welkom
extra
Solidariteit

Een eerste internetverkenning

Ordos, stormachtige ontwikkelingen in China

Sjarrel Massop

Ordos is een spookstad. In vijf jaar tijd uit de grond gestampt in binnen Mongolië waar nog geen mens woont.1 Het staat symbool voor de explosieve ontwikkelingen die zich in China voltrekken. Dat China een vooraanstaande rol in de wereld speelt en vooral gaat spelen, staat vast. De recente milieuconferentie in Kopenhagen toonde dat aan. Ik heb eens een ochtend rondgesnuffeld op het internet, met onderstaand resultaat.

Eerst wat cijfers. In 1950 telde de bevolking van China 550 miljoen zielen. Tegenwoordig staat de teller op 1,3 miljard. In 1952 waren er 72 miljoen stadsbewoners. In 2003 was dat gestegen tot bijna 524 miljoen. Recente schattingen geven aan dat de Chinese stadsbevolking de komende veertig jaar zal groeien tot meer dan één miljard, evenveel als de gezamenlijke bevolking van Noord en Zuid Amerika en de gehele Europese gemeenschap. Dit zal het gevolg zijn van de economische ontwikkeling en de annexatie van buitengelegen gebieden.

Energie2

De economische ontwikkeling van China gaat gepaard met een sterk groeiende behoefte aan energie. Om hieraan te voldoen, is in het vijfjarenplan van 2006-2011 een uitbreiding voorzien van zowel hernieuwbare energie als van kernenergie en kolen. Toch is het energieverbruik in China relatief gezien kleiner dan in andere geïndustrialiseerde landen. De Verenigde Staten bijvoorbeeld, waar in 2005 nog geen 5 procent van de wereldbevolking woont, zijn verantwoordelijk voor ruim 22 procent van de wereldwijde energieconsumptie. China daarentegen geeft onderdak aan meer dan 20 procent van de wereldbevolking en gebruikt bijna 15 procent van die mondiale energieconsumptie.
Maar het gaat wel heel hard met China. Sinds 1990 is er een enorme toename van de energieconsumptie. De primaire energieconsumptie is met meer dan 70 procent gestegen. China is inmiddels de op één na grootste verbruiker van energie (na de VS) en de op twee na grootste producent van energie (na de VS en Rusland).

Op dit moment is de energievoorziening nog voor het overgrote deel afhankelijk van kolen. Slechts 2,9 procent wordt geleverd door aardgas, 7,2 procent door hernieuwbare energiebronnen; let wel: kernenergie meegerekend. China beschikt over veel kolen, ongeveer 12 procent van de wereldwijde voorraden. Het land is dan ook de grootste vervaardiger en gebruiker van kolen in de wereld. Olie- en aardgasvoorraden zijn niet voldoende om de groeiende vraag te ondersteunen. In 2004 steeg China naar de tweede plek van de olie-importeurs. De vraag groeit echter sneller dan de aanvoer. Dat leidt onder andere tot frequente stroomuitval in de oostelijke economische zones. De trend tot urbanisatie helpt hier niet aan mee, want deze roept een nog grotere energievraag op. Bovendien willen steeds meer Chinezen een eigen auto, waardoor wordt verwacht dat rond er 2030 ongeveer twaalf keer zoveel gemotoriseerde privé-voertuigen zullen rondrijden. Die hebben energie nodig en zijn uiteraard niet prettig voor de CO2 uitstoot.

Milieu

De grote behoefte aan energie heeft gevolgen voor de milieukwaliteit in China. Zo'n 400.000 doden per jaar worden toegeschreven aan luchtvervuiling. Tweederde van de stedelijke bevolking leeft in steden met een slechte of zeer slechte luchtkwaliteit. Daarbij zijn de koolmijnen in China zeer gevaarlijk: jaarlijks tussen 4.800 en 7.000 dodelijke ongelukken. Daarbij komen nog de duizenden mijnwerkers die jaarlijks sterven aan longaandoeningen en andere mijngerelateerde ziektes. Ook zure regen is een groot probleem, en verantwoordelijk voor een geschatte 13 biljoen dollar economische schade per jaar.
China is niet efficiënt met energie. Voor de verwarming is twee tot drie keer zoveel energie nodig dan in West-Europese en Noord Amerikaanse landen met hetzelfde klimaat. Gebouwen zijn vaak zeer slecht geïsoleerd, auto's gebruiken 20 procent meer olie.

De groei van energieconsumptie gaat samen met een groei van CO2 emissies. Deze zijn sinds 1990 meer dan verdubbeld. China is verantwoordelijk voor 18 procent van de mondiale CO2 uitstoot, en staat inmiddels op de tweede plek van de landen met de meeste CO2 uitstoot. De verwachting is dat binnenkort de Verenigde Staten worden ingehaald. Koolverbranding is de oorzaak van 70 procent van de CO2 emissies. Maar ook hier geldt: per hoofd van de bevolking is de emissie (3,7 ton per jaar) nog laag vergeleken met die van Europa (7 ton) en de Verenigde Staten (19 ton).

Zonne-energie

De verwachting is dat de klimaatverandering China flink zal raken. In het algemeen de drinkwatervoorziening en verder een droogte in het westen, overstromingen in het zuiden en een daling van beschikbaar voedsel. Voorspellingen spreken van miljoenen milieuvluchtelingen uit de verdroogde westerse regio's en overstroomde kustgebieden.
De overheid is van de problemen op de hoogte en heeft een vijfjarenplan ontworpen met bijvoorbeeld de reductie van de energieconsumptie als doel. Bovendien is er geïnvesteerd in hernieuwbare, schone energie. De Chinese overheid verstaat hier echter ook kernenergie onder, wat discutabel is. Er is een groot potentieel om de energie-efficiency te verbeteren en hernieuwbare energie te ontwikkelen. China hoopt het aandeel van de laatste te verhogen van 7 naar 15 procent. Kernenergie zal groeien van 2 naar 4 procent. Kolen zullen echter de belangrijkste energiebron blijven. Het plan is om meer dan vijfhonderd nieuwe kolencentrales te bouwen binnen het komende decennium. Schone kolentechnologie is daarom van groot belang.

China is wereldleider in het gebruik van waterkracht, maar doet dat onder andere door middel van grote controversiële projecten met enorme gevolgen voor milieu en bevolking. Windenergie is nog steeds relatief duur, omdat veel van de technologie geïmporteerd moet worden. Zonne-energie heeft potentie, 60 procent van het onderzoeksbudget voor hernieuwbare energie is bestemd voor de ontwikkeling van deze energievorm.

Kernenergie

China begon in 1985 met de productie van kernenergie voor huishoudelijk gebruik, de eerste reactor startte de commerciële productie in 1994. Op dit moment zijn negen kerncentrales in werking, snel zullen er twee aan toegevoegd worden. Alle kerncentrales zijn gelegen in dichtbevolkte gebieden. China heeft wel uraniumvoorraden, maar waarschijnlijk niet genoeg om een groeiende kernenergiesector te bevoorraden. Daarom is een overeenkomst gesloten met Australië om uranium te importeren. Verrijking van uranium voor de Chinese markt wordt ook door URENCO in Europa gedaan.
De kernenergiesector heeft niet zoveel groei doorgemaakt sinds de eerste centrale werd gestart. Dat veranderde in 2003, toen er in het economisch ontwikkelde oosten veel storingen optraden. De kernenergieplannen werden aangepast: in 2020 moet 4 procent worden opgewekt door kerncentrales, dit betekent dat er zo'n dertig kerncentrales bijgebouwd zullen moeten worden. Dit maakt China tot een interessante markt voor internationale leveranciers van kerntechnologie.
Er is in China geen open debat over de risico's van kernenergie. De media verzekeren dat kernenergie schoon en veilig is. Milieuorganisaties hebben de problemen rond kernenergie (nog) niet opgepakt. Maar er is hoop. Naarmate de levensstandaard van de bevolking stijgt, zal de behoefte aan een betere levenskwaliteit groeien, inclusief een schoner milieu. Daarnaast is er een groeiend milieubewustzijn bij de nationale leiders, wordt milieuwetgeving steeds beter gehandhaafd en in nieuwe technologieën geïnvesteerd.

Veel ogen zijn op China gericht en er wordt druk gediscussieerd over de milieugevolgen van de stormachtige economische ontwikkeling. De vraag rijst of landen als China zich kunnen ontwikkelen zonder zich druk te maken over het milieu zoals eerder de westerse wereld deed.

Poster New songs on the battlefield

New songs on the battlefield, september 1975


Urbanisatiepolitiek3

Frank Willems maakt al 25 jaar studie van de ontwikkelingen in China. Hij is actief lid van de Vereniging België/China, heeft als kaderlid gewerkt in de sector economische en handelsrelaties en bezocht China meer dan veertig keer. Sinds een jaar woont hij in China.

* Wat is de achtergrond van de politiek van urbanisatie?
Frank - De centrale politiek is gericht op de urbanisatie van China. Op het platteland woont nog 60 procent van de mensen die volgens de regering zo snel mogelijk naar de stad moeten komen. Elk jaar daalt het percentage van de rurale bevolking. Jaarlijks verlaten vijftien miljoen mensen het platteland.
Er zijn 700 miljoen plattelandsbewoners. Ruim honderd miljoen daarvan zijn geen boeren, die mensen werken in de rurale nijverheid die lange tijd werd gezien als de toekomst van China. Het levensniveau zou verbeteren via de ontwikkeling van deze nijverheid, dacht Mao en na hem Deng. Nu komt men erop terug en is urbanisatie het parool. Dat gaat niet altijd over zeer grote steden, de overgrote meerderheid van de migratie gebeurt binnen de provincies. Ze kiezen dus voor de bouw van nieuwe steden op het platteland van 100.000 mensen, gecombineerd met de verdere ontwikkeling van de reuzensteden.

* Waarom wordt stedelijke industrie verkozen boven landelijke?
Frank - De rurale nijverheid kent meestal een primitieve technologie. Ze verbruikt veel energie en is vervuilend, er is geen kwaliteitscontrole, de sociale omstandigheden zijn slecht, enzovoort. Dat zijn belangrijke redenen om alles op de stedelijke industrie te gooien. Daarbij komt dat ze moderner is, ook in kleine bedrijven. Stedelijke industrie is geïntegreerd in één economisch systeem. Door haar aan te moedigen, wil China tevens een sociaal en zelfs een politiek probleem kunnen oplossen. De rurale nijverheid ontsnapt nu aan alle wetgeving inzake veiligheid, hygiëne, milieubescherming en sociale wetgeving.
China is nog sterk gedecentraliseerd. De centrale overheid heeft slechts kantoren tot op het niveau van de arrondissementen. Onder dat niveau beslist het dorpsbestuur alles, ook wat de rurale nijverheid aangaat. Er bestaat vaak een illegale verstandhouding en corruptie onder privé-eigenaars en lokale besturen. Dat levert wantoestanden op die dikwijls in de pers komen. Denk hierbij aan de gevaarlijke kleine mijnen op het platteland, aan de milieuschandalen of het recente schandaal van de slavernij in de baksteenovens.
De communistische partij probeert op het platteland de sociale wetgeving, de veiligheid in de mijnen en in de andere plattelandsbedrijven en het respect voor het milieu te ontwikkelen. Dat kan nu alleen via de plaatselijke partijcomités. Het is één van de grote gevechten tegen de corruptie op de lagere niveaus die de partij op dit moment voert. Alleen al dit jaar werden 25.000 gerechtelijke dossiers behandeld. Deel dat door honderd om een Belgisch cijfer te krijgen (de bevolking van China is 120 keer groter). Dan zou je dus in België in zes maanden tijd 250 dossiers hebben inzake corruptie van overheidsambtenaren. Dat betekent dat er ernstige pogingen zijn om de corruptie aan te pakken, men laat dat zeker niet zomaar aanmodderen.

* Wat vindt de bevolking daarvan?
Frank - Soms lees je over rellen bij de boeren als er onteigeningen zijn, niet bij ons in Shenyang. Ik heb een paar mensen hun mening gevraagd. Zij keuren dat goed, krijgen geld voor hun grond en een nieuw appartement. De grond is eigendom van de staat of van de volkscommune die alleen nog als administratieve eenheid bestaat. Bouwgrond kost in China nog meer dan hier, denk ik. Plaatselijke besturen maken winst. Grond verkopen aan bouwpromotoren is een belangrijk middel om het budget in evenwicht te houden.
Een boer krijgt een nieuwe woning en een vergoeding voor de grond die gebaseerd is op de opbrengst van zijn grond gedurende een aantal jaren. Dus niet de waarde van de grond als bouwgrond, maar als landbouwgrond. Op sommige plaatsen zeggen boeren: onze grond brengt meer op, je geeft ons zo weinig en dan verkoop je die grond veel duurder. En soms komen daar inderdaad rellen van. De verandering van landbouwgrond in bouw- of industriegrond lokt corruptie uit en dat geeft veel gespreksstof. Corruptie was er ook midden jaren negentig bij de privatisering van alle kleine en middelgrote ondernemingen. Ook hiervan werd gezegd dat ze veel te goedkoop zijn verkocht. De grote golf van privatiseringen is nu voorbij, dus is er op dit gebied minder corruptie.

Postertentoonstelling4

Propaganda Posters - "Art and revolution"
Théâtre National, Boulevard E. Jacqmain 111-115, B-1000 Brussel
7 november 2009-14 februari 2010
dinsdag tot zaterdag, 1100.-18.00 uur.


1 Zie: You tube, China's empty city. (terug)
2 Eva Sternfeld, Het energieke China - http://www.tegenstroom.nl/node/933; Eva Sternfeld werkt ruim zeven jaar bij China Environment and Sustainable Development Reference & Research Center. Na een eerdere specialisatie in watervraagstukken, verdiept zij zich de laatste jaren in de Chinese energiesituatie. (terug)
3 Uit: Dirk Nimmegeers, Interview: Frank Willems, China kenner met een kritische kijk, 18 september 2007 - http://www.archiefsolidair.org (terug)
4 http://www.europalia.eu/programme/expositions/article/propagandaposters (terug)