welkom
commentaren
Solidariteit

Solidariteit - commentaar 279 - 28 juni 2015

Bloemkolen in de polder

Sjarrel Massop

De FNV in beweging doet uitermate haar best te veranderen. Een omslag is nodig om in de veranderde, economische en politieke verhoudingen een rol te kunnen blijven spelen. Een nieuw instrument als het ledenparlement is een potentiële aanwinst, toch blijft de echte omslag uit. Is het een kwestie van geduld, of zit er een diepere oorzaak achter de stagnerende vakbondsmacht?
'Links' voert dan de discussie over 'wel of geen medeverantwoordelijkheid in combinatie met meer strijdbaarheid'. Ik kwam een ander fenomeen tegen: het probleem van 'bloemkolen in de polder'.

Bloemkolen in de polder is een metafoor die ik hoorde in een vakbondsvergadering. Ik heb de rechtmatige eigenares gevraagd daarvan gebruik te mogen maken. Dat was goed. Natuurlijk moet ik het uitleggen. De situatie in die vergadering was dat de collega met een probleem zat, waarop de vergadering een scala van procedures en praktijken uitspuwde. De werkelijke vraag echter kon niemand meer terughalen. Zij riep toen "bloemkolen". De gedachte is dat een bloemkool een bijna ondoordringbare structuur heeft die de kern niet toegankelijk maakt. De huidige structuur van de vakbond belet het echt opkomen voor de belangen van de mensen die in de maatschappelijke verdrukking en uitsluiting terecht zijn gekomen. Die bloemkolenstructuur is oninteressant en nauwelijks te vreten.

Oude structuur een belemmering

Eén van de meest fundamentele gedachten voor de omslag naar een nieuwe vakbeweging is het idee terug te gaan naar de leden. Het motto is dan: werk aan de basis en de vakbond is weer voor de leden. Als we echter naar de praktijk kijken, dan is de oude werkorganisatie nog redelijk in tact. De hiërarchische structuur is ook nog springlevend. De instrumenten die De Nieuwe Vakbeweging hanteert - de cao, sociale plannen, (teletubbie) acties om het overleg te steunen, oude argumenten zoals 'dit is het maximaal haalbare, meer zit er niet in', 'de mensen zijn niet bereid om in strijd te komen', enzovoort - klinken nog steevast en luid door in de dagelijkse praktijk.
Allemaal bloemkolen. Geluiden die zelfs mensen tegenhouden zich thuis en welkom te voelen bij De Nieuwe Vakbeweging. Enkele voorbeelden: het ledenparlement wordt overspoeld met een hoeveelheid teksten documenten, stukken, dat het een complete dagtaak vergt zich daar doorheen te worstelen. Een inhoudelijke discussie wordt daardoor onvoldoende gevoerd. Bloemkolen. In het streven om lokale afdelingen op te zetten, zijn er procedures, werkplannen, budgetten en begrotingen nodig die zoveel tijd vergen dat aan het daadwerkelijk vakbondswerk niet meer wordt toegekomen. Bloemkolen.

Denken in oude instrumenten als cao's en vooral sociale plannen is er zo diep in gedreund dat de vakbeweging niet meer anders kan dan daarmee werken. Deze middelen vormen vaak geen bescherming meer voor de positie van mensen, ze vormen langzamerhand een bedreiging. De werkgevers gebruiken deze oude instrumenten maar al te graag voor de arbeidsrust en om hun reorganisatieplannen en de verdere flexibilisering van de arbeid door te zetten. Ze begrijpen de nieuwe arbeidsverhoudingen beter dan vakbondsbestuurders. De praktijk wijst uit dat afgesloten overeenkomsten vaak meer schade berokkenen aan het opkomen voor de belangen van de mensen dan dat ze perspectief bieden op een andere toekomst. Bloemkolen.
Ik bepleit Collectieve Werk- en Inkomensovereenkomsten die betrekking hebben op alle werkenden in een sector, met of zonder arbeidscontract.

Geneutraliseerde kennis

In een vakbondsbijeenkomst voor de in nood verkerende zorgenden van TSN, de grootste thuiszorgorganisatie van Nederland, was de enige vraag van de bestuurder na de pauze: hoe kunnen we actievoeren. Concreet betekende dit dat de mensen moesten opdraven om in Blaricum op theevisite te gaan bij de werkgevers om hun duidelijk te maken hoe we erover dachten. Het werkelijke probleem werd niet besproken. Dat luidde: moeten we geld inleveren om onze baan te kunnen behouden, helpt dat iets? Of: houden we vast aan de looneis en lopen we het risico afscheid te moeten nemen van onze collega's. Kortom, de vertwijfeling was af te lezen aan de gezichten van de vrouwen, ik raadde hun gedachte, bloemkolen! Acties zijn uitstekend, maar in hun opzet kunnen bloemkolen opduiken ...

Het is niet zo dat een vakbond zonder structuur kan. Ik ben een linkse man die aardig wil blijven, soms te aardig, en dus ben ik niet uit op het bloed van de bureaucraten van de bond. Wel vind ik dat de gehele vakbeweging, de bestuurders en de werkorganisatie voorop, zeer kritisch moet kijken naar haar eigen functioneren en iets anders moet verbouwen dan bloemkolen. De kennis van de ervaringen op de vloer en de praktijk, in combinatie met wat linkse denkers daarover gezegd hebben, is ingeruild voor de kennis die in alle boekjes van hoger beroepsonderwijs en universiteit staat. Er is geen verschil in geleerde kennis van bestuurders bij bedrijven en die van bonden. Ik vraag dan ook allen die begaan zijn met de vakbeweging en er verder mee willen, ogen en oren open te houden en het roepen: ik zeg het luid, de bloemkolen moeten eruit.

Nieuw gewas, doperwten

Veranderingen appelleren aan de toekomst die zich voltrekt met grote onzekerheden. De weg naar het socialisme roept beelden op die slechts een vertekening vormen van wat het werkelijk zal zijn. We weten goed wat we niet willen. Bloemkolen. Echter wat willen we dan wel. Wellicht helpt hier ook een metafoor: doperwten. Hun kleur is groen, de kleur van de vernieuwing en de verandering. Ze groeien langs de oude structuren omhoog, in een beschermd omhulsel om goed te rijpen. Doperwten zijn met velen en eenmaal rijp, barsten ze uit hun omhulsel en verspreiden ze zich over het land.
Het is noodzakelijk voor de vakbeweging dat mensen de mogelijkheid krijgen de problemen van de onzekerheden waardoor ze getroffen worden, samen te vatten als precarisering, te uiten. Het is noodzakelijk dat de vakbeweging dat ziet en hoort en in een gezamenlijk debat zoekt naar oplossingen en veranderingen en die dan weer kritisch evalueert.

Nu hoor ik veel kaderleden, bestuurders, leden van het parlement al 'ja maren': we zijn door de boer aangesteld en verantwoordelijk gemaakt om bloemkolen te verbouwen, we wieden alleen maar het onkruid eruit om de mooie gewassen welig te laten tieren. Maar het is onze verantwoordelijkheid als linkse mensen tegen de boer te zeggen dat de mensen de bloemkolen zat zijn en ze wel eens iets anders op hun bord willen. Doperwten!

Klik hier