Commentaar nr. 5, 26 december 2004
Oud en nieuw
Een week voor oud en nieuw is het goed te kijken naar wat niet zo
lang geleden nieuw was: de nieuwe economie en de nieuwe oorlog.
En hoe ontwikkelt de vakbeweging zich ondertussen?
De nieuwe economie zijn we al weer bijna vergeten. Nog in november
2000 vond in het vakbondscafé in Den Haag een discussie plaats
die begon met de stelling: "Als de nieuwe economie crisisvrij is,
is de vakbeweging overbodig." Het idee van die nieuwe economie
was dat de stijgende aandelenkoersen en consumptie in combinatie
met een snelle technologische ontwikkeling zouden zorgen voor
een continu groeiende economie. Storende processen, zoals
oplopende inflatie, oververhitting en recessie, zouden niet
meer voorkomen. Onder dergelijke omstandigheden ligt het
voor de hand dat de vakbeweging meer in zet op individuele
belangenbehartiging en overleg dan de opbouw van een massabeweging.
De zeepbeltheorie bleek echter betrouwbaarder. Niet lang na ons
vakbondscafé klapten de zeepbel en de aandelenkoersen. Sindsdien is
het ouderwets inleveren geblazen met de vergrijzing als nieuwerwetse
redenatie.
Het begrip 'nieuwe oorlog' zijn we nog niet vergeten. Het idee was
dat je oorlog zou kunnen voeren zonder doden aan eigen zijde en met
beperkte schade bij de burgers. Daarbij behoorden kreten als:
chirurgische ingreep, precisiewapens, informatisering, mobiliteit
en vuurkracht. Toegegeven moet worden dat het gemak waarmee Irak
werd ingenomen, ons heeft verbaasd. Misschien werden we onbewust
beďnvloed door de propaganda over het gevaar van het Iraakse regime.
De nieuwe oorlog blijkt een gewone, bloedige bezetting, waar tegenover
meer dan duizend dode Amerikanen meer dan honderdduizend dode Irakezen
liggen en het land bezaaid is met kankerverwekkend verarmd uranium.
De chirurg bleek een slechte slager te zijn. Een oplossing is niet in
zicht en de kans bestaat dat de Verenigde Staten het conflict
uitbreiden naar omringende landen als Iran en Syrië. Aangezien de
illusie prettiger is dan de werkelijkheid, mag Bush zijn klus afmaken.
Net zo min als we iets in de 'nieuwe oorlog' zagen, vertrouwden we de
nieuwe economie. In het vakbondscafé van vier jaar geleden legden we de
relatie met de vakbeweging. Het vervolg van onze stelling luidde:
"In het verleden hebben economen wel vaker gedacht dat de
hoogconjunctuur geen einde kende, bijvoorbeeld in de jaren twintig.
De geschiedenis heeft echter steeds het tegendeel laten zien.
Dat betekent dat de vakbeweging paraat moet zijn voor een recessie."
En waren de vakbonden paraat, toen de 'sociale partners' vonden dat
ze uitgepolderd waren? In ieder geval was er veel aarzeling om aan
acties te beginnen. Eerst veel faalangst en daarna verbazing over
het succes. Deze onzekerheid staat in schril contrast tot één
van de congresvoorstellen over de missie van de grootste bond
van de FNV, waarin parmantig staat: "Wat FNV Bondgenoten vooral
bijzonder maakt is dat we dicht bij de mensen staan."
Een ander voorstel om terug te gaan naar de 'roots' kreeg met de
volgende woorden geen steun van het bondsbestuur: "Dit voorstel
suggereert dat de bond nu niet aanwezig is op de werkvloer en geen
direct contact heeft met de leden. Wat niet het geval is (...)
Het hoofdbestuur verwijst ook naar beleidsvoorstel 1, de Missie,
waarin juist gesproken wordt over dicht bij de mensen staan."
Ook hier is de illusie prettiger dan de werkelijkheid.
Versterking van de organisatie en inbedding in de maatschappij
is noodzakelijk. Na de vrijwel volledige verdwijning van het
vrijwilligersgedeelte van de organisatie in de afgelopen jaren,
is het tijd voor de opbouw van iets nieuws. Over de vragen naar
het wat en het hoe kunnen de gesprekken morgen beginnen. Misschien
heeft de voorzitter van de FNV, Lodewijk de Waal, al een voorzet
gegeven op het congres van het MKB, 15 november 2004. Hij zei daar:
"De overlegeconomie leidt tot compromissen. Tot afweging van belangen.
En soms is dat in zichzelf een probleem: wijn met veel water is niet
van hoge kwaliteit. Wij zullen meer moeten streven naar oplossingen
die niet halverwege werkgevers en werknemers liggen, maar die
werkelijk nieuw zijn (...) Het is bijna marxistische dialectiek,
of, als u daar niet van houdt Hegeliaans. These, antithese en
synthese. En de synthese is niet het gemiddelde van zijn voorgangers,
maar iets nieuws".
Maar ja, welk bondslid bezocht dat MKB-congres?
Jan Taat
|