Commentaar nr. 29 - 27 november 2005
Te mooi om waar te zijn ...
Rob Lubbersen
"Sterk in ons werk". Onder deze titel is een brochure van de ABVAKABO FNV verschenen. Het is de opmaat naar het vierjaarlijkse congres van deze bond op 17 en 18 mei in 2006. In zes essays en even zo vele resoluties worden de beleidsvoornemens voor de periode van 2006 tot 2010 aan de leden voorgelegd. De toon van de verhalen is er één is van optimisme. Het beleidsprogramma ademt een geest van vertrouwen in de vitaliteit van de publieke sector en van de kracht van de werknemers daarin. Het lijkt soms bijna te mooi om waar te zijn!
"Sterk in ons werk" telt drie delen die aansluiten op actuele thema's. Begonnen wordt met een beschouwing over de publieke dienstverlening die gevolgd wordt door aandacht voor de arbeidsvoorwaarden en de interne bondsorganisatie.
Wiens werk
In het deel over de publieke dienstverlening wordt onverkort stelling genomen tegen winststreven en commerciële concurrentie in het openbare domein. Als alternatief voor de blinde marktwerking kiest de ABVAKABO FNV voor een betere samenwerking tussen de publieke instellingen. De bond wil zich daar samen met andere maatschappelijke organisaties sterk voor maken. Hoe dat precies in het huidige politieke krachtenveld vorm moet krijgen, blijft buiten beschouwing. Dat is ook geen eenvoudige kwestie, maar het dilemma tussen ongewenste politieke besluitvorming en loyale ambtelijke uitvoering wordt wel erg omzeild. Als een minister een keihard repressief beleid voert of als een wethouder de vuilophaal terugbrengt van twee beurten naar één, dan blijft van de verlangde ruimte om humaan en klantvriendelijk "maatwerk te kunnen leveren" niet veel over. Wat dat betreft, lijkt "Sterk in ons werk" zich af en toe wat los te zingen van de alledaagse werkelijkheid. Soms is ons werk namelijk wel heel erg hun werk dat door ons moet worden opgeknapt.
Een andere voorstelling van zaken of daarover zwijgen, maakt de dingen mooier dan ze zijn.
Hemelfietserij
In het deel over de arbeidsvoorwaarden en de werkgelegenheid wordt een concreet voorstel gedaan tegenover de wildgroei van topinkomens in de publieke sector. Het salaris van de minister-president moet de bovengrens worden. Over de aanpak van de inkomensongelijkheid en de werkloosheid is het beleidsprogramma een stuk vager. Gesproken wordt van "kortere loonschalen" en van "werkzekerheid een aansprekend thema maken".
De uitgangspunten van het huidige bondsbeleid - centen in plaats van procenten en arbeidsduurverkorting - keren in de nieuwe voorstellen niet terug. Dat is merkwaardig. De realiteit van groeiende tweedeling en hardnekkige werkloosheid lijken om de inzet van dit soort instrumenten te vragen. Het is toch waarlijk geen hemelfietserij nu met dergelijke eisen op de proppen te komen.
Het is eerder mooiweerspelen om te denken in de strijd voor eerlijker delen zónder deze eisen te kunnen.
Een lelijk ding
In het deel over vakbondsparticipatie en vakbondsdemocratie wordt bezien hoe de betrokkenheid van de leden bij de bond kan worden vergroot. Vooral jongeren, vrouwen en migranten vallen nog te veel buiten de bondsboot. Extra aandacht hiervoor is dus welkom, maar de conclusies zijn erg algemeen. Het bondsbestuur gaat de komende jaren vooral investeren in onderzoek, 'pilots' en experimenten. Een schoon streven, wat onbestemd, maar vooruit, het is ook geen gemakkelijke opgave. Wat echter absoluut niet door de beugel kan, is dat met geen woord wordt gerept over de voortgaande sluiting van lokale en regionale kantoren. Natuurlijk zijn er ook andere mogelijkheden om mensen te betrekken en te binden, zoals virtuele, maar echte, eigen, herkenbare, bereikbare plaatsen om samen te komen zijn nog steeds onontbeerlijk. Dat is de afgelopen tijd door veel leden tijdens discussies over de "Bond in Stelling" naar voren gebracht. De feitelijke ontwikkeling staat haaks op dat inzicht. En dat die feitelijke ontwikkeling buiten beeld blijft, is een lelijk ding.
Het onderstreept de indruk dat "Sterk in ons werk" soms mooier is dan waar ...
Zie: www.bondscongres.net
|