Commentaar nr. 38 - 2 april 2006
Handen af van de AOW
Sjarrel Massop
Eén van de laatste overblijfselen van de verzorgingsstaat, de AOW, ligt onder vuur. Neoliberale krachten nemen daarin het voortouw, ze vinden dat we een individuele keuzemogelijkheid moeten krijgen. Ook de Partij van de Arbeid wil mensen voor en na hun 65ste laten doorwerken. Dat heet flexibilisering van de AOW. Grote boosdoener zou de vergrijzing van de bevolking zijn. De onbetaalbaarheid van die veroudering is echter een hardnekkige mythe. Nog niet lang geleden werden pensioenpremies teruggestort, omdat de fondsen uitpuilden.
Minister de Geus vroeg de SER een advies over de mogelijke flexibilisering van de AOW. Dat advies was ondubbelzinnig negatief. "De operatie leidt alleen maar tot meer administratie- en uitvoeringskosten", aldus een woordvoerder van de SER. De invoering van het nieuwe stelsel van ziektekostenverzekering heeft al aangetoond dat meer flexibilisering en marktwerking de mensen aan de onderkant van de samenleving het meest duperen. De regering zal ook van de wijzigingen in de AOW een grote chaos maken, met nog meer administratieve rompslomp. Veel mensen met recht op een zorg- of huurtoeslag krijgen die niet, omdat ze deze voorziening niet aangevraagd hebben. Als we straks moeten kiezen wanneer we met de AOW gaan en particuliere verzekeringsmaatschappijen dat uitvoeren, wie zal dan moeten opdraaien voor de administratie-, uitvoerings- en reclamekosten van de toegenomen bureaucratie? De premiebetaler natuurlijk.
Apekool
De AOW is ingevoerd in de jaren vijftig van de vorige eeuw en werd beschouwd als de parel van het Keynesiaanse gedachtegoed. Kern was dat de overheid de rol kreeg toebedeeld de willekeur en scherpe uitwassen van de vrije markt te beteugelen.
De AOW is een volksverzekering, waarin iedereen tot de 65-jarige leeftijd premie betaalt. Daarna ontvangt elke Nederlander van de staat tot zijn of haar dood een gelijke uitkering. Wie een periode in het buitenland gewoond heeft, krijgt overigens te maken met een AOW-breuk.
De premie is niet gering. De AOW werkt volgens het omslagstelsel, het meest solidaire systeem. Je spaart niet voor je eigen AOW, maar wordt de premie betaald, ongeacht hoeveel, dan heb je recht op het ouderdomspensioen. Volgens de kortzichtige neoliberalen en sociaaldemocraten wringt daar de schoen. Ze denken dat vanwege de vergrijzing het aantal mensen dat van een AOW geniet (nou ja 'geniet', je komt net niet van de honger om) te groot wordt voor de draagkracht van de toekomstige beroepsbevolking. Dat is apekool om twee redenen.
Amoreel
De eerste reden is dat solidariteit met ouderen niet gaat om financiën, maar een kwestie is van sociale en politieke wil. Ik hoor leden van de JOVD en andere politieke jongerenorganisaties om het hardst roepen dat ons land failliet gaat vanwege de vergrijzing en dat we daar nu iets aan moeten doen. Het getuigt van een amorele instelling om mensen die de samenleving hebben opgebouwd, babyboomer of niet, af te poeieren met de mededeling dat het geld op is. 'Sociaal zijn' betekent de welvaart eerlijk verdelen. En welvaart zal er ook in de toekomst meer dan genoeg zijn. Het is onbegrijpelijk dat mensen kunnen blijven beweren dat de vergrijzing onbetaalbaar wordt, terwijl de welvaart alsmaar stijgt. Dat we ouder worden, is een zegen; een uitvloeisel van de verbeterde gezondheidszorg die aangewend moet worden om de ouderen onder ons een plezierig leven te bieden. Te vaak worden zij echter weggestopt in mistroostige bejaardenhuizen; betutteld en uitgeschakeld.
Wie verzorging behoeft, heeft daar recht op. Maar degenen die uit vrije keuze een rol in de samenleving willen blijven spelen, dienen daartoe de gelegenheid te hebben. De sociale uitsluiting van ouderen is erg kostbaar. Onder goede sociale voorwaarden - inkomenszekerheid via de AOW - zijn ouderen zeer goed in staat voor zichzelf op te komen, daarin hebben ze niet voor niets een jarenlange ervaring.
Aan de bak
De tweede reden is dat de soep van het dreigende faillisement van de samenleving beslist niet zo heet gegeten wordt als dat ze door de neoliberale potverteerders wordt geserveerd. Het vraagstuk van de vergrijzing is een langzaam op ons afkomend verschijnsel dat met weldoordacht sociaal beleid opgevangen kan worden. Maatregelen als goede huisvesting, preventieve gezondheidszorg en maatschappelijke inschakeling in plaats van uitsluiting, zullen leiden tot enorme kostenbesparingen en bezorgen velen een prettige oude dag. De situatie zal over twintig of dertig jaar anders zijn. De oude welvaartstaat is verworden tot een plat, geldverslindend en inhoudsloos consumentisme. De uitdaging om de jongere generaties een aangename ouderdom te garanderen, is niet gelegen in draconische oppotmaatregelen. De noodzaak het roer om te gooien naar een duurzame samenleving, waarin veel beter gelet wordt op milieu, energie en onderlinge solidariteit, dient zich meer en meer aan.
Dus sociaal-democraten, neoliberalen, neoconservatieven en andere politieke nitwits: handen af van de AOW - geen flexibilisering, maar aan de bak voor een solidaire, sociale samenleving.
|