten we deel uit van wat een beetje cynisch de Sociaalpedagogische Dienst heette die contacten onderhield met de scholen en de vormingscentra, brochures en ander materiaal samenstelde en discussie met 'het publiek' organiseerde. En altijd maar weer geïnspireerd ondersteund door Jans creatieve impulsen en tekeningen.
In één van mijn herinneringen toonde Jan zijn onvoorwaardelijke solidariteit. Ik was door Proloog 'uitgeleend' aan het Katholiek Pedagogisch Centrum om discussies te coördineren na één van de baanbrekende stukken: "Een vier is een vier en niets is onrechtvaardiger dan ongelijken gelijk te behandelen". Meerdaagse conferenties voor onderwijzers en onderwijzeressen van de basisschool, ingeleid door Proloog. De rust koesterende onderwijsbestuurders vonden die discussies te veel kritiek oproepen en schreven dat toe aan de "sturing van het debat". Jan, toen al goed ingevoerd in Brabant - zijn vader was, bij mijn weten, wethouder in zijn geboorteplaats Vught - bemiddelde met een zachte 'g' en een harde overtuiging. En ik kon mijn tijdelijk werk in een katholieke wereld voortzetten.
Een vriendschap van 47 jaar draagt een deel van het leven. Jongens met een glas vol ideeën tot en met de kleinkinderen. Al de hele week speelt Jan door mijn hoofd. Aangenaam: wat een bijzondere vriend. Verdrietig: dat is een schok. Hadden we in ons laatste gesprek maar direct een vervolg afgesproken. Mijn troost is dat Jan meer dan herinneringen heeft nagelaten. De herdenking en de dankbare woorden daarna waren daarvan een levende getuigenis.
|