Commentaar nr. 60 - 4 februari 2007
De schijn van doorzichtigheid
Hans Boot
Vanmorgen het woord 'transparant' zeven keer op de radio gehoord en gisteren vijf keer in de krant zien staan. Een modieus woord, positief geladen met een hoog ideologisch gehalte. Het staat voor doorzichtig, doorschijnend en als het over de sterrenwereld gaat, betekent het zelfs 'bijzonder helder'. Begonnen bij autoriteiten en langzaam de samenleving indalend, neemt transparantie de plaats in van democratie en tast ze zowel de privacy als de openbaarheid aan.
De aanhangers spreken van een transparante organisatie, procedure en besluitvorming, wanneer de gang van zaken, de gemaakte afspraken en de totstandkoming van de beslissingen zichtbaar zijn. En dan? Blijft het daarbij? Of is de openheid over gebrek aan democratie een nieuwe verworvenheid?
Wat komt overigens in aanmerking voor transparantie, wat wordt prijs gegeven aan de openbaarheid? En geldt de doorzichtigheid ook voor de privé-wereld? Is 'big brother' onze beste vriend en het glazen huis een veilige schuilplaats?
Ziel en zaligheid
Met de opgang van 'ik zeg wat ik denk', en de stilzwijgende toevoeging 'dus is het waar', lijkt openheid het begin en het einde van de wijsheid. De schaamte lijkt nu echt voorbij. Leer kannibalen met mes en vork eten en de beschaving is gered. Open het gestorven lichaam, stel het tentoon en de menselijke soort is gekend. Geniet van andermens ellende en het mededogen is getoond.
Zo luidt de boodschap van dit winstgevende amusement: de privé-wereld heeft geen geheimen nodig; elk beroep op de privacy is verdacht; wie wat te verbergen heeft, is zondig. Leve de transparantie van de intimiteit!
Degenen die dit motto niet delen en uitdragen, vormen en nemen een risico. Ze zijn een bedreiging en worden dientengevolge bedreigd. En na de verdwijning van de veldwachter met snor en sabel en de veiligheidsagent met regenjas en gleufhoed, leven we met camera's, digitale vingerafdrukken, irisscans, registratienummers en de oneindige elektronische koppeling van 'risicodata'. Want, een maatschappelijk systeem als het kapitalisme, beveiligt zijn macht door onveiligheid te prediken.
Kortom, door de privé-wereld openbaar te maken en te exploiteren, is een beroep op de privacy een bedreiging van de macht en diens veiligheid. Anders gezegd, de 'machtigen' mogen zich verschansen achter de gettomuren van hun privileges, de 'machtelozen' dienen hun ziel en zaligheid bloot te leggen. Oftewel, respecteer de rijken en visiteer de armen.
Misschien zegt het wat. Alleen al in het Nederlands biedt Google aan 'transparant' 1,6 miljoen treffers en haalt 'democratisch' er 1,2 miljoen. Hoe vijf jaar geleden de verhouding tussen deze twee was, is me niet bekend, maar dat transparantie als een nieuwe afgod door het management gediend wordt, lijkt zonneklaar. De schepping van het doorzichtige en open bedrijf dat een totale controleerbaarheid van het arbeidsgedrag mogelijk en uiteindelijk vanzelfsprekend maakt. Door tevens deze gedragsbeheersing te decentraliseren en aan 'de werkvloer' uit te besteden - zelfsturing - ontwikkelt zich de illusie van de bedrijfsdemocratie. Daarin gaat van zelfmanagement, binding, loyaliteit en verantwoordelijkheid de suggestie van zeggenschap uit.
Wallen van beslotenheid
Nu het dode lichaam zijn geheimen verliest, de privé-wereld op straat ligt en de bedrijfsmuren lijken te vallen, zal de openbaarheid toch wel groeien en bloeien? Dat valt vies tegen. Juist de onthullingen over fraude, belangenverstrengeling en begrotingsoverschrijdende projecten, in combinatie met de misdaadshow, zijn een bevestiging van de afnemende openbaarheid van bijvoorbeeld informatie. De wallen rond de Stichting van de Arbeid, de partijburelen, de paritaire circuits van bond en baas, de bewijsvoering van de officier van justitie, de raden van commissarissen, de terroristische dreiging, enzovoort zijn hoog. Beslotenheid blijft troef. Wie geloofde dat de 'denationalisering' de gesloten bureaucratieën zou slechten en 'de markt' bureauladen openen, is bedrogen.
De elektronische wereld van ongebreidelde informatie, discussielijsten, weblogs en hyves is een aanwinst voor de openbaarheid. Maar dat ook daar het vrije verkeer steeds meer ter discussie staat, is veelzeggend. En dat niet alleen. Van de in commentaar 59 besproken hyves is inmiddels bekend dat personeelsmanagers de persoonlijke profielen en onderlinge contacten van deelnemers afstruinen. Ook het beeldscherm kan zich dus niet aan machtsverhoudingen onttrekken. Bovendien weet iedereen die wel eens met een aantal mensen om de tafel zit, problemen bespreekt en tracht aan te pakken dat de computer en het internet geen vervanging zijn van het debat. Een weblog bijvoorbeeld zou slechts een aanvulling op de klassieke communicatievormen moeten zijn.
Net een interessante initiatief van FNV Spoor (Bondgenoten) aangeklikt, een verslag in een elektronische nieuwsbrief van de loop van de CAO-onderhandelingen. Hopelijk wordt het niveau van de anekdote snel overstegen en niet te rade gegaan bij de potdichte kabinetsformatie. Het wachten is op een interactieve live video op het beeldscherm.
|